Iedere vier jaar maakt de provincie nieuwe prognoses van de ruimtebehoefte aan bedrijventerreinen en kantorenlocaties. Deze prognoses zijn richtinggevend voor het maken van nieuwe regionale afspraken over de vraaggerichte ontwikkeling van werklocaties. Ook voor het Brabantse bedrijfsleven, onderwijs en gemeenten zijn deze prognoses daarom belangrijk. Dit jaar is voor het eerst met een koopstromenonderzoek ook de vraag naar winkelgebieden in de Brabantse regio’s in beeld gebracht. In deze uitgave treft u vanuit verschillende perspectieven de belangrijkste bevindingen uit de onderzoeken aan.
LINK
Gemeenten lopen grote financiële risico’s bij de ontwikkeling van nieuwe woonwijken en bedrijventerreinen. Uit onderzoek van Saxion Hogeschool in Enschede in samenwerking met DHV naar vijf gemeenten in Twente blijkt dat de verschillende afdelingen niet goed samenwerken. Bovendien gaan de gemeenten vaak uit van onrealistische prognoses voor de vraag naar nieuwe woningen en bedrijven. Hierdoor lopen ze het risico dat ze grond aankopen, die uiteindelijk nooit wordt ontwikkeld, meent Marloes Wiefferink.
MULTIFILE
In het dagelijks leven hebben we voortdurend met verschillende plastics te maken. Overal om ons heen komen we plastics tegen. Denk bijvoorbeeld aan verpakkingsmaterialen, flessen, flacons, kratten, tapijten en plastic draagtassen. Een leven zonder kunststoffen is in onze huidige maatschappij vrijwel ondenkbaar geworden. In 2014 werd er volgens Plastics Europe [1] wereldwijd maar liefst 311.000.000 ton aan kunststoffen geproduceerd, in 1950 was dit nog slechts 1.700.000 ton. Vanaf 1950 stijgt de wereldwijde productie van kunststoffen met gemiddeld 9% per jaar. Bij de huidige productiecapaciteit komt dit volgens Plastics Europe neer op gemiddeld 40 kg/jaar per hoofd van de wereldbevolking! Naar verwachting zal het gebruik van plastics verder toenemen naar gemiddeld 87 kg/jaar per hoofd van de wereldbevolking in het jaar 2050. In Nederland ligt het verbruik momenteel op gemiddeld 126 kg per inwoner. Maar volgens prognoses van VLEEM (Very Long Term Energy Environment Model) [2] zal dit groeien naar gemiddeld 220 kg per inwoner in 2050!! De toenemende vraag naar plastics wordt mede veroorzaakt omdat plastics op zich een gemakkelijk te verwerken materiaal is. Plastics zijn relatief goedkoop, hebben een lage specifieke dichtheid (t.o.v. bijvoorbeeld metalen), en zijn snel en gemakkelijk verwerkbaar.
DOCUMENT
Meisjes en vrouwen vormen een onbenut potentieel voor ict-opleidingen en -functies. De instroompercentages van vrouwelijke studenten verschillen per type ict-opleiding, maar is gemiddeld laag. Ook in vergelijking met andere (Europese) landen blijft Nederland achter wat betreft de participatie van vrouwen in ict. De relatieve afwezigheid van meisje en vrouwen in ict in Nederland was altijd al opvallend, maar vormt in deze tijd een steeds urgenter economisch probleem. De prognoses laten zien dat er binnen enkele jaren weer een groot tekort aan ict'ers is. Dat tekort vormt een bedreiging voor de Nederlandse ambitie om een sterke kenniseconomie te worden en om te behoren tot de Europese voorhoede op het terrein van onderwijs, onderzoek en innovatie. Nu de overheid, werkgevers en het onderwijs de handen ineen slaan om wezenlijke veranderingen in het onderwijs en op de arbeidsmarkt door te voeren om het negatieve imago van ict te doorbreken, is het zaak dat het genderperspectief hierbij vanaf het begin wordt meegenomen. Immers, alleen wanneer de vernieuwingen ook oog hebben voor en rekening houden met relevante verschillen tussen meisjes en jongens, zullen er meer meisjes gaan instromen in ict-opleidingen. Zo niet, dan richt het beleid zich als vanzelf op de grootste gemene deler, en in de ict-opleidingen en -functies zijn dat jongens en mannen. Voor meisjes en vrouwen is dat beleid dan niet of veel minder effectief. In de afgelopen jaren is veel kennis met betrekking tot 'meisjes/vrouwen en ict' ontwikkeld. Er waren pilots en projecten in Nederland, maar ook experimenten in het buitenland. In dit startdocument passeren veel van deze inzichten de revue.
