In dit artikel wordt een analyse gemaakt van trends in de toeristische aankomsten naar het eiland mauritius en wordt een prognose gemaakt voor toertsieche aankomsten in de komende jaren.
DOCUMENT
Door beter gebruikt te maken van nieuwe digitale technologieën zouden fintechs een dominante rol verwerven in het financieel-monetair systeem, zo luidde de prognose. Deze revolutie is echter tot dusver uitgebleven in Nederland. In de praktijk blijken Nederlandse fintechs tegen zeven hindernissen aan te lopen waardoor deze transitie onvoldoende slaagt, aldus Jeroen Haans en Martijn van de Linden.
MULTIFILE
Kleine scholen zijn meer dan ooit een issue. Door de ontgroening groeit het aantal kleine scholen; de prognose voor Delfzijl bijvoorbeeld is een daling van 22% van de instroom. Een advies van de Onderwijsraad Grenzen aan kleine scholen kon dus niet uitblijven.
DOCUMENT
Potato cyst nematodes (PCN) are in the Northern Netherlands and the Weser-Ems Region in Germany a major issue for farmers. The yearly average damage by PCN is about 100 Euros/hectare for farmers. Infestations of potato cyst nematodes can be controlled in a sustainable way by proper potato variety selection. Potato varieties vary in the degree of tolerance and resistance to PCN. However, this knowledge is used by only a small fraction of the farmers. The AGROBIOKON project, which is funded by the INTERREG EDR-region, the Landwirtschaftskammer Niedersachsen and the Dutch farmers association, have developed a decision support system for potato variety selection based upon population dynamic models for PCN: OPTIRas. The scientific principles and the model behind the decision support system will be presented. The model will be applied to PCN field experiments in the Weser-Ems region. Experience of using this decision support system in farmer study groups in the Netherlands and Germany will be shared.
DOCUMENT
Factoren die mensen met overgewicht belemmeren om met een fysiek trainingsprogramma te beginnen Achtergrond: Bij overgewicht heeft lichaamsbeweging (bijvoorbeeld sportbeoefening) gunstige effecten op het behoud van gewicht(svermindering) en op verschillende aan overgewicht gerelateerde aandoeningen, zoals hart- en vaatziekten en diabetes. Ook is er een gunstige invloed gevonden op de psychische gezondheid. Desondanks is de drempel om meer te gaan bewegen voor mensen met overgewicht vaak hoog. Met behulp van het gezondheidsattitude model (Health Belief Model) kan daarvoor een mogelijke verklaring worden gevonden. Dit model (zie figuur) stelt dat het overgaan tot gezondheidsgedrag, hier in het bijzonder lichaamsbeweging, wordt bepaald door: 1) de dreiging (threat) die uitgaat van de aandoening (overgewicht), 2) de waargenomen gezondheidsvoordelen (benefits) als gevolg van het uitvoeren van het nieuwe gedrag (meer lichaamsbeweging, sporten) 3) de barrières (barriers) die ondervonden worden bij gedragsverandering en 4) factoren die motiveren tot het nieuwe gedrag (cues). Doel van het onderzoek: Meer inzicht te krijgen in de psychische factoren die mensen met overgewicht motiveren of belemmeren om te gaan deelnemen aan een sportprogramma. Methode: Deelnemers waren volwassenen met een BMI van meer dan 25 kg/m2, een leeftijd tussen 18 en 65 jaar en zonder aan overgewicht gerelateerde of andere (ernstige) aandoeningen waarvoor medische behandeling noodzakelijk was. Met vragenlijsten werd de door de deelnemers ervaren ernst van het overgewicht probleem (Pictorial Representation if Illness and Self Measure, PRISM-R2), de aan overgewicht gerelateerde kwaliteit van leven (Impact of Weight on Quality of Life, IWQOL-lite) en met beweging (Physical Exercise Belief Questionnaire, PEBQ) en overgewicht (Obesity Cognition Questionnaire, OCQ) samenhangende cognities gemeten. Resultaten: De respondenten uit een sportgroep (n=58) en de groep van niet-sporters (n=58) hadden een vergelijkbare BMI, leeftijd en opleidingsniveau. Ook het gemiddelde aantal pogingen om gewicht te verliezen en de leeftijd waarop het overgewicht ontstaan was, was voor de groepen hetzelfde. Er waren echter meer vrouwen in de sportgroep en de vaders van de sporters (maar niet de moeders) hadden minder vaak overgewicht. Sporters schatten de ernst van het overgewichtprobleem groter in dan niet sporters. Wat betreft barrières om te gaan sporten was er geen verschil in schaamte en de inschatting van de eigen sportiviteit. Wel had de sportgroep minder vrees voor letsel en zag vaker gezondheidsvoordelen van sporten. Verder schreven deelnemers uit de sportgroep overgewicht minder vaak toe aan lichamelijke of erfelijke oorzaken en was men optimistischer over de prognose van het overgewicht. Er waren nauwelijks verschillen in lichamelijke klachten en kwaliteit van leven tussen beide groepen. Conclusie: Passend in het gezondheidsattitude model, 1) ervaren sporters meer dreiging (ze ervaren hun overgewicht als een groter gezondheidsprobleem), 2) zien sporters meer gezondheidsvoordelen van lichaamsbeweging, 3) ervaren zij minder barrières (angst voor letsel, pessimistische cognities over de prognose en de overtuiging dat overgewicht vooral door lichamelijke factoren bepaald wordt), maar 4) vormen fysieke klachten geen belangrijke motiverende factor voor mensen die nog geen grote gezondheidsproblemen ervaren. Zowel bij individuele contacten als in voorlichtingscampagnes waarbij mensen met overgewicht worden gestimuleerd om meer te gaan bewegen, is het belangrijk deze factoren te herkennen, bespreekbaar te maken en te behandelen zodat de instroom in sportgroepen wordt bevorderd.
