De productie en consumptie van voedselproducten is op dit moment verantwoordelijk voor een groot deel van de milieubelasting en uitstoot van broeikasgassen. Het wordt daarom steeds belangrijker om manieren te vinden om de milieueffecten van voedsel te verminderen, bijvoorbeeld door gedragsveranderingen bij consumenten. Het doel van het huidige onderzoek is om inzicht te krijgen in de huidige (wetenschappelijke) kennis over gedragsdeterminanten en digitale gedragsveranderingsinterventies die een duurzaam voedingspatroon stimuleren met als doel tot aanbevelingen te komen voor het stimuleren van een duurzaam en gezond voedingspatroon van inwoners van Noord-Nederland. Het onderzoek is uitgevoerd door het lectoraat Transformational Media van NHL Stenden Hogeschool en maakt deel uit van het door SNN-gesubsidieerde project ‘Van Veggie Lab naar Veggie Farm Fab’.
DOCUMENT
Kleinschalige biogas opslag kan de grootschalige productie van biogas stimuleren in een geïntegreerd lokaal energie netwerk met een focus op duurzame energie.
DOCUMENT
Dit rapport is onderdeel van het project 'Bokashi: naar een betere onderbouwing en documentatie voor de praktijk' en het resultaat van het onderzoek dat is uitgevoerd binnen Werkpakket 3: 'Economische Waarde'. In dit werkpakket zijn de duurzaamheidsaspecten (economisch, sociaal en ecologisch) van organische stromen en het verwerken tot bodemverbeteraars nader gekwantificeerd, waarbij wij ons richtten op bokashi (gefermenteerde organische reststromen) en compost. Om het onderzoek zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij de praktijk is ervoor gekozen om een kosten-baten analyse uit te voeren aan de hand van een concrete casus met een concrete vraag: het regionaal recyclen van organische stromen van de Reinigingsdienst (RD) Maasland. RD Maasland heeft als ambitie om in de komende jaren de organische stromen op regionaal niveau te recyclen en daarmee bij te dragen aan vitalisering van de bodem door het verhogen van het gehalte organische stof. Daarvoor kan de dienst zich richten op het toepassen van compost of bokashi. In het onderzoek hebben we daarom de toepassingsmogelijkheden van compost en bokashi naast elkaar gezet. Het rapport begint met een algemene beschouwing van praktijkervaringen met bokashi als potentieel alternatief voor compostering. Vervolgens wordt aan de hand van de casus RD Maasland ingegaan op de huidige organische stromen en de bewerking daarvan in een deelgebied van RD Maasland en worden de kosten en baten doorgerekend van de huidige ketens ten opzichte van alternatieve ketens met regionale bewerking. Daarbij richten wij ons op bermmaaisel/ bladeren en de productie van compost en bokashi voor de verbetering van de bodemvitaliteit. Ter inspiratie volgt een beschrijving van regionale bewerking van stromen door een samenwerking van gemeentes en agrariërs in Friesland. Daarna volgt een concluderende paragraaf, waarin een mogelijk pad wordt geschetst voor de ontwikkeling van circulair terreinbeheer in het werkgebied van de reinigingsdienst Maasland gebaseerd op economische en andere duurzaamheidsaspecten. Het rapport sluit af met een reflectie op de opschalings- en toepassingsmogelijkheden elders in Nederland.
DOCUMENT
Het rapport Veerman laat zien dat er ingrijpende maatregelen nodig zijn om te voorkomen dat een deel van Nederland onderloopt. Te weinig wordt nagedacht over de fundamentele oorzaken van dergelijke noodzakelijke maatregelen. Zij liggen in het productie- en consumptiepatroon van de mens, vindt Henk Smeijsters
MULTIFILE
Inaugurele rede lector Peter de Jong, Leeuwarden, 9 februari 2015. Vooraf aan de rede is er een symposium gehouden rondom het thema duurzame zuivelprocestechnologie. Het programma daarvan staat achterin dit boekje. Peter de Jong is bij Hogeschool VHL gestart als lector Zuivelprocestechnologie. Samen met studenten, docenten, projectingenieurs en bedrijven richt lector De Jong zich op de ontwikkeling en toepassing van innovatieve technologieën voor een duurzame productie bij zuivelbedrijven.
DOCUMENT
Hoofdstuk in Veranderende nieuwspraktijken: vernieuwingen in de productie en consumptie van nieuws door M. Slot en V. Frissen
DOCUMENT
Uitwerking van het smart industry ecosysteem voor onderwijs en arbeid. Hierin aandacht voor Smart Industry en Formeel leren, Leven Lang Leren, flexibilisering en Learning by doing.
DOCUMENT
De transitie van het onderwijs in de foodsector in de Rotterdamse regio
DOCUMENT
65 jaar Groen hoger onderwijs, gestart in Ede en al decennia in Dronten. Een prachtige mijlpaal! Het thema van deze uitgave veerkracht past uitstekend bij deze faculteit in Dronten. Met haar portfolio praktijkgerichte opleidingen waar ondernemen en primaire productie centraal staan onderscheidt zij zich van andere groene hbo’s. Het praktijk- en beroepsgerichte karakter van de faculteit zorgt ervoor dat bedrijven uit deagrifoodbusiness graag willen samenwerken. Voor de studenten een prachtige meerwaarde: zij maken tijdens hun studie de ontwikkelingen en innovaties van dichtbij mee. Ook de bedrijven biedt het voordeel, zij komen immers in contact met de nieuwe lichting jonge ondernemers of nieuwe medewerkers. Een win-winsituatie.
DOCUMENT
Voordat een visualisatie tot stand komt, is daar een complex proces aan vooraf gegaan. Doel en doelgroepen worden vastgesteld (‘hoe bereiken we welk effect bij wie?’) terwijl daarnaast de relatie tussen de data en de uiteindelijke visualisatie gedefinieerd moet worden (‘hoe laten we wat zien?’). De productie en de receptie van een visualisatie zijn twee te onderscheiden processen. Bij het maakproces spelen vakkennis, design, technische mogelijkheden, brongegevens, doelgroep, mediakeuze en doelstelling een belangrijke rol. Bij receptie gaat het erom of en hoe de doelgroep de boodschap ontvangt: wordt die waargenomen en begrepen? En wat zijn de gevolgen bij de gebruiker? Hoewel receptie in de tijd volgt op het productieproces, spelen verwachtingen over receptie een belangrijke rol bij het maken van informatievisualisaties. De kennis over publieksreacties op visuele boodschappen is echter op verschillende manieren vastgelegd. Bij designers en anderen die betrokken zijn bij het maakproces van informatievisualisaties is er sprake van een verzameling van working theories (McQuail, 2010, pp. 13-14) die vooral op ervaring is gebaseerd. Bij empirisch onderzoek daarentegen worden responses op visuele cues daadwerkelijk gemeten. Zie Deel II van dit onderzoek. Doelstelling van dit onderzoek is deze twee vormen van kennis met elkaar te vergelijken. De vraag is welke veronderstellingen en verwachtingen er bij de beroepspraktijk bestaan en in hoeverre deze gestaafd, aangevuld of weersproken worden door empirisch, wetenschappelijk gefundeerd, onderzoek.
DOCUMENT