Deze rapportage bevat een analyse van het maatschappelijk debat over de terreinen onderwijs, cultuur, wetenschap en media. De analyses zijn in de periode 2010-2015 gemaakt. De analyses van het maatschappelijk debat zijn bedoeld om het beleid beter te doen aansluiten bij de maatschappelijke vraag. De analyse van het media-debat is van de hand van Andra Leurdijk en Saskia Welchen.
DOCUMENT
Dit rapport beschrijft uitvoerig een onderzoek naar mogelijkheden en opbrengsten van het inzetten van Professionele Simulatie Ontwerpsoftware in de bovenbouw van de basisschool. Deze casestudie is opgebouwd in vijf fasen waarvan de laatste fase antwoord geeft op de kracht van dit instrument voor het onderwijs. De studie mikt zowel op de didactische inzetbaarheid door de leerkracht als de bijdrage aan het ontwikkelen van denkvaardigheden bij leerlingen. De studie past in het onderzoek naar Mindtools en DME's en is grensverleggend in vergelijking tot gangbaar gebruik van ICT. De gebruikte software is van een hoog abstractieniveau maar blijkt door leerlingen al goed te gebruiken om hun talenten aan te spreken. In de eindconclusies worden perspectiefvolle resultaten genoemd. In de rapportage wordt ook geanticipeerd op verdere ontwikkelingen. Tijdens de casestudie zijn immers aanwijzingen gevonden dat leerlingen zeer geboeid kunnen zijn door het gebruik, dat ze sterke cognitieve redenatiepatronen kunnen opbouwen, analytische vaardigheden toepassen, dat ze uitvoerige kritische discussies met elkaar aangaan enz. Met andere woorden een dergelijk pakket zet leerlingen bij de juiste instrumentatie en begeleiding wel aan tot hoger orde denken. De abstracties van een dergelijk pakket gaat sommige leerlingen goed af. Ze vinden uiteindelijk de 3D weergave wel de kers op de appelmoes. Inzetten van dit soort software kan zeker aangemerkt worden als onderwijs inhoudelijk transitief. Het is interessant om t.z.t de diverse video-opnames uitvoeriger te analyseren op zowel de cognitieve als onderwijskundige opbrengsten. In de bijlagen zijn ontwikkelde ondersteunende materialen en resultaten van leerlingen opgenomen.
DOCUMENT
In this chapter, we explore a case inwhich a problembased learning (PBL) course at Maastricht University is responsively evaluated. Within responsive evaluation, the value of an educational practice or educational regime is dependent on the multiple, sometimes conflicting, perspectives of stakeholders in the evaluation setting. Within this chapter, the reader first gets acquainted with responsive evaluation and its development, core concepts, and worldview premises. Then we present the case example. This is followed by a section on the issue of learning within and from evaluation. Finally, we deal with the issue of how local case knowledge provided within this chapter can be of global importance.
DOCUMENT
Docenten van Fontys Hogeschool Bedrijfsmanagement, Educatie en Techniek (BEnT) hebben geëxperimenteerd (Gorissen, 2014) met Flipping the Classroom in relatie tot de taxonomie van Bloom. Bij dit concept worden lage kennisniveaus uit deze taxonomie voor de les aangesproken en in de les worden hogere kennisniveaus aangesproken. Bij het herontwerp van hun lessen zijn docenten ondersteund door workshops, gegeven door Fontys Educatief Centrum (FEC). Het onderzoek geeft inzicht in de ervaringen van docenten als ze Flipping the Classroom toepassen en dient als input voor FEC zodat toekomstige workshops nog beter aansluiten bij behoeften van docenten. De hoofdvraag is: Wat zijn ervaringen van docenten en studenten van een HBO-instelling met het toepassen van de taxonomie van Bloom in relatie tot Flipping the Classroom? Hiervoor zijn drie deelonderzoeken uitgevoerd, te weten een kwalitatieve analyse van de lesvoorbereidingen en individuele interviews met docenten en een kwantitatief onderzoek onder studenten over de door hun gevolgde lessen via dit concept. Resultaten laten zien dat docenten het concept correct toepassen en ze hiervoor activerende werkvormen en ICT tools inzetten. Docenten zijn enthousiast over de toepassing ondanks dat herontwerp tijdrovend is. Studenten kenden het concept vooraf niet maar hérkenden het wel, zowel voorafgaand als in de les. Vanwege de lage respons onder studenten kan alleen een voorzichtige conclusie getrokken worden dat het concept bijdraagt aan betere verwerking van de leerstof en dat het vaker toegepast mag worden. De belangrijkste aanbevelingen zijn gericht op kennisdeling tussen docenten die dit concept (willen gaan) toepassen in het onderwijs en nader onderzoek naar de invloed op de leerprestaties van de studenten.
