Lectorale rede, in verkorte versie uitgesproken bij de aanvaarding van de functie van lector Dynamische Talentinterventies aan Fontys Hogeschool HRM en Psychologie op 29 september 2016.
DOCUMENT
Dr. Marian Thunnissen is lector Dynamische Talentinterventies aan Fontys Hogeschool HRM en Psychologie in Eindhoven. Volgens haar bestaat er verwarring over de definitie van talent en dat komt de invoering van talentmanagement niet ten goede. ln haar lectorale rede geeft zij een overzicht van de wetenschappelijke discussies rond het begrip talent en bouwt tegelijkertijd op naar een definitie die beter aansluit op de (Nederlandse) praktijk. Voor Personeelbeleid schreef zij op basis van dat hoofdstuk een doorwrocht artikel
DOCUMENT
Hoop en positief denken zijn heel belangrijk voor mensen met kanker. Palliatieve patiënten geven de hoop op een lang(er) leven meestal niet op. In tegenstelling tot wat sommige hulpverleners verwachten buigen patiënten hun hoop meestal niet om naar meer realistische doelen, zoals sommige hulpverleners vinden dat zou moeten. Voor mensen in de curatieve fase is positief denken heel belangrijk. Positief denken zorgt ervoor dat mensen van het leven kunnen genieten. Dit artikel beschrijft de resultaten van verschillende studies uitgevoerd als onderdeel van een proefschrift.
DOCUMENT
The target article describes an interesting study, which provides some challenging findings regarding athletes' pathway to excellence. The suggested links between critical life events, need for success, personal characteristics, and eventual performance level make sense from a psychodynamic perspective. This commentary will discuss some critical points related to the application of the findings in talent identification and -development programs. These are (1) the possible effect of the selection of participants on the results (including the impact of dependence on others for team sport athletes and the opportunity for multiple medal attainment), (2) a lack of detail in the description of how the athletes approached the critical life events (the perception of an event may contribute more to development than the event itself), and (3) a lack of detail in the description of the practice process throughout development. Some interesting differences were found in the motivation for and approach to practice, but little detail was given about what the athletes exactly were doing at the time. The concept of self-regulated learning may be useful in explaining how super-elite athletes action their goals through quality practice.
DOCUMENT
Vanuit identiteitstheorieën richt dit onderzoek zich op de identiteitsontwikkeling van jongeren en het maken van keuzes, in het bijzonder de studiekeuze.
MULTIFILE
November 2018 vindt alweer het 5e praktijk onderzoek congres van de het netwerk van de HRM lectoren plaats. De eerste bijeenkomst werd in 2010 gehouden bij Avans Hogeschool in Den Bosch en na de Hogeschool Utrecht (2012), Hogeschool Inholland (2014) en Windesheim (2016) is nu de beurt aan Saxion Hogeschool om de bijeenkomst te organiseren.
MULTIFILE
Het borgen van het eindniveau is in het hbo een actueel en interessant vraagstuk. Wanneer opleidingen kunnen aantonen hoe studenten dit eindniveau binnen hun opleiding behalen, geeft dit het hbo-diploma waarde en biedt dit diploma de student een goede start van een mooie loopbaan. Er is echter ook veel vraag naar helderheid wat afstuderen precies betekent, welke rol onderzoek daarin speelt en wat de eisen zijn die aan een goed afstudeerprogramma worden gesteld. Naar aanleiding van het rapport Vreemde ogen dwingen van de Commissie Externe Validering Examenkwaliteit (2012), heeft de Vereniging Hogescholen een expertgroep samengesteld onder voorzitterschap van Daan Andriessen om een protocol te ontwikkelen dat opleidingen helpt een verantwoord afstudeerprogramma te ontwerpen. Dit artikel presenteert de belangrijkste boodschappen uit het protocol en biedt tevens enkele richtlijnen voor het construeren van beoordelingsformulieren voor afstudeerwerkstukken. We hopen met deze bijdrage opleidingen enkele handvatten te bieden voor het (her)ontwerpen van het afstudeerprogramma en daarmee het borgen van het eindniveau
DOCUMENT
In dit artikel bespreken we de bevindingen van een verkennend onderzoek naar talentscans. Doel van het onderzoek was om meer inzicht te krijgen in het gebruik van talentscans in de praktijk en om een aantal veel gebruikte talentscans te onderzoeken op hun meetpretentie.
