Using survey data gathered among Dutch public sector management accountants, this contribution shows that appreciative skills and personal skills are considered the most important competencies of these professionals. The authors found gaps between the assigned importance and the actual level of competencies in the fields of interpersonal skills and technical skills. As well, there were differences between age groups.
Na de diverse thematieken van de afgelopen jaren Trends en ontwikkelingen in maatschappelijk vastgoed (2011), Onderzoeken en visie (2012), Onderzoeken en perspectieven op maatschappelijk en financieel rendement (2013) en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (2014) kunnen we de scope van de 8e Barometer Maatschappelijk vastgoed verbreden. Dit hebben we gedaan door (inter)nationaal te kijken naar onderzoek over en ontwikkelingen van maatschappelijk vastgoed en in het bijzonder gemeentelijk vastgoed en zorgvastgoed. Deze internationale ontwikkeling van de Barometer Maatschappelijk Vastgoed wordt door actoren in en rondom maatschappelijk vastgoed gezien als interessant, actueel en belangrijk. Met deze stap van de Barometer beoog ik om vanuit andere contexten en culturen - door bijdragen over andere landen en met buitenlandse auteurs - te kijken naar ons eigen maatschappelijk vastgoed in Nederland en inzicht te geven in de problematiek en oplossingsrichtingen van gemeentelijk vastgoed en zorgvastgoed. Daarbij is een herverkaveling van vastgoedbelangen een gedachtegang voor de toekomst. De internationalisering wordt ook onderschreven door de RICS die wereldwijd actief is vanuit New York, Sao Paulo, London, Brussel, Dubai, New Delhi, Singapore, Hong Kong, Tokyo, Beijing en Sydney. Afgelopen jaar zijn er nog een aantal andere (internationale) ontwikkelingen geweest. Zo verscheen eind 2014 mijn proefschrift Materieel Immaterieel: besturing van woningcorporaties in samenhang met maatschappelijk vastgoed vanuit de RSM Erasmus Universiteit Rotterdam (RSM/EUR), één van Europa’s top business scholen voor het onderwijs en in de top 3 voor toponderzoek. Vanuit het lectoraat zijn we ook een structurele samenwerking met Odisee Hogeschool en Universiteit Brussel aangegaan. Het internationale karakter van het lectoraat in 2015 wordt naast het verschijnen van dit boek ook onderstreept door een drietal presentaties, twee abstracts en een geaccepteerde paper over maatschappelijk vastgoed voor het internationale congres van de European Real Estate Society (ERES) 2015 in Istanbul. De Barometer Maatschappelijk Vastgoed bestaat dit jaar uit vijf delen (I) gemeentelijk maatschappelijk vastgoed, (II) koplopers gemeentelijke vastgoedbedrijven, (III) het Rijksvastgoedbedrijf als referentiekader, (IV) ontwikkelingen in maatschappelijk vastgoed en (V) internationaal onderzoek maatschappelijk vastgoed.
This paper provides insights into the operational features of community-based financing mechanisms. These include CAF groups, which are self-financed communities where people save and lend money to each other. The implementation of such self-financed communities in the Netherlands is supported by Participatory Action Research (PAR). This paper discusses the first results of this research by exploring whether and how participation of group members can improve their well-being with regard to social networks, financial household management and entrepreneurial positioning based on the capability approach of Amartya Sen, a well-known economist. For this PAR, three groups were formed, guided, observed, analysed and compared. This paper demonstrates how solidarity economy processes at the grassroots level can contribute to the general well-being of vulnerable people in the Netherlands. For the particular context of overconsumption, inequality and overindebtedness, Sen’s notion of freedom will be reconsidered and adjusted.
Problemen met het in control zijn op houding en het gedrag staan het goed functioneren en presteren van MKBondernemingen in de weg. Hoe zijn integriteitsrisico’s te beheersen, hoe kunnen de motivatie, inspiratie, creativiteit en loyaliteit van medewerkers positief worden beïnvloed? Hoe zijn dit soort “vage begrippen” meetbaar te maken en hoe zijn vervolgens werkzame maatregelen te bepalen? Het creëren van een cultuur die tot gewenst gedrag van medewerkers leidt, is voor MKB-ondernemingen een grote uitdaging. Uitsluitend harde controls zoals, zoals procedures, regels en richtlijnen, geven niet het gewenste resultaat. Om de gewenste cultuur te creëren zijn aanvullend “soft controls” nodig: (beheersings)maatregelen die ingrijpen op c.q. appelleren aan het persoonlijk functioneren van medewerkers. Het gaat om maatregelen die van invloed zijn op bijvoorbeeld motivatie, loyaliteit, ethiek, integriteit, inspiratie en normen en waarden. Voorbeelden van soft controls zijn voorbeeldgedrag, ruimte om incidenten te melden en het creëren van verantwoordelijkheidsbesef. Onderzoek naar soft controls richt zich tot nu toe vrijwel uitsluitend op grote ondernemingen en overheidsinstellingen. Er is weinig kennis over soft controls in de dagelijkse praktijk van MKB-ondernemingen. Ook zijn er geen publiek toegankelijke instrumenten beschikbaar die specifiek zijn gericht op soft controls in het MKB. Met het project ‘Het MKB met Soft Controls in control’ wordt in de gewenste kennis en inzichten en in een bijbehorend instrumentarium voor het MKB voorzien. Het belangrijkste resultaat voor het MKB is een soft control instrument waarmee een MKB-bedrijf a) inzicht krijgt in de soft controls die het toepast en waar mogelijkheden voor verbetering liggen (diagnose) en b) handreikingen krijgt voor beheersingsmaatregelen om de organisatiecultuur, normen en waarden en bijbehorende houding en gedrag in het bedrijf te verbeteren. De deelnemende MKB-bedrijven hebben gedurende het onderzoek al het gevraagde inzicht gekregen, beheersingsmaatregelen toegepast en beproefd en zijn na afloop meer in soft control.
