Teneinde het opnemen van onderzoeksvaardigheden in het curriculum van de Faculteit Educatieve Opleidingen van de Hogeschool Utrecht te vergemakkelijken en ter ondersteunen, vonden wij het zinvol om een stuk te schrijven over de vermeende tegenstelling tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Een belangrijk uitgangspunt is dat we niet uitgaan van een in de wandelgangen vaak gehoorde tegenstelling tussen universitair en hogeschool onderzoek, waarbij de universiteit kwalificaties als fundamenteel en theoretisch opeist en de praktische kruimels voor het hoger beroepsonderwijs wil laten liggen. Wij gaan daar niet van uit omdat wij geen fundamenteel verschil zien tussen fundamenteel onderzoek en toegepast onderzoek. De grondslagen, de redeneringen, de systematiek zijn in beide gevallen hetzelfde. Op de achtergrond speelt, in ieder geval bij de humaniora van de hoge scholen, nog een andere tweedeling een rol: kwantitatief versus kwalitatief onderzoek. Belangrijke kenmerken van kwantitatief onderzoek zoals ingewikkelde onderzoeksdesigns, grote steekproeven en gecompliceerde statistische analyses zouden het natuurlijk domein van universiteiten zijn. Ook dit werpen we verre van ons. Volgens onze opvatting gaat het in de eerste plaats om 'goed onderzoek' en goed onderzoek vereist niet persé een kwalitatieve benadering of een kwantitatieve benadering. Goed onderzoek geeft in de eerste plaats een antwoord op een vraag die gesteld wordt: de probleemstelling. Zoals het overgrote deel van onderzoekers tegenwoordig rekenen wij ons niet tot kwantitatieve onderzoekers of tot kwalitatieve onderzoekers. Met behulp van onderzoek willen wij een slechts een antwoord geven op de gestelde vraag, de probleemstelling.
Out-of-plane (OOP) wall collapse is one of the most common failure mechanismsin unreinforced masonry (URM) structures. Insufficient connections at wall-to-wall, wall-to-floor or wall-to-roof levels are one of the main reasons for OOP failures. The seismic assessment of URM buildings with insufficient connections became of high relevance. In particular, cavity walls are widely used in many regions, such as Central and Northern Europe, Australia, New Zealand, China, and Groningen in the Netherlands. Defining thus the behaviour of such connections is of prime importance to understand the overall response of URM buildings.This paper is about an experimental campaign conducted at the BuildinG laboratory of Hanze University of Applied Sciences on timber joist-masonry connections, reproducing cavity walls with timber joists in as-built condition. A total of six URM tests were performed, with varying configurations as: two different tie distributions, two precompression levels and two different as-built connections. The tests aim at providing a complete characterization of the behaviour of the timber-joist cavity-wall connections under axial cyclic loading with special attention on the developed failure mechanism and the definition of force-displacement curves for each group of tests performed. The experimental results show that cohesion and friction between joist and masonry are important parameters in terms of the governing failure mechanism, whether it is a joist-sliding or rocking failure.