Hoofdstuk in Pedagoog in de spotlights. Opvoedingsidealen vanuit verschillende contexten. Pedagogiekstudenten van Hogeschool Utrecht (HU) doen onderzoek. Wat betekent dat voor de opleidingen en de beroepspraktijk? HU-onderzoekers Jurrius, Van Heijst en Gruiters beschrijven dat in een hoofdstuk van het boek ‘De pedagoog in de spotlights’. Ze beschrijven hun ervaringen met hbo-studenten bij onderzoek aan de hand van voorbeelden die zijn opgedaan met studenten pedagogiek, die deelnamen aan de projecten van het HU-lectoraat Participatie en Maatschappelijke Ontwikkeling. Uit die ervaringen blijkt dat de relatie van de studenten met de opdrachtgever van het praktijkgericht onderzoek beter kan. Soms is de opdrachtgever niet blij met de kwaliteit van de resultaten van het onderzoek. Daarnaast verwacht de student medewerking aan het onderzoek van professionals, maar die werken niet altijd direct mee. Volgens de drie onderzoekers is het van groot belang om goed met elkaar te communiceren over verwachtingen die leven bij onderzoek waaraan hbo-studenten deelnemen. Die studenten dienen in dat proces goed begeleid te worden, zo luidt de aanbeveling. De HU-onderzoekers Jurrius, Van Heijst en Gruiters doen ook andere aanbevelingen. Zowel hbo-docenten als –studenten moeten volgens hen beschikken over een breed palet aan onderzoeksmethoden om een goede aansluiting bij de pedagogische beroepspraktijk te realiseren. Waarom kiezen ze voor een bepaalde methode? Hoe kunnen ze de methode op een valide en betrouwbare manier inzetten?
In Nederland staat het traditionele aanbod aan hulpverlening, dienstverlening en maatschappelijke ondersteuning onder druk. Onder invloed van maatschappelijke en beleidsmatige ontwikkelingen in Nederland lijken de hulpverlenings-, welzijns- en zorginstellingen steeds meer naar elkaar toe te groeien. Er ontstaan samenwerkingsverbanden waarin elke participant vanuit eigen verantwoordelijkheid en deskundigheid zijn eigen bijdrage levert. Dergelijke samenwerkingsverbanden worden “ketens” genoemd. Om het ontstaan van deze ketens goed te kunnen begrijpen worden in dit artikel eerst de belangrijkste maatschappelijke en beleidsmatige ontwikkelingen beschreven, die van invloed zijn op de praktijk van hulpverlening, dienstverlening en maatschappelijke ondersteuning in Nederland. Vervolgens worden verschillende manieren van multiprofessionele samenwerking in Nederland op het gebied zorg, hulp- en dienstverlening met elkaar vergeleken. Tenslotte wordt de ketenbenadering geïllustreerd met een good-practice-voorbeeld: de ketenbenadering van voetbalvandalisme bij SportClub Cambuur te Leeuwarden. Het artikel wordt besloten met enkele kritische kanttekeningen.
In dit artikel, eerder in langere versie verschenen in het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken, wordt de activerende aanpak van werkloosheid in relatie tot armoedebestrijding besproken. De lector Armoede en Participatie aan de Hogeschool van Amsterdam beschrijft aan hand van de cijfers van het SCP en het CBS welke groepen precies door armoede worden getroffen. Omdat niet-werken en armoede aan elkaar gekoppeld zijn, lijkt de oplossing voor de hand te liggen: de 'banenmotor' aandrijven. Echter, werk vinden biedt niet zonder meer de oplossing en ondersteuning is in bepaalde gevallen nodig. De auteur pleit voor een ondersteuning gericht op het bevorderen van zelfsturing. Werkplekken in reguliere werkomgevingen en periodiek switchen tussen werkplekken bevorderen de mobiliteit en het geloof in eigen kracht. Hoewel armoede volgens de auteur nooit helemaal kan worden uitgebannen, is het grote voordeel van een activerende aanpak dat armoedebeleid is gericht op eigen inkomen verwerven en niet op symptoombestrijding.