Voor wie is deze handreiking? Met deze handreiking willen we professionals ondersteunen bij het cultuursensitief omgaan met onbegrepen gedrag bij mensen met dementie thuis en hun mantelzorgers. We focussen ons daarbij op mensen met een migratieachtergrond. Wijkverpleegkundigen en casemanagers zorgen steeds vaker voor mensen met dementie met een migratieachtergrond en hun mantelzorgers. Onbegrepen gedrag zoals agressie of apathie komt veel voor bij mensen met dementie. De beroepsgroep weet vaak onvoldoende hoe om te gaan met onbegrepen gedrag bij deze doelgroep. Uit de praktijk blijkt echter dat de handreiking ook aansluit bij een bredere doelgroep. De term ‘cultuursensitief’ verwijst naar een brede sensitiviteit van professionals voor de invloed van cultuur, leefsituatie, (migratie)geschiedenis, minderheidspositie en achterstand op iedere persoon of groep. Deze handreiking is vooral bedoeld voor wijkverpleegkundigen en casemanagers dementie, maar ook andere professionals uit zorg en welzijn kunnen hier hun voordeel mee doen. Hierna gebruiken wij daarom de term ‘professional’.
DOCUMENT
Artikel in de TvZ: Een methodiek is ontwikkeld voor cultuursensitief Omgaan met Onbegrepen Gedrag (OOG) bij mensen met dementie thuis. Onbegrepen gedrag komt voor bij bijna alle mensen met dementie. Om goed om te gaan met dit gedrag, is het van belang de oorzaak ervan te begrijpen. Bestaande richtlijnen voor de aanpak van onbegrepen gedrag sluiten niet voldoende aan bij thuiswonende mensen met dementie met een migratieachtergrond. Een methodiek is ontwikkeld voor cultuursensitief Omgaan met Onbegrepen Gedrag (OOG) bij mensen met dementie thuis.
DOCUMENT
Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS) onderzoekt sinds 2020 op welke wijze leernetwerken kunnen bijdragen aan diversiteitsensitief werken in de zorg. In deze publicatie kun je de tussentijdse resultaten vinden van het lopende onderzoek. De meeste professionals in de zorg weten dat het werken met cliënten, die een ander referentiekader hebben dan de professional, extra aandacht vraagt. Toch is het geen vanzelfsprekendheid om diversiteitsensitief werken duurzaam in de zorgorganisaties in te bedden. Cliënten hebben behoefte aan maatwerk en dat is terug te zien in een toename aan zorgorganisaties die zich specifiek richten op cliënten met een migratieachtergrond. De publicatie kan gedownload worden via de website van het Kennisplatform Integratie & Samenleving: https://www.kis.nl/publicatie/diversiteitsensitief-werken-de-zorg
MULTIFILE
Het zoeken naar gemeenschappelijke grondslagen is een hachelijke onderneming. Paradoxaal genoeg verkeert een zoektocht naar ‘wat ons bindt’ vaak in haar tegendeel; het slaan van piketpaaltjes, het markeren van grenzen, van wat ons verdeelt. Met onze aanzet tot een discussie over de grondslagen van social work richten we ons nadrukkelijk niet op de indeling van werkvelden, beroepsprofielen en opleidingsprofielen en onderwijsstructuren, maar op de vraag die daar aan voorafgaat: de vraag naar wat ons in het professionele handelen gezamenlijk uitdaagt. Antwoorden op die vraag zoeken we in de maatschappelijke transities waaraan we momenteel gezamenlijk onderworpen zijn, en waarin het lot van sociaal-agogische beroepsgroepen in sterke mate met elkaar verbonden zijn. Daarbij richten we onze blik van buiten naar binnen: welke ontwikkelingen doen zich op dit moment in de samenleving voor en wat betekenen deze ontwikkelingen voor de sociale professionals die we opleiden?