DOCUMENT
Hulpverlening vindt door de coronacrisis in veel gevallen digitaal plaats, evenals het onderwijs. Echter is de inhoud van de lessen nog steeds gericht op fysieke hulpverlening. Het onderwijs zou de kans moeten grijpen om digitale hulpverleningsvaardigheden aan te leren aan de studenten van Social Work.
MULTIFILE
Studentassistenten verrichten verschillende soorten onder-wijstaken in het hoger onderwijs. Deze systematische literatuurstudiebracht het onderzoek in kaart naar hoe studentassistenten worden voor-bereid op hun inzet in het onderwijs, welke soorten onderwijs ze ver-zorgen en wat dit oplevert voor de studentassistenten en hun studenten.De studentassistenten werden vooral bij praktisch vaardigheidsonder-wijs en laboratoriumonderwijs in medische en scheikundige opleidingeningezet, en in mindere mate ook bij casusonderwijs en studievaardig-heden. Qua voorbereiding hadden ze het meeste baat bij een trainingwaar het verwachte gedrag voorgedaan wordt, waar ze kunnen oefenenen hier feedback op krijgen. Wanneer onderwijs door studentassisten-ten als aanvulling op het bestaande onderwijs wordt georganiseerd leidthet tot hogere studenttevredenheid en betere prestaties bij de studen-ten die dit aangeboden krijgen t.o.v. wie dit niet krijgt aangeboden. Deprestaties en tevredenheid van studenten die practica van studentas-sistenten versus docenten zijn vergelijkbaar. Bij de organisatie van stu-dentassistenten in het onderwijs kan geleerd worden van de twee stro-mingen die nu prevaleren: Supplementele Instructie (si-pass ) enPeerAssistedLearning(pal ). Centrale coördinatie van het opleiden van bege-leiders en studentassistenten, duidelijke complementaire functieprofie-len, inzet bij praktische vakken, en inbedding binnen de opleidingen opbasis van passende leeruitkomsten kunnen bijdragen aan duurzame bor-ging.Students perform various types of educational tasks in higher education as teaching assistants. This systematic literature review mapped out the research on how teaching assistants are prepared for their tasks,what types of instruction they provide, and what this yields for both teaching assistants and students. The teaching assistants were primarily deployed in practical skills education and laboratory education in medical and chemistry programs, and to a lesser extent also in case-based education and metacognitive education. In terms of preparation, they benefited most from training that demonstrates expected behaviour, provides opportunities for practice, and offers feedback. The deployment of teaching assistants in education, as a supplement to regular instruction, resulted in higher student satisfaction and better performance. Regarding practical sessions, students taught by teaching assistants did not perform differently or express less satisfaction than those taught by teachers. In organizing student assistants in education, lessons can be learned from the two prevailing approaches: SI-PASS and PAL. Both central coordination with clear complementary job profiles for student assistants or integration within programs based on appropriate learning outcomes can contribute to sustainable implementation.