DOCUMENT
PowerPointpresentatie gebruikt bij een workshop gehouden op het MiniSymposium Agroforestry en Notenteelt op 18 mei 2022, op hogeschool Van Hall Larenstein te Velp.
DOCUMENT
Het functioneren van binnensteden wordt vaak afgemeten aan de mate van winkelleegstand. Maar ze blijken veel bredere en grotere economische motoren dan gedacht. 'De binnensteden van Den Bosch en Eindhoven leveren elk twintigduizend banen op. Dat is beduidend meer dan waar ik zelf rekening mee hield. Maar ook in een willekeurige middelgrote gemeente praat je al snel over tweeduizend banen voor alle lagen van de bevolking.' Aldus reageert lector ondernemende regio Cees-Jan Pen van Fontys Hogescholen op het (vrijwel) eerste grote onderzoek naar het economisch functioneren van Nederlandse binnensteden. Daarvoor nam Bureau Louter 81 stadscentra onder de loep. In totaal blijkt bijna één op de vijf banen (18 procent) binnen stedelijke gebieden in de binnenstad gelokaliseerd. Binnensteden zijn goed voor 11 procent van het totale aantal banen in Nederland. Een 'eyeopener', volgens de bij het onderzoek betrokken Pen. 'Lokaal wordt nog weleens getwijfeld waarom er miljoenen worden geïnvesteerd in de binnenstad. Dat antwoord is simpel. Het gaat gewoon om veel banen.'
LINK
Presentatie over Utrecht Klimaatneutraal in 2040
DOCUMENT
Background: Follow‑up of curatively treated primary breast cancer patients consists of surveillance and aftercare and is currently mostly the same for all patients. A more personalized approach, based on patients’ individual risk of recurrence and personal needs and preferences, may reduce patient burden and reduce (healthcare) costs. The NABOR study will examine the (cost‑)effectiveness of personalized surveillance (PSP) and personalized aftercare plans (PAP) on patient‑reported cancer worry, self‑rated and overall quality of life and (cost‑)effectiveness. Methods: A prospective multicenter multiple interrupted time series (MITs) design is being used. In this design, 10 participating hospitals will be observed for a period of eighteen months, while they ‑stepwise‑ will transit from care as usual to PSPs and PAPs. The PSP contains decisions on the surveillance trajectory based on individual risks and needs, assessed with the ‘Breast Cancer Surveillance Decision Aid’ including the INFLUENCE prediction tool. The PAP contains decisions on the aftercare trajectory based on individual needs and preferences and available care resources, which decision‑making is supported by a patient decision aid. Patients are non‑metastasized female primary breast cancer patients (N= 1040) who are curatively treated and start follow‑up care. Patient reported outcomes will be measured at five points in time during two years of follow‑up care (starting about one year after treatment and every six months thereafter). In addition, data on diagnostics and hospital visits from patients’ Electronical Health Records (EHR) will be gathered. Primary outcomes are patient‑reported cancer worry (Cancer Worry Scale) and over‑all quality of life (as assessed with EQ‑VAS score). Secondary outcomes include health care costs and resource use, health‑related quality of life (as measured with EQ5D‑5L/SF‑12/EORTC‑QLQ‑C30), risk perception, shared decision‑making, patient satisfaction, societal participation, and cost‑effectiveness. Next, the uptake and appreciation of personalized plans and patients’ experiences of their decision‑making process will be evaluated. Discussion: This study will contribute to insight in the (cost‑)effectiveness of personalized follow‑up care and contributes to development of uniform evidence‑based guidelines, stimulating sustainable implementation of personalized surveillance and aftercare plans. Trial registration: Study sponsor: ZonMw. Retrospectively registered at ClinicalTrials.gov (2023), ID: NCT05975437.
MULTIFILE
Het afschieten door de rechter van de avondklok kon ook opgevat worden als een belangrijk signaal, betoogt Jean- Pierre Wilken. Een keerpunt om eens goed na te denken over de consequenties voor ons sociaal verkeer.
LINK