This article presents and discusses student assignments reflecting on the documentary film If a Tree Falls, written as part of the Business Ethics and Sustainability course at The Hague University of Applied Sciences. This article follows two lines of inquiry. First, it challenges mainstream environmental education, supporting critical pedagogy and ecopedagogy. These pedagogies, which advocate pedagogy for radical change, offer a distinct and valuable contribution to sustainability education, enabling students to critically examine normative assumptions, and learn about ethical relativity, and citizenship engagement from environmentalists. The discussion of “lessons of radical environmentalism” is pertinent to the question of what types of actions are likely to achieve the widely acceptable long-term societal change. While this article focuses on student reflection on a film about radical environmentalism, this article also discusses many forms of activism and raises the question of what can be considered effective activism and active citizenship in the context of the philosophy of (environmental or sustainability) education in connection didactics and curriculum studies. Second, this article argues for the need for reformed democracy and inclusive pluralism that recognizes the needs of nonhuman species, ecocentrism, and deep ecology. The connection between these two purposes is expressed in the design of the student assignment: It is described as a case study, which employs critical pedagogy and ecopedagogy. https://doi.org/10.3390/educsci9040284 LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/helenkopnina/
MULTIFILE
Het streven naar een divers personeelsbestand behoort bij de retoriek die in menige organisatie wordt gebezigd, het in ogenschouw nemen van diverse perspectieven voor een goede besluitvorming eveneens. Alhoewel het debat over de gevolgen van diversiteit en het onderzoek naar het verschijnsel al decennia gaande zijn, wisselt de relevantie van het onderwerp sterk. Diversiteit staat op de agenda als de omgeving daartoe aanzet. Deze externe prikkels zorgen echter niet voor meer diversiteit op de werkvloer en dragen onvoldoende bij aan het op een hoger plan brengen van het diversiteitsonderzoek. Om verder te komen, is het nodig het roer radicaal om te gooien, aldus deskundigen op het gebied van diversiteitsonderzoek en praktijk die verenigd zijn in het expertise- centrum Nederlandse Stichting voor Psychotechniek (NSvP). In het artikel komen diverse methodieken aan bod, waaronder ook een coachingsmethodiek over crosscultureel ondernemen.
DOCUMENT
Dit rapport verkent of de lokale jongerenwerker bij machte is om te opereren op het snijvlak van maatschappelijk welzijn en signalering van gewelddadig extremisme. Hoewel extremisme onder jongeren een zeldzaam fenomeen blijkt, en uitreizen om zich aan te sluiten bij Jihadistische strijdgroepen in het buitenland nog maar sporadisch voorkomt, ligt er een nadrukkelijke boodschap vanuit de overheid om alert te zijn op de eerste tekenen van afwijkend gedrag. Aan de hand van documentanalyse en interviews met jongerenwerkers brengt deze exploratieve studie in kaart hoe deze groep sociaal werkers gestalte geeft aan hun monitorende rol in de wijk. De resultaten laten zien dat er in de dagelijkse praktijk een helder kader ontbreekt, en dat dit twee hoofdoorzaken heeft. De eerste is dat, in de praktijk, de termen radicalisering en (gewelddadig) extremisme lastig van elkaar te onderscheiden zijn. De tweede oorzaak is dat de oordeelsvorming grotendeels leunt op de eigen individuele perceptie op de problematiek. Dit rapport concludeert daarom dat oordeelsvorming in de context van signalering van gewelddadig extremisme ogenschijnlijk weinig gestructureerd verloopt en niet geheel objectief is. De vraag is of de focus van het beleid op lokaal niveau niet verlegd moet worden naar het voorkomen van extremistisch geweld door jongerenwerkers in plaats van het tegengaan van radicaal gedachtegoed of ideologieën.