DOCUMENT
Self-efficacy is een belangrijk begrip uit de sociaal cognitieve theory van Bandura (1997) en duidt op het geloof dat mensen hebben in hun kunnen om een bepaalde taak in een toekomstige situatie succesvol uit te voeren. Self-efficacy van leraren duidt op het geloof van leraren in hun kunnen om het leren van studenten positief te beïnvloeden. Leraren met een hoge mate van self-efficacy hebben een sterkere positieve invloed op de prestaties, de motivatie en schoolattitude van leerlingen, dan leraren met een lage mate van self-efficacy. Daarom is het van belang dat lerarenopleidingen aandacht besteden aan het ontwikkelen van self-efficacy bij hun studenten. Omdat binnen het competentiegerichte opleiden van leraren assessments een belangrijke plaats innemen, wordt in deze dissertatie onderzocht hoe assessment de self-efficacy van studenten beïnvloedt en hoe vervolgens de lerarencompetenties worden beïnvloed. Allereerst is onderzocht van welke factoren binnen het hoger onderwijs is gebleken dat deze de self-efficacy van studenten positief beïnvloeden. Hieruit bleek dat de self-efficacy van studenten wordt verhoogd als zij succeservaringen opdoen en als zij verbaal worden ondersteund door hun omgeving. Van deze bevindingen zijn 2 factoren afgeleid die van kenmerkend zijn voor een competentie assessment en die in deze dissertatie nader worden onderzocht. De eerste factor is de authenticiteit van een assessment, dit duidt op de mate waarin tijdens een assessment zaken worden getoetst die belang zijn voor het beroep van leraar. De tweede factor is de feedback die aan studenten wordt verstrekt tijdens het assessment. Om de invloed van deze factoren op de self-efficacy van studenten te kunnen meten, is er een self-efficacy vragenlijst ontwikkeld, specifiek gericht op 1e jaarstudenten van een lerarenopleiding. Omdat studenten in het 1e jaar werken aan de ontwikkeling van 6 competenties, is het instrument bedoeld om de self-efficacy van studenten met betrekking tot de zes lerarencompetenties (interpersoonlijk, pedagogisch, vakinhoudelijk en didactisch, organisatorisch, samenwerking met collega’s en reflectie en ontwikkeling) te diagnosticeren. Uit studie twee bleek dat de vragenlijst voldoende betrouwbaar en valide is om het diagnostisch instrument te gebruiken tijdens de begeleiding van studenten. Tevens kwam uit deze studie enig bewijs voor de stelling dat studenten aan een lerarenopleiding beginnen met een globale ongedifferentieerde self-efficacy, en dat als zij ervaringen opdoen met lesgeven er een verdere differentiatie van hun self-efficacy plaatsvindt. In de derde studie werd de kernvraag van deze dissertatie onderzocht. Hieruit bleek dat naarmate de studenten, de prestatie die zij bij het assessment moeten leveren als authentieker ervaren, des te sterker dit hun self-efficacy van de 6 competenties beïnvloedt. Verder bleek dat naarmate studenten de kwaliteit van de verstrekte feedback als hoger ervaren, des te sterker dit hun self-efficacy op 4 van deze 6 competenties beïnvloedt. Tenslotte bleek uit deze studie dat de genoemde assessment-factoren de leerresultaten van studenten op de lerarencompetenties indirect beïnvloeden, dit houdt in dat de assessmentfactoren de self-efficacy van studenten beïnvloeden en dat de self-efficacy van studenten vervolgens van invloed is op leerresultaten van studenten op de lerarencompetenties. In de vierde studie zijn enkele resultaten uit de derde studie diepgaand onder de loep genomen. Door een aantal studenten te interviewen is onderzocht hoe de ervaringen die studenten opdoen tijdens een assessment bijdragen aan hun self-efficacy. Hieruit bleek dat de genoemde assessmentfactoren tijdens zowel de voorbereidingsfase, de interviewfase als de feedbackfase van het portfolio competentie assessment, de self-efficacy van studenten positief beïnvloeden. Voortkomend uit de onderzoeksresultaten, worden op het einde van de dissertatie enkele adviezen voor lerarenopleidingen beschreven.
DOCUMENT
Voor het identificeren en selecteren van talent, staat HR een breed scala aan methodieken en tools ter beschikking. Maar wat de talentscans precies meten, verschilt nogal. Ziet u door de bomen het bos nog? Vier tips voor het maken van een keuze.
DOCUMENT