DOCUMENT
Deze bundel is een resultaat van de werkgroep ‘Presentie & Onderwijs’. Zij verschijnt ter gelegenheid van het eerste landelijke presentiecongres, op 26 september 2006 in Amersfoort. De werkgroep “Presentie & Onderwijs” is een van de werkgroepen die geïnitieerd is tijdens de eerste bijeenkomst van het presentieforum in het voorjaar van 2004. Zij nam de taak op zich een verkenning te doen naar inbeddingmogelijkheden van de presentiebenadering van Baart (2001) in het onderwijs. Hierbij werd specifiek gekeken naar het HBO-onderwijs, maar er werd ook aandacht besteed aan opleiding in het algemeen, zoals universitair en postinitieel onderwijs, bij- en nascholing en supervisietrajecten. De bundel bestaat uit de volgende bijdragen: • Presentie en Onderwijs: where the twain will meet? (M. Banning e.a.) • Over professionaliteit en presentie. Pleidooi voor normatieve professionaliteit bij HBO-opleidingen (J.P. Wilken) • Presentie en Social Work; Een verkenning van mogelijkheden voor beroepsinnovatie en invoeging in het onderwijs (B. Schriever) • Didactiek van Exposure; Het aanleren van een specifieke manier van kijken (M. Nuy & B. Venneman)
DOCUMENT
In deze publicatie reflecteert lector Jos Fransen op ontwikkelingen in het hoger beroepsonderwijs, en meer specifiek op de ontwikkeling van het onderwijs binnen Inholland. In het kader van de kwaliteitsgelden die beschikbaar zijn gesteld aan het hoger onderwijs, heeft ook Inholland haar beleid geformuleerd en vastgelegd in de Kwaliteitsafspraak (Inholland, 2019). Daarin is een nadere concretisering van de onderwijsvisie uitgewerkt, waarbij wordt ingezet op vier pijlers die in het onderwijs van Inholland een centrale rol gaan vervullen: beroepsproducten, activerend onderwijs, leergemeenschappen en ondersteuning door technologie. Het thema technologie moet aan de orde komen in deze publicatie gezien het onderzoek van het lectoraat, maar dat wordt in het perspectief van de drie andere pijlers besproken. De vier uitgangspunten verkend vanuit onderwijskundig perspectief met als doel om de belangrijke vragen op te sporen die bij het ontwerp van nieuwe curricula beantwoord moeten worden. De publicatie is daarmee vooral interessant voor onderwijskundigen, managers en beleidsmakers in de hogeschool, en uiteraard voor alle docenten die betrokken worden bij curriculumontwikkeling. Deze publicatie kan in de vorm van een redeboekje opgevraagd worden via tlt-team@inholland.nl. Graag aantal en adresgegevens vermelden.
DOCUMENT
Competentiegericht onderwijs is gemeengoed geworden in het beroepsonderwijs, maar de twijfel over de effectiviteit groeit. In de uitwerking zou het zich teveel richten op ontwikkelen van vaardigheden en de opbouw van een degelijke kennisbasis verwaarlozen. De roep om terugkeer naar het traditionele onderwijs, waarin kennisoverdracht weer centraal staat, wordt sterker en vindt veel bijval. In dit artikel wordt betoogd dat niet het onderwijsconcept onvolkomen is, maar dat opnieuw gekeken moet worden naar de implementatie. Daartoe wordt het concept nogmaals geanalyseerd, waarna de relatie wordt gelegd met de ontwikkeling naar professionaliteit die een gemiddelde student doormaakt. Vanuit het perspectief van drie leertheoretische visies wordt gepleit voor gefaseerde invoering van het concept, die aansluit bij de natuurlijke ontwikkeling tot professional. Als voorbeeld wordt het curriculum van de opleiding tot Bachelor of Education van de Hogeschool INHOLLAND besproken, waarin deze aanpak wordt nagestreefd.
DOCUMENT
Publicatie over de behoefte aan dialoog in het onderwijs.
DOCUMENT