DOCUMENT
Beyond Horizons: the future of applied research in Europa Situational Awareness for health and safety
MULTIFILE
Wad & Zoo is een attractie over het natuurlijke leven in de Eems, van bron tot Wad en Noordzee. Oorspronkelijk was de gedachte dat deze attractie in Delfzijl zou komen, maar hij is nu gepland bij de veerboot naar Borkum in de Eemshaven.Marklinq is door het Bestuur van de Stichting Wad & Zoo gevraagd een prognose te maken van het aantal bezoekers en de bestedingen van deze bezoekers voor het nieuwe concept in de Eemshaven. Er zijn drie onderzoekslijnen gevolgd: een enquête onder Borkumgangers, een herijking van een prognose (door Twijnstra & Gudde) van een eerder plan van Wad & Zoo voor Delfzijl en ten slotte zijn enkele interviews met experts en adviseurs gehouden.Dit rapport bevat de eindrapportage met de prognose.
DOCUMENT
Within the Flexnode Plus project the long-term degradation characteristics of a proton exchange membrane (PEM) electrolyzer (5.5 kW, AC, 1 Nm3/h H2) and fuel cell (1.0 kW, DC, 0.9 Nm3/h) was experimentally tested. The electrolyzer unit was operated at various loads and pressures for approximately 750 hours in total, while the fuel cell was operated at a constant load of 1 Ω resistance for approximately 1120 hours in total. The efficiency of the hydrogen production in the electrolyzer and the electricity production in the fuel cell was expressed using the hourly average system efficiency and average cell efficiency. Inorder to predict the state of health and remaining lifetime of the electrolyzer cell and fuel cell, the decay of the cell voltage over time was monitored and the direct mapping from aging data method was used.The electrolyzer cell showed a stable cell voltage and cell efficiency in the studied time period, with an average cell voltage decay rate of 0.5 μV/h. The average cell voltage of the fuel cell dropped with a rate of 2 μV/h during the studied time period.
DOCUMENT
Wereldwijd vergrijst de bevolking in een rap tempo. Wanneer we naar Nederland kijken, dan is de prognose dat binnen 25 jaar een kwart van de bevolking zal bestaan uit 65-plussers. Nieuwe technologie kan het leven van deze ouderen een stuk aangenamer maken, maar technologie kan ook ingewikkeld zijn, en zorgen voor ongemak. Tegenwoordig wordt er veel verwacht van technologie als hulpmiddel om ouderen te helpen bij het zelfstandig wonen. Maar wat zorgt er nu voor dat een ouder iemand technologie in huis neemt of krijgt? En wat zorgt ervoor dat hij of zij technologie wil en kan gebruiken? In dit document wordt de laatste wetenschappelijke kennis op dit vlak op een toegankelijke manier besproken.
DOCUMENT
Background: Due to the globally increasing demand for care, innovation is important to maintain quality, safety, effectiveness, patient sensitivity, and outcome orientation. Health care technologies could be a solution to innovate, maintain, or improve the quality of care and simultaneously decrease nurses’ workload. Currently, nurses are rarely involved in the design of health care technologies, mostly due to time constraints with clinical nursing responsibilities and limited exposure to technology and design disciplines. To ensure that health care technologies fit into nurses’ core and routine practice, nurses should be actively involved in the design process. Objective: The aim of the present study was to explore the main requirements for nurses’ active participation in the design of health care technologies. Design: An exploratory descriptive qualitative design was used which helps to both understand and describe a phenomenon. Participants: Twelve nurses from three academic hospitals in the Netherlands participated in this study. Method: Data were collected from semistructured interviews with hospital nurses experienced in design programs and thematically analysed. Results: Four themes were identified concerning the main requirements for nurses to participate in the design of health care technologies: (1) nurses’ motivations to participate, (2) the process of technology development, (3) required competence to participate (such as assertiveness, creative thinking, problem solving skills), and (4) facilitating and organizing nurses’ participation. Conclusion: Nurses experience their involvement in the design process as essential, distinctive, and meaningful but experience few possibilities to combine this work with their current workload, flows, routines, and requirements. To participate in the design of health care technologies nurses need motivation and specific competencies. Organizations should facilitate time for nurses to acquire the required competencies and to be intentionally involved in technology design and development activities.
DOCUMENT