Rationale: While combined lifestyle interventions have multiple health benefits, their impact on the oral microbiome is not known. We explored the effects of a lifestyle intervention including protein drink on the oral microbiome in older adults with obesity and type 2 diabetes (T2D).Methods: In a post-hoc analysis of the PROBE study, 87 subjects (66.5±6.1 years, 33% female) with tongue dorsum samples at baseline and week 13 were included. All subjects participated in a 13-week lifestyle intervention with exercise (3x/week) and hypocaloric diet (-600 kcal/day), and had been randomized to receive a test product (21g whey protein enriched with leucine and vitamin D) or isocaloric control (0g protein) 10x/week. T2D was subtyped as muscle insulin resistance (MIR, n=34) or no-MIR (n=36) based on available muscle insulin sensitivity index. Microbiome was analysed by V4 16s rDNA sequencing. Diversity, measured as species richness and Shannon diversity index, was statistically analysed with paired (within group) and independent (between groups) samples t-test.Results: displayed below. Conclusion: Consuming a whey protein drink enriched with leucine and vitamin D during a combined lifestyle intervention increased species richness of the oral microbiome in obese T2D subjects with muscle insulin resistance.
Background Inconsistent descriptions of Lumbar multifidus (LM) morphology were previously identified, especially in research applying ultrasonography (US), hampering its clinical applicability with regard to diagnosis and therapy. The aim of this study is to determine the LM-sonoanatomy by comparing high-resolution reconstructions from a 3-D digital spine compared to standard LM-ultrasonography. Methods An observational study was carried out. From three deeply frozen human tissue blocks of the lumbosacral spine, a large series of consecutive photographs at 78 µm interval were acquired and reformatted into 3-D blocks. This enabled the reconstruction of (semi-)oblique cross-sections that could match US-images obtained from a healthy volunteer. Transverse and oblique short-axis views were compared from the most caudal insertion of LM to L1. Results Based on the anatomical reconstructions, we could distinguish the LM from the adjacent erector spinae (ES) in the standard US imaging of the lower spine. At the lumbosacral junction, LM is the only dorsal muscle facing the surface. From L5 upwards, the ES progresses from lateral to medial. A clear distinction between deep and superficial LM could not be discerned. We were only able to identify five separate bands between every lumbar spinous processes and the dorsal part of the sacrum in the caudal anatomical cross-sections, but not in the standard US images. Conclusion The detailed cross-sectional LM-sonoanatomy and reconstructions facilitate the interpretations of standard LM US-imaging, the position of the separate LM-bands, the details of deep interspinal muscles, and demarcation of the LM versus the ES. Guidelines for electrode positioning in EMG studies should be refined to establish reliable and verifiable findings. For clinical practice, this study can serve as a guide for a better characterisation of LM compared to ES and for a more reliable placement of US-probe in biofeedback.
MULTIFILE
Leerkrachten in Friese basisscholen zoeken naar goede strategieën om meertaligheid te erkennen en effectief in te zetten. Waar het onderwijs tot nu toe twee- en drietalig was (Fries, Nederlands en Engels), hebben leerkrachten nu in toenemende mate te maken met anderstalige migrantenleerlingen. Leerkrachten willen met deze strategieën antwoorden vinden op twee problemen. Ten eerste ervaren ze problemen in de omgang met migrantentalen: ze geven aan dat ze migrantentalen niet willen negeren, maar waarderen en gebruiken vinden ze moeilijk. Ten tweede willen leerkrachten de kwaliteit van het twee- of drietalige basisonderwijs waarin sprake is van taalscheiding, verbeteren. Er wordt per dag of in het Fries, of in het Nederlands of in het Engels onderwezen en geleerd. Men verwacht dat het verbinden van talen hogere resultaten opbrengt. Dit wordt ondersteund door wetenschappelijk onderzoek. Vierentwintig leerkrachten op twaalf basisscholen willen een innovatieve aanpak voor meertalig onderwijs ontwikkelen, die zowel een kader biedt voor de waardering en het gebruik van migrantentalen, als voor een samenhangend gebruik van het Nederlands, het Fries en het Engels in de scholen. Dat geheel vormt de basis van het project Meer kansen Met Meertaligheid (3M). Wetenschappelijk onderzoek levert gevalideerde benaderingen op die moeten worden uitgebreid, gecombineerd en toegesneden op de eigen schoolsituatie om voor de leerkrachten van nut te kunnen zijn. Het 3M-project richt zich op het samen ontwikkelen (d.m.v. ontwikkelingsonderzoek), uitproberen en evalueren van een nieuwe aanpak en nieuwe didactische tools voor meertalig onderwijs (d.m.v. interventieonderzoek). Alle ontwikkelde tools worden in een digitale 3M-Toolbox ondergebracht, die beschikbaar gesteld zal worden aan alle scholen. In de derde plaats vindt een flankerend effect-onderzoek naar (taal)attitudes plaats. In dit project beoogt het consortium een innovatieve kwaliteitsimpuls aan het meertalig basisonderwijs te geven, niet alleen in Fryslân, maar in heel Nederland.
