The promotor was Prof. Erik Jan Hultink and copromotors Dr Ellis van den Hende en Dr R. van der Lugt. The title of this dissertation is Armchair travelling the innovation journey. ‘Armchair travelling’ is an expression for travelling to another place, in the comfort of one’s own place. ‘The innovation journey’ is the metaphor Van de Ven and colleagues (1999) have used for travelling the uncharted river of innovation, the highly unpredictable and uncontrollable process of innovation. This research study began with a brief remark from an innovation project leader who sighed after a long and rough journey: ‘had I known this ahead of time…’. From wondering ‘what could he have known ahead of time?’ the immediate question arose: how do such innovation journeys develop? How do other innovation project leaders lead the innovation journey? And could I find examples of studies about these experiences from an innovation project leader’s perspective that could have helped the sighing innovation project leader to have known at least some of the challenges ahead of time? This dissertation is the result of that quest, as we do know relatively little how this process of the innovation project leader unfolds over time. The aim of this study is to increase our understanding of how innovation project leaders lead their innovation journeys over time, and to capture those experiences that could be a source for others to learn from and to be better prepared. This research project takes a process approach. Such an approach is different from a variance study. Process thinking takes into account how and why things – people, organizations, strategies, environments – change, act and evolve over time, expressed by Andrew Pettigrew (1992, p.10) as catching “reality in flight”.
MULTIFILE
In elke organisatie zijn er krachten en invloeden werkzaam, waardoor de organisatie neigt naar aannemen van grote en complexe projecten. Door bewust te kiezen voor eenvoud is veel geld te besparen. Do as much nothing as possible, stelt Dick Markvoort.
MULTIFILE
Dit artikel beschrijft onderzoek naar de rol die Enterprise Architectuur kan hebben bij het verduurzamen van een organisatie van hoger onderwijs. Hierbij zijn de volgende producten opgeleverd: - Een overzicht van relevante literatuur met betrekking tot Enterprise Architectuur en Duurzaamheid. - Een overzicht van de rol die Enterprise Architectuur speelt in geselecteerde organisaties en instellingen voor Hoger Onderwijs. - Een validatie van de beschreven ‘best practices’. - Lesmateriaal over de rol van Enterprise Architectuur en Duurzaamheid. Uit het onderzoek blijkt dat de rol van Enterprise Architectuur bij het behalen van duurzaamheidsdoelstellingen op dit ogenblik nog gering is. Wel zien de geïnterviewde architecten en duurzaamheidscoördinatoren op termijn een grotere rol weggelegd voor Enterprise Architectuur.
DOCUMENT
This research evaluates how Project-Based Learning (PBL) is implemented in the Innovative Design program that is taught at The Hague University of Applied Sciences. This paper offers insights about the way students and teachers experience PBL within this program, and how the implementation can be improved according to previous research in this field. By studying relevant literature, a list of important (organizational and didactical) factors regarding the implementation of PBL is created. Questionnaires investigating these factors are then circulated among the teachers and students of the program. The results of the questionnaires are analyzed against guidelines provided in the literature. Based on this comparison, recommendations for the improvement of the PBL approach within the program are provided. The analysis shows that the program offers meaningful projects, and the students are properly prepared to collaborate. Nevertheless, the analysis also shows that the program still has room for improvement. The assessment methods are still unrefined, the students experience time-pressure while working on their projects, and the teachers can benefit from additional training to be better prepared for teaching in a PBL environment. Fortunately, the teachers indicate willingness to learn new PBL specific teaching skills. https://nl.linkedin.com/in/haniers
MULTIFILE
Hierbij presenteren we u een onderzoek dat is gedaan in opdracht van Vak & Werk Rijnmond te Rotterdam. In de Rotterdamse Deelgemeente Kralingen-Crooswijk voert deze organisatie een bijzonder project uit voor mensen die langdurig en zonder veel perspectief zijn aangewezen op een uitkering krachtens de Wet Werk en Bijstand. Onder de naam Buurtactiveringscoach wordt gedurende een bepaalde periode intensieve ondersteuning aangeboden aan deze cliënten. We hebben onderzocht wat de effecten zijn van deze aanpak.
DOCUMENT
Hoofdstuk 8 in Schakels in de buurt. In dit hoofdstuk gaan we in op de voorwaarden die op organisatie- en beleidsniveau van belang zijn om een wijkgerichte aanpak van zorg en welzijn te realiseren
DOCUMENT
Wij zijn onderdeel van de Europese Unie (EU), en het Europese speelveld is een dynamische waar je als gemeente- of provincieambtenaar veel kunt halen (en brengen) voor jouw organisatie. Terwijl een heel groot deel van Europese wet- en regelgeving impact heeft op de medeoverheden (denk aan regelgeving over schone lucht, bodem, water, digitalisering), biedt de weg naar Brussel ook kansen voor beleidsbeïnvloeding, netwerken, profileren van je gemeente of provincie en financieringsmogelijkheden ten behoeve van lokale en regionale uitdagingen. Denk aan leren van collega’s uit andere Europese steden en regio’s over hoe zij omgaan met thema’s als wateroverlast, digitale inclusie en woningnood, en Europese financieringskansen voor een innovatieve aanpak om met de gevolgen van klimaat om te gaan. Hoewel jij als (toekomstig) EU-expert binnen je organisatie het belang van investeren in de EU inziet, kan het zijn dat jouw organisatie (nog) niet goed toegerust is op het verzilveren van Europese kansen.
