Interview door Margaret Chotkowski en Jeanette van der Does, onderzoekers bij de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De Inspectie SZW is momenteel bezig met een verkenning naar de problematiek van psychosociale arbeidsbelasting (PSA) bij werkende mantelzorgers en de rol van werkgevers. Wat (kunnen) zij doen aan de preventie van de problemen door PSA bij deze groep werknemers? Bij PSA gaat het om werkdruk en ongewenste omgangsvormen zoals (seksuele)intimidatie, pesten en discriminatie, zowel door de collega’s en leidinggevende als door bijvoorbeeld klanten.Het lectoraag Gezondheid en Bewegen voert binnen het Topfit project onderzoek uit naar werkende mantelzorgers.
MULTIFILE
We thank the authors Hayden and Glenn for commenting on our paper ‘The introduction of a nursing guideline on depression at psychogeriatric nursing home wards: Effects on Certified Nurse Assistants’, which was published in the International Journal of Nursing Studies (Verkaik et al., 2011). In our paper we conclude that the introduction of the nursing guideline ‘Depression in dementia’ had a positive, though small, significant effect on the perceived professional autonomy of Certified Nurse Assistants. We found that effects could probably be enlarged if non-Certified Nurse Assistants and nursing helpers were also trained, and managers paid more attention to the necessary conditions for successful introduction.
MULTIFILE
An important step in the design of an effective educational game is the formulation of the to-be-achieved learning goals. The learning goals help shape the content and the flow of the entire game, i.e. they provide the basis for choosing the game’s core (learning) mechanics. A mistake in the formulation of the learning goals or the resulting choice in game mechanics can have large consequences, as the game may not lead to the intended effects. At the moment, there are many different methods for determining the learning goals; they may be derived by a domain expert, based on large collections of real-life data, or, alternatively, not be based on anything in particular. Methods for determining the right game mechanics range from rigid taxonomies, loose brainstorming sessions, to, again, not any method in particular. We believe that for the field of educational game design to mature, there is a need for a more uniform approach to establishing the learning goals and translating them into relevant and effective game activities. This paper explores two existing, non-game design specific, methods to help determine learning goals and the subsequent core mechanics: the first is through a Cognitive Task Analysis (CTA), which can be used to analyse and formalize the problem and the knowledge, skills, attitudes that it is comprised of, and the second is through the Four Components Instructional Design (4C-ID), which can be used to determine how the task should be integrated into an educational learning environment. Our goal is to see whether these two methods provide the uniform approach we need. This paper gives an overview of our experiences with these methods and provides guidelines for other researchers on how these methods could be used in the educational game design process.
DOCUMENT
Background: Functional Capacity (FC) is a multidimensional construct within the activity domain of the International Classification of Functioning, Disability and Health framework (ICF). Functional capacity evaluations (FCEs) are assessments of work-related FC. The extent to which these work-related FC tests are associated to bio-, psycho-, or social factors is unknown. The aims of this study were to test relationships between FC tests and other ICF factors in a sample of healthy workers, and to determine the amount of statistical variance in FC tests that can be explained by these factors. Methods: A cross sectional study. The sample was comprised of 403 healthy workers who completed material handling FC tests (lifting low, overhead lifting, and carrying) and static work FC tests (overhead working and standing forward bend). The explainable variables were; six muscle strength tests; aerobic capacity test; and questionnaires regarding personal factors (age, gender, body height, body weight, and education), psychological factors (mental health, vitality, and general health perceptions), and social factors (perception of work, physical workloads, sport-, leisure time-, and work-index). A priori construct validity hypotheses were formulated and analyzed by means of correlation coefficients and regression analyses. Results: Moderate correlations were detected between material handling FC tests and muscle strength, gender, body weight, and body height. As for static work FC tests; overhead working correlated fair with aerobic capacity and handgrip strength, and low with the sport-index and perception of work. For standing forward bend FC test, all hypotheses were rejected. The regression model revealed that 61% to 62% of material handling FC tests were explained by physical factors. Five to 15% of static work FC tests were explained by physical and social factors. Conclusions: The current study revealed that, in a sample of healthy workers, material handling FC tests were related to physical factors but not to the psychosocial factors measured in this study. The construct of static work FC tests remained largely unexplained.
