Van hbo-docenten wordt verwacht dat zij bij het ontwerpen van onderwijs putten uit een (online) overvloed aan potentieel studiemateriaal, ook wel educational resources genoemd. Om de onderwijskwaliteit te bevorderen, is het belangrijk dat deze resources op passende wijze worden geselecteerd, gestructureerd en gepresenteerd. Een begrip dat in dit kader in toenemende mate wordt gebruikt, is ‘curation’. Over de manier waarop hbo-docenten de rol van curator invullen, is echter weinig bekend.Dit onderzoek richt zich op de vraag hoe en op grond van welke overwegingen hbo-docenten onderwijsmaterialen selecteren, structureren en presenteren. Met de voorgestelde poster worden de eerste resultaten van pilot-interviews met hbo-docenten gepresenteerd. Op basis van deze resultaten kunnen docenten beter worden ondersteund bij deze component van onderwijsontwerp.
DOCUMENT
Recensie van Maks,R. (1987) Leergang taalbeheersing voor het HBO: de techniek van het mondeling presenteren
DOCUMENT
Recente publicaties problematiseren de mate waarin onderwijsonderzoek bruikbaar en relevant onderzoek levert voor de praktijk. In het bijzonder is er onenigheid over of er teveel of te weinig interventiestudies worden uitgevoerd. Er is echter geen representatief beeld beschikbaar van welke onderzoeksmethoden onderwijsonderzoekers gebruiken. We onderzochten welke onderzoeksmethoden onderwijsonderzoekers gebruiken door een representatieve steekproef van abstracts te coderen onderwijsonderzoekscongressen op drie continenten, op drie momenten, over de afgelopen tien jaar (n = 3,342). Uit het overzicht komt naar voren dat onderwijsonderzoekers de afgelopen tien jaar steeds minder interventiestudies presenteren (van 17% naar 9%). De overgrote meerderheid van abstracts bij AERA, ACE, HKERA, en ECER zijn kwalitatieve observationele studies. EARLI is een uitzondering met een meerderheid van kwantitatieve observationele studies. Binnen EARLI zijn opvallende verschillen tussen landen zichtbaar. Door een representatief overzicht te bieden draagt deze paper bij aan een op feiten gebaseerde discussie over de samenstelling en richting van de onderwijswetenschappen.IntroductieOnderzoeksmethodes kunnen meer of minder geschikt zijn, afhankelijk van de onderzoeksvraag. Observationele studies zijn geschikt voor het verkennen van een onderzoekscontext, designstudies zijn geschikt voor het ontwikkelen van een interventie, interventiestudies zijn geschikt voor het meten van de impact of effectiviteit. Interventiestudies zijn de minst onbetrouwbare manier om uitspraken te doen over causaliteit en daardoor essentieel voor ‘wat werkt’ vragen (Dekker & Meeter, 2022). In het debat over evidence-informed education, stellen sommige onderwijsonderzoekers dat we te weinig interventiestudies doen, terwijl anderen juist waarschuwen voor een monocultuur van interventiestudies (Dekker & Meeter, 2022). Binnen de onderwijspsychologie bestudeerden Brady et al. (2023) wat de huidige verdeling van onderzoeksmethodes is door publicaties in ‘top-journals’ te coderen. Ze vonden dat het percentage van empirische artikelen dat interventies onderzocht daalde van 47% in 1994, tot 25% in 2020. Om na te gaan of hun observaties een bredere trend weerspiegelen in de onderwijswetenschappen repliceerden we hun studie met een bredere steekproef van congresbijdragen. Congresbijdragen zijn een bredere weerspiegeling van wat onderwijsonderzoekers doen doordat congressen minder selectief zijn en een betere geografische spreiding hebben.Onderzoeksvraag:Welke empirische onderzoeksmethodes gebruikten onderwijsonderzoekers in hun presentaties op congressen van 2013 tot en met 2023?MethodeWe selecteerden de 2013, 2018 en 2023 edities van onderwijsonderzoekscongressen van drie continenten, namelijk de AERA (American Educational Research Association), ACE (Asian Conference on Education) en EARLI (European Association for Research on Learning and Instruction). Om de dekking over Azië en Europa te verbeteren voegden we voor 2023 ook abstracts van de HKERA (Hong Kong Educational Research Association) en ECER (van de European Educational Research Association) toe. Voor elke editie codeerden we een steekproef van maximaal 384 willekeurige abstracts aan de hand van het codeerschema van Brady et al. (2023). De intercodeursbetrouwbaarheid was met een ICC van .704 voldoende.ResultatenHet percentage congresbijdragen van interventiestudies in onderwijsonderzoek nam de afgelopen tien jaar af van 17% naar 9%. Alle congressen, met uitzondering van EARLI, worden in toenemende mate gedomineerd door observationele kwalitatieve studies. Bij EARLI overheersen observationele kwantitatieve studies en vielen landelijke verschillen op. Duitsland en Nederland waren hofleverancier observationele kwantitatieve en interventiestudies en Scandinavische landen presenteerden het minste interventiestudies en voornamelijk kwalitatief onderzoek.DiscussieOnderwijsonderzoek lijkt zich net als onderwijspsychologie langzaam af te wenden van interventiestudies. Dit is een opmerkelijke ontwikkeling, gegeven dat juist interventiestudies nodig zijn om de causale vragen over effectiviteit van docenten en beleidsmakers te beantwoorden. Het signaleren van deze trend in een representatieve steekproef kan bijdragen aan een discussie over het onderwijsonderzoekslandschap. Wat zou het ideale onderzoeksportfolio zijn en wat zou er voor nodig zijn om dit als veld te bieden?
