Het lectoraat Teaching, Learning & Technology onderzoekt de didactische inzet van technologie in leerprocessen. Hierbij kijkt het lectoraat naar thema’s als flexibilisering, gepersonaliseerd leren, activerende didactiek en de effecten van de inzet van technologie in de onderwijspraktijk en dan met name het hoger beroepsonderwijs. Wat tot op heden nog niet was onderzocht was of eerder uitgevoerd onderzoek een aantoonbare impact heeft gehad op de onderwijspraktijk. Dit onderzoek is de eerste fase in het inzichtelijk maken van de impact van onderzoek dat het lectoraat Teaching, Learning & Technology (TLT) van hogeschool Inholland heeft uitgevoerd. Er is daarbij gekeken naar onderzoek in de periode 2010 – 2021. De doelstelling is weer te geven hoe in eerder onderzoek beïnvloedbare impactfactoren zijn vormgegeven. Op basis van deze beschrijving kunnen wellicht aanbevelingen worden gedaan aan het lectoraat waarmee de impact van door hen uitgevoerd onderzoek in relatie tot deze factoren, vergroot kan worden. De onderzoeksvraag is: Hoe beschrijven belanghebbenden de impact van door het lectoraat Teaching, Learning & Technology uitgevoerd onderzoek in relatie tot de beïnvloedbare impactfactoren aangaande het onderzoek, de disseminatie en de (ervaren) gebruikswaarde? Voor het beantwoorden van deze onderzoeksvraag maakten we gebruik van een convergent mixed methods design, waarbij een nieuw conceptueel model als basis diende voor de analyse van data uit het praktijkonderzoek. Daarbij hebben we drie typen data verzameld, namelijk een kwalitatieve documentanalyse (N=31), een survey (N=6) en semi-gestructureerde interviews met participanten van de survey (N=4). Uit het onderzoek bleek dat belanghebbenden vooral de onderzoeker aanwijzen als primaire bron van impact. Impact begint en eindigt bij de onderzoeker, vooral in de mate waarin die zich inzet om het onderzoek relevant te maken en te laten aansluiten op vragen vanuit de onderwijspraktijk. Ten aanzien van de wijze waarop impact in toekomstig onderzoek kan worden bewerkstelligd, benoemen we een aantal aandachtspunten. Deze aanbevelingen zijn vooral gericht op de wijze waarop onderzoekers van het lectoraat gestructureerd aandacht kunnen besteden aan de vormgeving van de samenwerking en aan het concreet in beeld brengen van verwachtingen en beoogde impact in een vroegtijdig stadium.
DOCUMENT
Met de haalbaarheidsstudie willen aanvragers de werking en functionaliteiten van een nieuw coachingsprogramma ‘In Control’ voor medewerkers toetsen. Het coachingsprogramma is een compleet jaarplan dat focust op duurzame gedragsverandering door een gebruiksvriendelijke app, verandering op basis van 24 gewoontes en online-begeleiding. Door efficiënte progressie registratie binnen de app, is het mogelijk om grote groepen werknemers te coachen. Werkgevers worden hiermee ontzorgd op het gebied van duurzame inzetbaarheid en hoeven zich niet bezig te houden met privézaken van werknemers. Bij het toetsen is feedback omtrent werking en functionaliteiten van cruciaal belang om het programma perfect te laten aansluiten bij de marktvraag.
Copiloot voor COPD is een app voor mensen met COPD die hen ondersteunt bij zelfmanagement. Copiloot helpt hen symptomen te monitoren en verandering te signaleren. Met een persoonlijk longaanval-actieplan worden zij geholpen bij het nemen van de juiste beslissing op het juiste moment: learning by doing.
Met dit project ‘Directions’ wordt beoogd om het visueel functioneren van mensen die leven met dementie, te optimaliseren. Allereerst door oogzorg op maat te kunnen aanbieden in de thuis omgeving. Slecht of slechter zicht wordt gezien als een risico factor voor progressie van dementie. Slechter zicht kan zorgen voor sociale isolement, vermindering van het uitvoeren van dagelijkste activiteiten als het verhogen van risico op vallen. Dit onderzoek heeft als eerste focus de mensen met de ziekte van Alzheimer.