In dit project wordt praktijkgericht onderzoek uitgevoerd naar de wijze waarop Nederlandse mkb-ondernemingen toegang kunnen krijgen tot ketenfinanciering. Ketenfinanciering (ook ?Supply Chain Finance? genoemd) omvat een scala aan financieringsoplossingen, waarmee werkkapitaal gecreëerd wordt. Sinds de financiële crisis is werkkapitaalfinanciering voor veel mkb?ers problematisch geworden. De oorzaak ligt in moeilijke toegang tot bankleningen in combinatie met verlengde betaaltermijnen van afnemers. Ketenfinanciering is een alternatieve financieringsvorm waarin leveranciers in de keten gebruik maken van de kredietwaardigheid van een sterkere afnemer. Het is echter nog vooral een oplossing die afnemers aanbieden aan hun grootste en meest strategische leveranciers. De leveranciers in het mkb worden nog niet bereikt, terwijl verspreiding naar het mkb miljarden euro?s aan liquiditeit kan vrijmaken. De doelstelling is dan ook om de liquiditeitspositie van Nederlands mkb te versterken door met onderzoek bij te dragen aan het vergemakkelijken van toegang tot ketenfinanciering. Het onderzoek voorziet hiermee in een nadrukkelijk aanwezige maatschappelijke behoefte. Daarnaast wordt voorzien in een wetenschappelijke behoefte, omdat ketenfinanciering een relatief nieuw veld is waarin empirische data schaars zijn. De nadruk ligt op wat het mkb zelf kan doen om toegang tot ketenfinanciering te krijgen. Onderzocht wordt welke ketenfinancieringsinstrumenten voor deelnemende mkb?ers het meest geschikt zijn, wat criteria zijn waar mkb?ers aan moeten voldoen, hoe een goed interventieplan er uitziet om aan die criteria te voldoen en hoe uiteindelijk succesvolle implementatie er uitziet. De belangrijkste resultaten van het onderzoek zijn een set van tools voor en door mkb?ers die concrete handvatten geven voor implementatie van ketenfinanciering en de interventies die hiervoor nodig zijn. Het onderzoek resulteert daarnaast in een trainingsprogramma voor mkb?ers en inzichten die direct in onderwijs kunnen worden toegepast.
Het Order-to-Cash (O2C) proces is cruciaal voor elke onderneming. Dit is het proces vanaf de ontvangst van een order tot aan uiteindelijke betaling. Mkb’ers kennen vele inefficiënties in hun O2C-processen. Als gevolg zijn verwerkingskosten van orders en facturen hoog en bovendien wordt geld laat ontvangen wat een negatieve impact op de liquiditeitspositie heeft. De praktijkvraag is: Hoe kunnen mkb’ers hun O2C-processen verbeteren om de liquiditeitspositie te versterken? Vanuit onderzoeksliteratuur zijn er onvoldoende handvatten voor mkb’ers om dit te veranderen. Het doel van het project is daarom om O2C-processen in kaart te brengen, te meten en monitoren, en te verbeteren, om de liquiditeitspositie te versterken voor het mkb. De centrale onderzoeksvraag is: Hoe kunnen O2C-processen in kaart gebracht, gemeten, verbeterd en gemonitord worden? Het Lectoraat Supply Chain Finance bouwt hiermee voort op kennis opgedaan uit RAAK-publieksprijswinnend project ‘Ketenfinanciering voor mkb’. Er wordt met 9 mkb’ers gestart in het onderzoeksnetwerk, dit aantal wordt uitgebreid tijdens het project. Kennispartners zijn Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en Politecnico di Milano. Daarnaast is de Supply Chain Finance Community aangesloten om te zorgen voor grootschalige nationale en internationale valorisatie. De belangrijkste onderzoeksmethoden in het project zijn case studies en een survey. De belangrijkste resultaten waar wij op mikken zijn: • Bedrijfsspecifieke tools om O2C-processen in detail in kaart te brengen en te verbeteren; • Inzicht in de mogelijkheden van vernieuwende informatietechnologieën voor O2C-procesoptimalisatie; • Oplevering van een survey die tevens dient als generieke tool voor mkb’ers, om na invulling direct een algemeen overzicht te krijgen van het eigen proces; • Twee wetenschappelijke artikelen, minimaal tien vakpublicaties, en teaching cases om resultaten breed te delen, zowel voor onderwijs, wetenschappelijk publiek en bedrijven.