DOCUMENT
Dit vaardighedenboek is geschreven voor drie groepen lezers: studenten, docenten en afgestudeerde juristen. Studenten kunnen het boek gebruiken om inzicht te verwerven in de verschillende manieren waarop juristen te werk gaan bij het verrichten van onderzoek, bij het argumenteren en bij het presenteren. Het schetst de stappen die bij de verschillende verrichtingen worden gezet; het biedt hulpmiddelen om de taken te volbrengen en de criteria waaraan een goede taakvervulling moet voldoen. Het boek biedt docenten zowel hulp bij de instructie als handvatten voor de feedback en beoordeling. Afgestudeerde juristen kunnen dit boek gebruiken om te reflecteren op de eigen vaardigheid en krijgen hulpmiddelen aangereikt om deze verder te ontwikkelen.
DOCUMENT
Een enthousiast publiek van ondernemers, sprekers en kritische vrienden kwam tijdens de MKB Ondernemersavond samen om kennis te maken met de Kritische Vriend Methode. Wat is de meerwaarde van kritische vrienden? Hoe helpt het ondernemers vooruit in hun business? En hoe zijn de eerste bevindingen met de kritische vrienden? We blikken samen met ondernemers, sprekers en kritische vrienden terug op deze veelbelovende avond...
DOCUMENT
Een van de belangrijkste ontwikkelingen in het onderwijs is het gebruik van nieuwe kennismedia: media voor het genereren, begrijpen en delen van kennis. Denk aan social media, serious gaming, apps, tablets en smartphones. De grote vraag is: hoe ga je als school om met deze mediaontwikkelingen? In dit whitepaper presenteren we de roadmap van ons onderzoek naar de educatieve implementatie van de iPad (Engelstalig document)
DOCUMENT
Many healthcare professionals experience difficulties in discussing sexual health with their patients. The aim of this review was to synthesize results of studies on communication practices in interactions about sexual health in medical settings, to offer healthcare professionals suggestions on how to communicate about this topic. Veel zorgprofessionals ervaren problemen bij het bespreken van seksuele gezondheid met hun patiënten. Het doel van deze review was een synthese te presenteren van studies naar communicatiepraktijken in interactie over seksuele gezondheid in medische settings, om zorgprofessionals handreikingen te bieden voor communicatie over dit thema.
DOCUMENT
Vraag een fysiotherapeut naar allochtone patiënten en de kans is groot dat er een anekdote volgt over communicatieproblemen wegens taalbarrières of cultuurverschillen zoals het anders presenteren van klachten: ‘Alles pijn, u helpen.’ Maar zijn het wel deze punten die voor problemen zorgen of spelen er andere zaken?
DOCUMENT
interne publicatie; CD-ROM Professional in Beeld, aanbod aan scholenveld
DOCUMENT
De maatschappij is complex. Op school leiden we kinderen op voor die maatschappij door haar in segmenten te bestuderen: namelijk de schoolvakken. Sinds de vorige eeuw zijn er al pogingen om schoolvakken meer samen te laten werken, in projecten, in geïntegreerde vakken, in leerdomeinen. Dat lijkt niet heel gemakkelijk te gaan, zeker niet bij de gammavakken. Maar eigenlijk weten we over praktijken van samenwerking tussen vakken nog niet veel. In deze publicatie presenteren we daarom achttien verschillende praktijkvoorbeelden. Ook presenteren we een model om op school en in de lerarenopleiding gestructureerd te praten over vormen en mate van samenwerking tussen (gamma)vakken. Dat maakt deze publicatie geschikt voor docenten, studenten aan de lerarenopleiding, lerarenopleiders, trainers en schoolleiders.
DOCUMENT