DOCUMENT
Binnen dit verkennende onderzoek zijn we in gesprek gegaan met medewerkers van jeugdhulporganisaties, waarvan een aantal cultuur-sensitieve organisaties (die zich specifiek richten op gezinnen met een migratieachtergrond), vrijwillige migranten-tenorganisaties, hbo-studenten en docenten van de opleidingen Sociaal Werk en Pedagogiek en beleidsmakers. De centrale vraag richtte zich op twee thema’s: wat is er nodig om cultuursensitief werken duurzaam te verankeren in jeugdhulp organisaties en welke rol kan het hoger onderwijs hierbij spelen. De gesprekken met de respondenten zijn individueel gevoerd waarna de resultaten aan drie focusgroepen, op het gebied van migrantenzelforganisaties, onderwijs en governance, voorgelegd zijn. Uit de interviews en focusgroepen kwam naar voren dat cultuur-sensitief werken binnen de jeugdhulp organisaties urgentie noch prioriteit heeft, door bekende factoren als de transformatie, tijdsdruk en beperkte financiële ruimte. Er is volgens de respon-denten geen sprake van beleid gericht op cultuursensitiviteit dat door alle lagen in de organisatie gedragen wordt. Anderzijds geven de respondenten aan dat als er binnen de organisatie tijd en middelen beschikbaar worden gesteld, er wel behoefte kan zijn om met cultuursensitief werken aan de slag te gaan. (...) Vanuit gemeentelijke beleidsmakers wordt aangegeven dat er weinig zicht is op de mate van cultuursensitief werken van de jeugdhulporganisaties van wie de zorg wordt ingekocht. Wij concluderen dat er van verduurzaming van cultuursensitief werken nog geen sprake is. Voor de meeste organisaties, en in verder onderzoek, zal de aandacht in eerste instantie meer op de fasen voorbereiding en verandering gericht zijn (Bellaart, Hamdi, Day & Achahchah, 2018). De meeste respondenten geven aan dat ze zeker een rol zien voor het hoger onderwijs, en een meerwaarde zien in de samenwerking met hoger onderwijs om in de jeugdhulp meer cultuursensitief te werken. Ze geven aan dat zowel op het gebied van kennis, houding en vaardigheden, vanuit de hogenschool bijdragen kan worden aan de professionele ontwikkeling van studenten, zeker als hier gedurende de gehele opleiding aandacht voor is.
MULTIFILE
Dit stappenplan maakt het proces inzichtelijk en dient als wegwijzer om met je team of organisatie in gesprek te gaan over een gezamenlijk gedragen taakopvatting aangaande seksuele vorming voor jongerenwerk- en straathoekwerkteams. We verstaan onder een taakopvatting een gedeeld besef in het team of de organisatie over wat de rol is van de professionals in het bijdragen aan seksuele vorming en hoe deze rol kan worden ingevuld. Bijlage 1 betreft de publicatie in boekvorm om te printen, hierin zijn de links omgezet naar QR-codes. Bijlage 2 is de online versie opgemaakt in boekvorm. Bijlage 3 is de online versie waarbij de pagina's onder elkaar staan.
MULTIFILE
Het Nederlands Jeugdinstituut is gevraagd goede en minder goede voorbeelden van feitenonderzoek te beschrijven, naar aanleiding van het Actieplan Verbetering Feitenonderzoek in de Jeugdbeschermingsketen, dat de gecertificeerde instellingen, de Raad voor de Kinderbescherming en Veilig Thuis in 2018 opstelden. De onderzoekers spraken daarvoor met professionals, cliënten en beleidsmakers van organisaties uit de jeugdbeschermingsketen. Het feitenonderzoek in de jeugdbescherming vraagt om verbeteringen en daar zijn mogelijkheden voor, blijkt uit de studie. Daarbij is het belangrijk dat professionals en cliënten samenwerken op basis van zo veel mogelijk gelijkwaardigheid, ondanks het gedwongen karakter van die samenwerking.
MULTIFILE
In de afgelopen jaren is veel kennis opgebouwd en zijn instrumenten ontwikkeld rond het beter ondersteunen van gezinnen met een migratieachtergrond, of andere ouders en jeugdigen die soms ver afstaan van vormen van opvoedondersteuning. Deze gereedschapskist biedt een overzicht van dit soort kennis en instrumenten en verwijzingen naar waar deze te vinden zijn. Het aanbod is ontwikkeld in vier Academische Werkplaatsen, gefinancierd door ZonMw.
DOCUMENT
Dit is een overzicht van methodieken, tools en handvatten om seksualiteit bespreekbaar te maken met jongeren.
DOCUMENT
Dit rapport is de opbrengst van een onderzoeksproject dat de twee lectoraten van de Hogeschool van Amsterdam (Lectoraat Management van Cultuurverandering) en van Hogeschool Inholland (Lectoraat Diversiteitvraagstukken) het afgelopen half jaar hebben uitgevoerd. De opzet van dit onderzoek was tweeledig. Enerzijds had het als doel om een specifieke onderzoeksvraag te beantwoorden ten aanzien van de zorgbehoefte van Licht Verstandelijk Beperkten (hierna ‘LVB’ genoemd). Anderzijds kende het onderzoek in zijn opzet een experimenteel karakter, waarin we verkenden in hoeverre we het onderwijs van beide hogescholen aan een onderzoeksproject als dit konden verbinden. Het was daarom ook een experiment naar onderzoek doen, in het kader van stage-, project en afstudeeropdrachten, samen met studenten van beide hogescholen.
DOCUMENT