In dit onderzoek worden de kansen van ontwerp- en maakonderwijs benut om aansprekend techniekonderwijs voor de theoretische leerweg van het vmbo te ontwikkelen. Het onderzoek betreft zowel de onderbouw als de bovenbouw. Doel Het doel is om inzichten te ontwikkelen in de mogelijkheden en uitdagingen die ontwerp- en maakonderwijs met zich meebrengen voor vmbo scholen (theoretische leerweg), vooral in de grote steden. Het gaat daarbij om het ontwikkelen van interesse in techniek en bètatechnologische geletterdheid van leerlingen. Resultaten De verwachte resultaten liggen op het gebied van inzicht in de benodigde docentcompetenties, geschikte opdrachten voor leerlingen, randvoorwaarden, en manieren van samenwerking met bedrijven. Ook worden concrete opdrachten voor leerlingen uitgewerkt, die bruikbaar zijn voor andere scholen, en aanbevelingen voor landelijke examenprogramma’s. Looptijd 01 september 2019 - 01 december 2022 Aanpak Samen met vmbo-docenten wordt onderwijs ontwikkeld en uitgeprobeerd. Door tussentijdse evaluaties wordt de didactische aanpak steeds verder verfijnd.
In veel Afrikaanse landen zien we een inperking van de maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Deze ruimte is cruciaal om in democratische staten transparantie, vrijheid van meningsuiting en verantwoording van bestuur te realiseren. In een steeds sterke digitaliserende maatschappij wordt toegang tot digitale middelen een mensenrecht. Daar waar regeringen proberen hun burgers en organisaties dat recht tot digitale informatievoorziening en –uitwisselingen te ontnemen komen de Sustainable Development Goals in het gedrang. Doel African Digital Rights Network (ADRN) wil inzicht verkrijgen in de stakeholders ne technologieën die betrokken zijn net het openen of onderdrukken van de online maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Het netwerk beoogt bij te dragen aam empowerment van burgers om hun digitale mensenrechten uit te oefenen. Resultaten ADRN heeft een vergelijkende studie van 10 Afrikaanse landen uitgevoerd naar het gebruik van digitale technologieën voor het openen of onderdrukken van de online maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Het project heeft onder andere geleidt tot de volgende publicatie: Mapping the Supply of Surveillance Technologies to Africa: Case Studies from Nigeria, Ghana, Morocco, Malawi, and Zambia Looptijd 01 mei 2020 - 20 april 2021 Aanpak ADRN organiseert een netwerk van onderzoekers, analisten, digitale rechtenorganisaties en activisten om de dynamiek van het openen en onderdrukken van de digitale maatschappelijke ruimte in kaart te brengen. Het netwerk bouwt op een interdisciplinaire onderzoeksaanpak o.l.v. het Institute for Development Studies, een vooraanstaand onderzoeksinstituut. Relevantie van het project Het onderzoek leidt tot aanbevelingen voor o.a. beleidsmakers en maatschappelijke organisaties ter bevordering van de digitale maatschappelijke ruimte. Daarnaast worden digitale tools en trainingsmateriaal gefaciliteerd voor het monitoren van ontwikkelingen en dreigingen van de digitale maatschappelijke ruimte. CofinancieringDit onderzoek wordt gefinancierd door UKRI - GCRF Digital Innovation for Development in Africa (DIDA)Meer weten? UKRI GCRF: African Digital Rights Network Website ADRN