DOCUMENT
Het kennispunt Gelijke Kansen, Diversiteit en Inclusie (GKDI) van de MBO Raad is in 2021 gestart met Project 8, waarbij het kennispunt acht mbo scholen ondersteunde bij het maken, uitvoeren en evalueren van een integrale aanpak voor hun vraagstukken op het gebied van gelijke kansen, diversiteit en inclusie. De ondersteuning werd geboden in de vorm van advisering, coaching en expertise en een financiële ondersteuning van 25.000 Euro. Scholen konden zelf beslissen hoe ze de gelden zouden besteden (bijvoorbeeld in uren voor het actieteam). Scholen waren geacht om ook 25.000 Euro te investeren, ook hier waren ze vrij in de invulling van de besteding. Het doel van Project 8 was dat deelnemende scholen zich een aanpak eigen maken die hen ondersteunt bij het duurzaam bevorderen van gelijke kansen, diversiteit en inclusie op hun school. Met andere woorden, het project richtte zich op het aanleren van een methodiek die op elk vraagstuk met betrekking tot dit thema kan worden toegepast. Het accent lag dus nadrukkelijk niet op het vinden van snelle oplossingen voor urgente problemen met betrekking tot gelijke kansen, diversiteit en inclusie (GKDI), maar op het professionaliseren van de actieteams. Het doel was om hen in staat te stellen voortdurend te werken aan het creëren van een inclusieve leer- en werkomgeving.
DOCUMENT
Onderzoek naar belangrijkste business trends, die door onze stakeholders worden gezien. Duurzaamheid in al zijn facetten en digitalisering zijn de significante ontwikkelingen in het economisch domein, met grote gevolgen voor organisatie en werk, zo blijkt uit ons onderzoek.
DOCUMENT
Moet ons leesonderwijs ons zorgen maken? Er is sprake van een dalende trend in gemiddelde leesvaardigheid van onze leerlingen. Het percentage laaggeletterden in Nederland daalt niet: ruim 14 procent van de vijftien jarigen is onvoldoende leesvaardig om het onderwijs op de middelbare school goed te kunnen volgen. Op het gebied van leesmotivatie vallen de scores van onze leerlingen in internationale context negatief op. Onze kinderen hebben dus in toenemende mate moeite met lezen en vinden lezen ook niet leuk. En dat terwijl we allemaal weten dat je alleen maar goed leert lezen door veel te lezen. En veel lezen doe je alleen maar wanneer je gemotiveerd bent om een boek te pakken. In ons onderwijs is er echter nauwelijks aandacht voor de rol van motivatie bij het leren lezen. In plaats daarvan wordt heel veel aandacht geschonken aan de technische aspecten van het leren lezen. Ook kan geconstateerd worden dat veel activiteiten uit de beschikbare methodes niet bijdragen aan het leesproces zelf. In veel methodes voor aanvankelijk lezen zijn in de werkboekjes veel taken opgenomen die niet leiden tot het leren lezen. Ze kosten wel leertijd en kinderen komen dan pas later dan strikt noodzakelijk is toe aan de motiverende ervaring van het echte lezen in boekjes. In de voortgezet leesmethodes gaat veel aandacht uit naar het lezen van losse woordrijtjes. Dit gaat ten koste van waar het bij vloeiend lezen om gaat: het lezen van tekst. Zwakke lezers komen hier nauwelijks aan toe. In het LIST-project is een andere koers ingeslagen door te werken vanuit het betrokkenheidperspectief van het lezen. Bij het voorbereidend en aanvankelijk lezen wordt gezorgd voor dagelijks terugkerende instructieblokken waarin van begin af aan aandacht is voor een scala aan activiteiten die betrekking hebben op lezen én schrijven in een functionele context. Bij aanvankelijk lezen wordt gewerkt met een programma waarin naast instructie van letters en leeshandeling, van het begin af aan functionele en motiverende lees- en schrijfactiviteiten onderdeel uitmaken. Uit de methode wordt alleen gebruikt wat ten dienste staat van het leren lezen. Vloeiend lezen wordt in het project bereikt door de leerlingen veel leeftijdsadequate boeken te laten lezen. Er wordt dus geen methode gebruikt. Deze boeken worden door de kinderen zelf gekozen. Leerkrachten ondersteunen de kinderen bij dit keuzeproces en bij het ontwikkelen van de eigen leesvoorkeur. Het resultaat is, dat aan het eind van de basisschool minder dan 1 procent van de kinderen met een onvoldoende leesniveau de school verlaat.
DOCUMENT