DOCUMENT
In het dagelijks leven hebben we voortdurend met verschillende plastics te maken. Overal om ons heen komen we plastics tegen. Denk bijvoorbeeld aan verpakkingsmaterialen, flessen, flacons, kratten, tapijten en plastic draagtassen. Een leven zonder kunststoffen is in onze huidige maatschappij vrijwel ondenkbaar geworden. In 2014 werd er volgens Plastics Europe [1] wereldwijd maar liefst 311.000.000 ton aan kunststoffen geproduceerd, in 1950 was dit nog slechts 1.700.000 ton. Vanaf 1950 stijgt de wereldwijde productie van kunststoffen met gemiddeld 9% per jaar. Bij de huidige productiecapaciteit komt dit volgens Plastics Europe neer op gemiddeld 40 kg/jaar per hoofd van de wereldbevolking! Naar verwachting zal het gebruik van plastics verder toenemen naar gemiddeld 87 kg/jaar per hoofd van de wereldbevolking in het jaar 2050. In Nederland ligt het verbruik momenteel op gemiddeld 126 kg per inwoner. Maar volgens prognoses van VLEEM (Very Long Term Energy Environment Model) [2] zal dit groeien naar gemiddeld 220 kg per inwoner in 2050!! De toenemende vraag naar plastics wordt mede veroorzaakt omdat plastics op zich een gemakkelijk te verwerken materiaal is. Plastics zijn relatief goedkoop, hebben een lage specifieke dichtheid (t.o.v. bijvoorbeeld metalen), en zijn snel en gemakkelijk verwerkbaar.
DOCUMENT
Het boek The Return of the Native onderzoekt de terugkeer van nativisme. Auteurs Jan Willem Duyvendak en Josip Kesic schrijven over het veelgemaakte onderscheid tussen ‘echte’ en ‘onechte’ Nederlanders.
LINK
Inderdaad, er is een filosofie voor het Hoger Beroepsonderwijs, en wel de filosofie van de waarden. Zaken als "professioneel handelen", "professionele verantwoordelijkheid" en "normativiteit" gaan uit van de realiteit van waarden. De HBO-onderwijspraktijk en de HBO-onderzoekspraktijk vooronderstellen een zinvol, filosofisch kader, zoals ook de beroepspraktijk uitgaat van de zinvolheid van het professionele handelen. Daarom is het nodig dat we beschikken over een "kleine waardeleer". Waarden hangen samen met normen, met persoonlijke voorkeur en professionele eisen, maar voor alles zijn waarden ideeën die zich uitdrukken in het handelen. Daarom ook zijn radicale waarden voor ons van belang, waarden als rechtvaardigheid, schoonheid, duurzaamheid, vrijheid en tolerantie. Radicale waarden liggen ons na aan het hart. Zij zijn open geformuleerd en ze begeleiden ons handelen. Radicale waarden zijn soms theoretische waarden, maar in het bijzonder kennen we deze waarden als praktische waarden. Zij doen een appel op ons als mens, als burger en als beroepsbeoefenaar. Het onderzoek en onderwijs binnen het lectoraat Filosofie wil met studenten en medewerkers van Fontys Hogescholen waarden leren verkennen en onderzoeken, en maakt daarbij gebruik van filosofische dialogen, toegepast onderzoek, mooie teksten en beelden.
DOCUMENT
Hoe ontwikkelen we een "netto positief" voedselsysteem? Goed voor mens, dier en planeet? Veerkrachtig, en met een eerlijke beloning voor producenten? Daarvoor is een radicale omslag nodig, stelt Frederike Praasterink, lector Future Food Systems aan de HAS Hogeschool. Praktijkgericht onderzoek speelt bij die transitie een belangrijke rol.
