In deze rapportage worden de bevindingen gepresenteerd van een studie naar de huidige en toekomstige focus van de toeristisch-recreatieve beleidskaders en samenwerkingsmogelijkheden van Emsland-Drenthe.
DOCUMENT
Onderzoek in opdracht van de provincie Drenthe waarbij de huidige economische impact van de hippische sector in kaart gebracht wordt, maar ook de toekomstige potentie onderzocht wordt.I.s.m. de Hogeschool Arnhem Nijmegen en de BMC Advies
DOCUMENT
Het door de provincie Drenthe gewenste resultaat van het haalbaarheidsonderzoek is een antwoord op de vraag ‘of het wenselijk en haalbaar is dat de Ronde van Drenthe doorontwikkelt tot een topevenement .’ Het haalbaarheidsonderzoek heeft als doel input te leveren voor besluitvorming binnen de provincie Drenthe met betrekking tot de toekomstige strategie, opzet, organisatie en financiering van de Ronde van Drenthe. Hiervoor worden concrete aanbevelingen gedaan.
DOCUMENT
De Provincie Utrecht wil inzicht krijgen in de beleving en waardering van de culturele profilering van streken en gemeenten en de bekendheid en publiekswaardering van culturele voorzieningen en erfgoedlocaties. Zij heeft de Hogeschool Utrecht opdracht gegeven hier onderzoek naar te doen. Dit rapport geeft antwoord op de vraag: Welke inzichten leveren relevante cultuuronderzoeken om helderheid te krijgen in de bekendheid en waardering van culturele voorzieningen en erfgoedlocaties en de culturele profilering van streken en gemeenten?
DOCUMENT
Dit project draagt bij aan het versterken van “de kennisketen van de Drentse vrijetijdseconomie”. De kennisketen wordt onder meer gevormd door kennisinstellingen, brancheverenigingen, overheden, bancaire instellingen, ondernemers en loopt van vergaren en verzamelen van data en kennis tot het ontsluiten ervan naar gebruikers. Het project beoogd de volgende doelen: Inventarisatie van het data-aanbod in Drenthe bij diverse partijen Inventarisatie van hoe partijen in het domein VTE de data-behoefte prioriteren. Input leveren voor de verdere uitbouw van de kennisketen in de context van Leisure Valley Drenthe.
DOCUMENT
Hoofdstuk in het brancherapport 'Sportevenementen in Nederland'. Case study van de Vuelta start in Drenthe in 2009. Hierbij wordt zowel het proces als de effecten van het evenement op de provincie Drenthe geanalyseerd.
DOCUMENT
Waarom zou je als provincie of gemeente actief zijn in Brussel? Volgens Tjisse Stelpstra, gedeputeerde bij de provincie Drenthe en actief in het Europese Comité van de Regio’s, word je in Brussel “snel bewust dat we niet alles zelf in dit land kunnen oplossen.” Tijdens het gesprek zoomen we in op de energietransitie en circulaire economie, twee onderwerpen waar Drenthe een belangrijke rol speelt op Europees niveau.
MULTIFILE
Zowel Europees als landelijk zijn doelstellingen geformuleerd om het gebruik en emissie van bestrijdingsmiddelen te reduceren. Zo bestaat vanuit de Green Deal van de Europese Unie de visie dat de inzet van chemische bestrijdingsmiddelen in de landbouw met 50% wordt verminderd in 2030 De provincie Fryslân ondersteunt deze visie en wil de vermindering van het gebruik van bestrijdingsmiddelen faciliteren. De provincie heeft hogeschool Van Hall Larenstein en CLM Onderzoek en advies BV gevraagd om via onderzoek een strategisch advies op te stellen m.b.t. handelingsperspectief van de provincie om het middelengebruik, en daarmee de emissie, terug te dringen. Ten behoeve van dat advies is in deze studie allereerst is het huidige gebruik van bestrijdingsmiddelen door verschillende groepen (landbouw, hoveniers, particulieren, overheden, Prorail) in Fryslân geïnventariseerd. Ook is gekeken naar de effecten van het middelengebruik op het milieu, met name de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. Vervolgens is geïnventariseerd welke mogelijkheden er zijn om het gebruik te reduceren en wat het draagvlak van deze alternatieve maatregelen is bij met name vertegenwoordigers uit de landbouw. Daarnaast is een overzicht gemaakt van ontwikkelingen in monitoring en onderzoek, ten behoeve van (toekomstig) zicht op (trends in) gebruik en emissie. Op grond van de resultaten zijn tenslotte kansrijke handelingsperspectieven voor de provincie beschreven om het middelengebruik bij verschillende doelgroepen terug te dringen. Hierbij zijn wederom de verschillende gebruikersgroepen onderscheiden: overheden, de land- en tuinbouw, (hoveniers)bedrijven, (groot)grondbezitters en particulieren.
DOCUMENT
De Trêveszaal op het Binnenhof, waar wekelijks de ministerraad plaatsvindt, ontleent zijn naam aan het Twaalfjarig Bestand tussen de Spaanse bezetter en vertegenwoordigers van Groningen, Friesland, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Holland, Zeeland en Drenthe. Inderdaad: de Republiek van Zeven Provinciën. Een lange, drukke straat achter de gebouwen van het Europees Parlement in Brussel is vernoemd naar hetzelfde bestand. In die Rue de Trier huist het Huis van de Nederlandse Provincies. Wat doen die daar, wat is de relatie met het Binnenhof, en wat moet u daarmee voor 15 maart?
MULTIFILE
Medewerkers van provincies krijgen in hun werk veelal te maken met agressie en geweld door externen. Voor provincies is het van belang om de ervaringen met agressie en geweld te registreren zodat op organisatieniveau een beeld verkregen wordt van de aard en omvang van agressie. De verkregen inzichten kunnen worden benut bij het maken van beleid. Ondanks de bekendheid die provincies aan het melden van agressie geven, worden er weinig meldingen van agressie bij de leidinggevende gedaan en worden er weinig meldingen geregistreerd. De vraag van het A&O-fonds, die speciaal voor dit doeleinde het Provinciaal Agressie Registratiesysteem (PAR) ontwikkeld heeft, is waarom er weinig meldingen en registraties worden gedaan. Van een ideale situatie zou sprake zijn, wanneer men uit zou kunnen gaan van de vooronderstelling “geen bericht, goed bericht”. In dat geval zouden alle agressie-incidenten worden gemeld en zou een gering aantal meldingen en registraties betekenen dat er weinig agressie voorkomt. Uit eerder onderzoek blijkt dat dit uitgangspunt niet op gaat en dat er sprake is van onder-registratie als gevolg van een geringe meldingsbereidheid. Een vraag is dan ook hoe de bereidheid om incidenten te melden bevorderd kan worden. Om in kaart te brengen waarom medewerkers wel of niet melden, en om er achter te komen hoe de meldingsbereidheid bevorderd kan worden, is bij de provincie Groningen en Drenthe een internet-enquête gehouden onder medewerkers en leidinggevenden van afdelingen die in contact komen met externen. Vervolgens zijn er in beide provincies interviews met medewerkers en leidinggevenden afgenomen.
DOCUMENT