In voorliggend sectorstudierapport gaat het om geweld jegens minderjarigen die in de periode van 1945 tot heden zijn geplaatst in instellingen voor minderjarigen met een licht verstandelijke beperking (LVB). Tegenwoordig heten deze instellingen orthopedagogische behandelcentra (OBC). Voorheen werden deze instellingen behandelinstituten, instellingen voor licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen, zwakzinnigeninrichtingen of ‘debieleninternaten’ genoemd.1 In de periode van 1945 tot heden zijn er ook minderjarigen met een LVB geplaatst in instellingen in andere sectoren, zoals GGZ-instellingen, Justitiële Jeugdinrichtingen en residentiële instellingen die niet specifiek gericht zijn op minderjarigen met een LVB. Geweld jegens minderjarigen met een LVB in die sectoren is onderzocht in de andere sectorstudies van de Commissie Onderzoek naar Geweld in de Jeugdzorg, verder te noemen commissie. In dit hoofdstuk wordt allereerst de LVB-sector omschreven, net als de doelgroep van jongeren die in instellingen in deze sector geplaatst werden en worden. Daarna volgt een overzicht van de ontwikkelingen in de sector in de periode van 1945 tot heden, met speciale aandacht voor het financiële en wettelijke kader waarbinnen de OBC’s werken en gewerkt hebben. Vervolgens beschrijven we het onderzoeksproces en de specifieke onderzoekskeuzes voor deze sectorstudie en sluiten we af met de opbouw van dit rapport.
DOCUMENT
Steeds meer Nederlandse sociaal werkstudenten kiezen ervoor om een praktijkonderdeel in Suriname te doen. Ze genieten van wat op hen afkomt – het moois dat dit land te bieden heeft – en maken kennis met de lokale cultuur. Het is verleidelijk en gemakkelijk om samen met andere Nederlandse studenten de uitdaging aan te gaan. Zonder dat ze er zelf erg in hebben, zitten ze in een stagiairebubbel.
DOCUMENT
Iedereen kent het gevoel wel uit de eerste of tweede hand. Iets in de directe omgeving triggerde het bewustzijn en deed in een split second de hartslag verhogen, pupillen verwijden, de bloeddruk stijgen, ademhaling versnellen en het zweet in de handen schieten. Een verhoogde alertheid – of zelfs angst- drong zich abrupt op en deed zoeken naar uitwegen of andere mogelijkheden om de gesignaleerde bedreiging het hoofd te bieden. Deze zeer intense beleving van onveiligheid is doorgaans even snel voorbij als ze opkwam. Maar het is een allerminst prettig gevoel, het onveiligheidsgevoel. Daarom is het een nobel streven van verschillende politieke partijen in Nederland om dit gevoel onder de bevolking terug te dringen. Of ligt het toch niet zo eenvoudig?
DOCUMENT