DOCUMENT
In het Zuid-Hollandse Voedselfamilies-netwerk, gestimuleerd door de Innovatieagenda Duurzame Landbouw van de provincie ZuidHolland, werken koplopende ondernemers, beleidsmakers en kennisinstellingen samen om deze en meer vragen te beantwoorden. We werken stippen op de horizon uit tot concrete toekomstbeelden. We kijken naar de stappen die we vandaag kunnen zetten met onze proeftuinen: innovatie-experimenten waarbij nieuwe manieren van produceren, consumeren, organiseren, verdienen en samenwerken door koplopers worden uitgetest. We helpen elkaar om nieuwe perspectieven en initiatieven te ontwikkelen die bijdragen aan de voedseltransitie. En terwijl we hieraan werken leren we. De wereld staat immers niet stil tijdens onze experimenten, onze kennissessies en de plannen van de Provincie. Ondernemers komen allerlei onverwachte kansen en obstakels tegen. De overheid blijkt op onvermoede manieren een helpende hand te kunnen bieden, maar staat soms ook in de weg. De ontwikkelingen en nieuwe inzichten volgen elkaar p en worden door ons met onze experimenten, sessies en plannen beïnvloed. Zo ontstaan er werkendeweg allerlei nieuwe leervragen -en antwoorden!- over de voedseltransitie. Daarom het document dat nu voor je ligt - de leeragenda: om de leervragen die we hebben ontdekt met je te delen, en de antwoorden die we op die vragen hebben gevonden. In deze leeragenda hebben we vragen en antwoorden verzameld vanuit de Voedselfamilies - de proeftuinen, ondernemers, de provincie, en onze partners. Ook bouwen we voort op eerdere publicaties en verslagen van bijeenkomsten, vol waardevolle ervaringen, ideeën en lessen. Als een transitieproces doorgaat, dan staat het leren natuurlijk ook niet stil. De leeragenda verandert steeds. We vullen antwoorden aan vanuit de proeftuinen en kennissessies en voegen nieuwe vragen toe. Zo bouwen we een naslagwerk van al onze lessen en blijven we samen leren voor transitie. Wat je hier leest is dus een “momentopname”, maar de Voedselfamilies leren door. Leer je mee?
DOCUMENT
Het Kenniscentrum Sociale Innovatie van Hogeschool Utrecht doet onderzoek naar de maatschappelijke effecten van de lokale aanpak extremisme. Centraal staat daarbij de vraag: beschikken eerstelijnswerkers over de nodige kennis en begrip om de mate van bereidheid voor (gewelddadig) extremisme en terrorisme van een individu te beoordelen? Vandaag komt het tweede rapport uit in een reeks van drie. Het verkennende onderzoek richt zich op risico-inschattingen van lokale veiligheidsprofessionals aangaande de volgende vraag: in hoeverre is een jongere over wie signalen van vermeende radicalisering binnenkomen, bereid om geweld te gebruiken? In de meeste gevallen gaat het wellicht om vijandige uitingen of gedrag, maar niet om jongeren die voornemens zijn om daadwerkelijk gewelddadige acties te ondernemen. Als zodanig beslissen eerstelijnsprofessionals bij het adresseren van risico’s of bedreigingen tegelijkertijd ook over het recht op vrijheid van meningsuiting. Dan is het wel van groot belang om in kaart te brengen hoe vermeende signalen gewogen en geduid worden op gemeentelijk niveau.
DOCUMENT
In de afgelopen jaren is terrorismebestrijding wereldwijd zich meer gaan richten op het anticiperen op de dreiging die ervan uitgaat. De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties en de Europese Commissie benadrukken daarom steeds meer dat preventie geboden is. Uitgangspunt is dat terroristische daden niet alleen kunnen worden voorkomen met repressieve maatregelen, maar dat radicaliseringsprocessen naar gewelddadig extremisme in een vroeg stadium moeten worden ontdekt. Het gaat daarbij om een fase die te boek staat als ‘vroegsignalering’, met als doel preventief dreigingen te identificeren die bijdragen aan mogelijk extremistisch geweld. De focus hierbij ligt op het signaleren van afwijkend gedrag, en tegelijkertijd op het bevorderen van sociale stabiliteit op wijkniveau. Professionals die dagelijks in direct contact staan met burgers, onder wie de lokale politieagenten, zouden hierin een sleutelrol spelen.
DOCUMENT