Bedrijventerreinen hebben grote potentie als het gaat om de urgente transitievraagstukken van nu, zoals verduurzaming en de leefbaarheid van steden. En dat is nog los gezien van de bijdrage aan de werkgelegenheid en (circulaire) economie. Toch blijft de politiek veel te eenzijdig inzetten op woningbouw, constateert Cees-Jan Pen. Het verduurzamen van bedrijventerreinen is een gezamenlijke opgave, stelt John van Veen, die met PVB Nederland oplossingen dichterbij wil brengen. ‘Energyhubs kunnen een belangrijke rol gaan spelen in het energienetwerk van de toekomst.
LINK
Bijna de helft van de Nederlandse volwassenen voelt zich eenzaam. Tussen 2012 en 2022 is het percentage dat zich matig of sterk eenzaam voelt toegenomen van 39% naar 49%. Het percentage volwassenen dat zich sterk eenzaam voelt, nam toe van 8 naar 14% (VZinfo, 2023). De inrichting van de openbare ruimte kan bijdragen aan het verlichten van gevoelens van eenzaamheid. Het doel van dit onderzoek is om te achterhalen welke kenmerken van de openbare ruimte het sterkst samenhangen met gevoelens van eenzaamheid onder jongvolwassenen.
LINK
Door de concentratie van kwetsbare huishoudens staat het samenleven in sommige buurten steeds meer onder druk. Of dit tot grote problemen leidt hangt af van de veerkracht in een buurt. Er is echter nog te weinig aandacht voor het dagelijkssamenleven in een straat, een wooncomplex en een portiek. Dit zijn de ruimten waar buren direct met elkaar te maken hebben.Wat zijn op dit schaalniveau sociale en fysiek-ruimtelijke handvatten om harmonieus samenleven, alledaagse attentheid en onderlinge zorgzaamheid te bevorderen?
MULTIFILE
Kunstenaars en andere ‘creatieven’ vinden steeds moeilijker betaalbare werkruimte. Atelierstichtingen en broedplaatsorganisaties zitten klem tussen oplopende kosten, teruglopende subsidies en de structureel zwak-ke inkomenspositie van de hurende kunstenaars. Een manifest van Platform BK, dat beeldend kunstenaars vertegenwoordigt, en de KunstenBond agendeert dit vraagstuk. Een bijkomend probleem vormt de hoogspan-ning op de vastgoedmarkt, waardoor panden zeer gewild zijn bij projectontwikkelaars en gemeenten geneigd zijn om voor de panden die zij aan deze organisaties verhuren andere draagkrachtigere huurders te zoeken. Medewerkers en management van broedplaatsorganisaties staan voor de uitdaging om hun businesscase maatschappelijk en financieel te verduurzamen. Dit vraagt om nieuwe waardeproposities en herpositionering ten opzichte van de gemeente en andere publieke en private stakeholders. Ook het profiel van de broed-plaatsprofessional verandert. Ontwikkelaars van broedplaatsen zijn veelal geleidelijk in hun organiseren-de/coördinerende rol gegroeid. Het speelveld van stedelijke (gebieds)ontwikkeling waarop zij opereren is echter dynamisch. De broedplaatsprofessional krijgt steeds nadrukkelijker de positie van stedelijke kwartiermaker: een nieuwe, hybride rol op het snijvlak van vastgoed, cultuur, welzijn en ruimtelijk(-economisch)e ontwikkeling. Dit project beoogt broedplaatsorganisaties te voeden met (bedrijfs-)strategieën om hun businessmodel toe-komstbestendig te maken en deze te vertalen naar benodigde competenties voor de betrokken professionals. Alleen zo kunnen zij blijven bijdragen aan de politiek gewenste levendige en veelkleurige stad, waar mensen graag wonen en bedrijven zich graag vestigen. Veel onderzoek onderbouwt dat steden die investeren in cultuur economisch beter presteren. Daarbij gaat het niet alleen om toptheaters en –musea maar juist ook om innova-tie en creativiteit ‘van onderop’. Fontys Hogescholen gaat deze problematiek onderzoeken met inzet van een breed consortium creatieve ver-zamelgebouwen, netwerk- en kennispartners. Gezamenlijk vertegenwoordigen deze organisaties ruim 300 ate-liergebouwen/broedplaatsen, 4.700 werkruimten en honderdveertig professionals. De broedplaatsenproble-matiek speelt bovendien in vrijwel alle G40-steden, hetgeen de resultaten van dit project potentieel relevant maakt voor honderden professionals bij gemeenten, woningcorporaties en andere vastgoedeigenaren.