LINK
Het verzuim en de instroom in de WIA als gevolg van een psychische aandoening zijn hoog. Dat komt niet alleen door de aandoening, maar ook doordat werknemers met een psychische aandoening daar vaak niet open over durven te zijn. Ze zijn bijvoorbeeld bang dat collega’s en leidinggevenden hen buitensluiten of dat ze hun baan verliezen, als bekend wordt wat er aan de hand is. Deze angst is terecht want er bestaan veel vooroordelen over werken met een psychische aandoening en er is sprake van stigmatisering. Het gevolg van niet-open erover zijn is echter dat de werkgever er ook geen rekening mee kan houden. Veel medewerkers met een psychische aandoening staan er daardoor alleen voor, lopen op hun tenen of gaan onderpresteren. Eventuele klachten worden daardoor erger. Werkgevers en HR-professionals kunnen daar wat aan doen. In dit artikel bespreken Aukje Smit, Dorien Verhoeven en Tinka van Vuuren de vooroordelen, de benodigde maatregelen en de strategieën om werkgevers (en dus ook HR-professionals) in beweging te krijgen aan de hand van een literatuuronderzoek naar stigmatisering van werkenden met een psychische aandoening
DOCUMENT
De balans tussen de belastbaarheid van sporters en de belasting moeten zo goed mogelijk afgestemd zijn om optimale trainingseffecten te realizeren. Er wordt onderscheid gemaakt tussen externe en interne trainingsbelasting, wat duidt op de belasting die extern of intern door de sporter wordt ervaren. Het sturen en bewaken van de balans wordt bij professionele sporters doorgaans verzorgd door (para)medische professionals en/of sportwetenschappers. Doordat er tegenwoordig vele manieren van test- en meettechnologie zijn om o.a. interne en externe belasting te meten is er een grote hoeveelheid aan data beschikbaar in de praktijk, waarvan het verwerken en analyseren arbeidsintensief is. Daarom is er vanuit de praktijk de behoefte om deze data snel inzichtelijk te maken. Vanuit het project is daarom een belastingsmonitor ontwikkeld o.b.v. big data technologieën. Het doel van dit rapport is een praktijkvalidatie van de belastingmonitor. Hierbij wordt enerzijds gekeken naar de verzamelde data door de praktijkpartners en anderzijds wordt onderzocht of veranderingen in ratio's tussen interne:externe belasting een valide manier is om veranderingen in fysieke fitheid te meten?Data door de praktijkpartners zijn op diverse manieren en voor diverse variabelen verzameld. De variabelen zijn onder te delen in de kopjes: (I) individuele kenmerken, (II) externe belasting, (III) interne belasting, (IV) herstel en (V) psychosociale stress. Doordat de diverse sportclubs variabelen verzamelen die zij van belang achten is het niet mogelijk geweest om 1 database op te stellen welke alle variabelen bevat. Hierin zou immers duidelijk moeten zijn wat per variabelen de definitie is, welke per sportclub kan verschillen. Voor toekomstige projecten is het wenselijk om hier uniformiteit in aan te brengen voor aanvang van het project. Dit zal eenvoudiger zijn naarmate ruwe data beschikbaar is, omdat het onwaarschijnlijk is dat de sportclubs hun definities aanpassen. De gebruikte meetinstrumenten en -methodes zijn voor het overgrote deel overeenkomstig uit de wetenschappelijke literatuur en tevens overeenkomstig met de wetenschappelijke standaard. Kanttekening is dat er voor dit rapport geen zicht is op de daadwerkelijke uitvoering van de betreffende metingen.De vraag of de veranderingen in ratio's tussen interne:externe belasting een valide manier is om veranderingen in fysieke fitheid te meten is beantwoord door gebruik te maken van een dataset van 1 voetbalclub (van 3 teams) over 2 seizoenen. Er gekeken of veranderingen in ratio's opgesteld uit diverse maten voor interne belasting (ervaren mate van inspanning en load) en externe belasting (totaal gelopen afstand en totaal gelopen afstand op hoge snelheid) met diverse tijdsintervallen een relatie vertoonden met veranderingen in fysieke fitheid, gemeten met gestandaardiseerde submaximale inspanningstesten. Uit de resultaten bleek dat er geen relatie is gevonden tussen vooraf genoemde variabelen. Er blijken diverse obstakels te zijn waardoor de verandering in ratio’s mogelijk niet correleren met de verandering in interne belasting tijdens fysieke testen. De belastingsmonitor kan dus niet gebruikt worden om fysieke fitheid van sporters inzichtelijk te maken wanneer gekeken wordt naar de opgestelde ratio’s tussen interne en externe belasting. Fysieke testen blijven hiervoor nog steeds noodzakelijk, omdat deze het beste beeld geven van de huidige fysieke fitheid van de sporters. De belastingsmonitor is daarom, voor nu, alleen geschikt voor het afzonderlijk inzichtelijk maken van de diverse variabelen uit de dataset.
DOCUMENT
Voor optimale wedstrijdprestaties in het voetbal is een juiste verhouding tussen belasting en herstel noodzakelijk.2 Het monitoren van trainingen en het systematisch analyseren van wedstrijden kan helpen bij het optimaliseren van prestaties en het voorkomen van onder en overbelasting. Het eerste deel van dit tweeluik, dat verscheen in Sportgericht 5/2014, was gewijd aan trainingsmonitoring. In dit tweede deel worden mogelijkheden voor wedstrijdanalyse besproken, die door de trainer/coach en zijn staf gebruikt kunnen worden.
DOCUMENT