Het project ‘Data Resonantie’ is een artistiek onderzoeksproject bedoeld om met behulp van moderne technologieën en persoonlijke data nieuwe manieren te ontdekken om in coronatijd veilige, gedeelde openbare ruimtes te creëren. Het onderzoek wil bijdragen aan de ontwikkeling van zowel praktische toepassingen als vernieuwende artistieke methodes in het veld van Mens Machine Interactie op het gebied van veiligheid en privacy in openbare ruimtes waar veel mensen komen en waardoor afstand houden ingewikkeld is. Dat gebeurt in de setting van een aantal labs waarin met persoonlijke data via real-time surveillance een audiovisuele ervaring wordt gegenereerd die participanten een veilige afstand toont, ze laat bijdragen aan de soundscape en ze tegelijkertijd mogelijk bewuster maakt van kwesties rondom het gebruik van persoonlijke data. In de respectievelijke labs zal gebruik worden gemaakt van de expertise van de betrokken partners op het gebied van artistiek onderzoek (Artistic Research Community/Frank Mohr Instituut), experimenteel artistieke settings (Re:Search:Gallery), geluidsresonantie (STEIN) en het gebruik van drones (Omnidones). De centrale vraagstelling is: Hoe kan een artistieke-technisch systeem, dat met behulp van een drone persoonlijke data vertaalt in sensorische ervaringen, individuen in staat stellen om door afstand te houden van elkaar een veilig gedeelde omgeving te co-creëren? Het project is een kruisbestuiving en interdisciplinaire samenwerking tussen een aantal verschillende organisaties in Noord-Nederland; Het is een voorbeeld van de wijze waarop artistiek onderzoekers met een hybride methodologie en met gebruikmaking van verschillende disciplines en expertises ingewikkelde maatschappelijke problemen ter hand kunnen nemen. Daarnaast resulteert het in nieuwe publieke toepassingen voor drone en audio technologieën met de potentie een uitweg te bieden aan sectoren die te lijden hebben onder de corona maatregelen, met in het bijzonder de evenementen industrie en de ermee verbonden horeca en retail.
Steeds vaker lezen we dat de dienstverlening van gemeenten in het publiek sociaal domein niet meer past bij wat inwoners in complexe en kwetsbare positie nodig hebben. Toegangsmedewerkers bij gemeenten lijken klem te zitten tussen twee paradigma’s: die van de uniformerende regels en rechtmatigheidscontroles enerzijds en die van menselijke aandacht anderzijds. Hoe komt de vriendelijkheid en menselijk maat terug in de publieke dienstverlening zodat toegangsmedewerkers gastvrij, toegankelijk, open en toch binnen de rechtmatige kaders kunnen handelen. Hier kan het Hospitality domein en gastvriendelijkheid toegevoegde waarde bieden. Dit PD-project en interdisciplinair onderzoek voor het domein van Leisure, Tourism en Hospitality, richt zich op de interventies die nodig zijn voor dit complexe vraagstuk. De focus gedurende het PD is gericht op plaats, proces en mensen: - Hoe kunnen ontvangstruimten, waar toegangsverleners werken, gastvriendelijke, toegankelijke ruimtes voor inwoners worden? - Aan welke voorwaarden moet de gemeentelijke organisatie voldoen om toegangsverleners in staat te stellen gastvrije dienstverlening te bieden aan inwoners? - En hoe kunnen de houding, taal, (culturele) onderliggende aannames en vaardigheden van de toegangsmedewerkers veranderd worden om hen beter in staat te stellen gastvrij te zijn voor inwoners? Na vijf jaar verwachten we o.a. de volgende resultaten te kunnen laten zien: - Er is een hospitality-locatie gestart in een publieke ruimte waar inwoners gastvrij welkom worden geheten. - Toegangsmedewerkers en hospitality-medewerkers weten hoe ze ontvangstruimtes kunnen transformeren in gastvrije en toegankelijke ruimtes waar inwoners zich welkom voelen. - Hospitality-medewerkers hebben geleerd hoe het publieke sociale domein werkt, krijgen meer begrip voor het complexe werk van toegangsmedewerkers en voor inwoners die in een kwetsbare positie verkeren. - Toegangsmedewerkers hebben geleerd welke houding, taal en vaardigheden ze nodig hebben om gastvrij te handelen. Zij ervaren meer vrijheid om te doen wat nodig is voor inwoners in een kwetsbare positie.