Voor patiënten die radiologische verrichtingen ondergaan bestaan geen dosislimieten, maar wel zogenaamde Diagnostische ReferentieNiveaus (DRN’s). Dit zijn richtwaarden voor de hoeveelheid straling voor de gemiddelde patiënt bij goede praktijkvoering. In Nederland bestaan nationale DRN’s voor slechts 11 radiologische verrichtingen. In andere Europese landen zijn dat er vaak beduidend meer. Zo ontbreken in Nederland DRN’s voor interventie-radiologische verrichtingen (interventies), terwijl dit juist verrichtingen zijn waarbij vaak relatief hoge stralingsdoses worden uitgedeeld. In deze studie, die gebaseerd is op het afstudeerwerk van twee van de auteurs (GH en MtS), is als proof-of-principle een lokaal DRN afgeleid uit data van een enkel ziekenhuis (het Dijklander ziekenhuis). Voor dit lokale DRN is data verzameld van percutane transluminale angioplastiek (PTA) in de arteria femoralis superficialis (AFS), uitgevoerd met dezelfde apparatuur in één angiografiekamer door twee radiologen. In totaal zijn daarbij 52 complicatievrije interventies geïncludeerd. Uit de verzamelde data is als 75 percentielwaarde een lokaal DRN voor PTA van de AFS afgeleid van 50,9 Gy*cm2. Dit is ruim 20 Gy*cm2 lager dan gevonden in twee andere Europese studies. In die studies werd daarentegen wel veel meer data geïncludeerd van verschillende radiologie-afdelingen. Deze studie laat zien dat het ook in Nederland mogelijk is om voor een interventie een DRN op te stellen. Het verdient de aanbeveling deze studie te herhalen of uit te breiden met data van diverse andere Nederlandse ziekenhuizen om zodoende een nationaal DRN te bepalenn
DOCUMENT
Lectorale rede bij de aanvaarding van het ambt van lector Medische Technologie Medische Technologie is een zeer breed begrip dat reikt van infuuspompen tot operatierobots tot lineaire versnellers, et cetera. In het vorige hoofdstuk is al uit de doeken gedaan waar het lectoraat Medische Technologie zich specifiek op richt: medische beeldvorming, radiotherapie en ICT in de zorg. Dat is bij elkaar een zeer breed vakgebied waarvan het lectoraat niet alle facetten kan bestrijken. Daarom richt het lectoraat zich op ontwikkelingen op die terreinen die belangrijke veranderingen in het werkproces teweeg kunnen brengen. Dat zijn de onderwerpen die van belang zijn voor de toekomstige Zorgprofessional 2.0. Hieronder worden de verschillende vakgebieden nader geïntroduceerd en er worden een aantal voor de Zorgprofessional 2.0 belangrijke historische trends beschreven. Samenvattend kan gesteld worden dat het lectoraat Medische Technologie zich heeft ontwikkeld van een specialistisch op radiotherapie gericht lectoraat, naar een breder op medische beeldvorming, radiotherapie, ICT in de zorg en eHealth georiënteerd lectoraat dat op diverse, met name gezondheidszorggerelateerde, terreinen een bijdrage levert aan de opleidingen van Hogeschool Inholland. De bijdrage van het lectoraat Medische Technologie heeft daarbij als doel afstudeerders van diverse studierichtingen op te leiden tot wat in deze rede wordt aangeduid met Zorgprofessional 2.0. Hiermee wordt in deze rede een beroepsbeoefenaar bedoeld die openstaat voor (ICT/technische) innovatie, die zorgconsumenten daarover kan adviseren en die innovatie in de beroepspraktijk weet te implementeren. Praktijkgericht onderzoek speelt daarbij een centrale rol: het draagt bij aan de onderzoekende blik van de Zorgprofessional 2.0, aan het up-to-date houden van de kennis van docenten en studenten en aan de verbinding met het werkveld.
DOCUMENT
Wereldwijd vergrijst de bevolking in een rap tempo. Wanneer we naar Nederland kijken, dan is de prognose dat binnen 25 jaar een kwart van de bevolking zal bestaan uit 65-plussers. Nieuwe technologie kan het leven van deze ouderen een stuk aangenamer maken, maar technologie kan ook ingewikkeld zijn, en zorgen voor ongemak. Tegenwoordig wordt er veel verwacht van technologie als hulpmiddel om ouderen te helpen bij het zelfstandig wonen. Maar wat zorgt er nu voor dat een ouder iemand technologie in huis neemt of krijgt? En wat zorgt ervoor dat hij of zij technologie wil en kan gebruiken? In dit document wordt de laatste wetenschappelijke kennis op dit vlak op een toegankelijke manier besproken.
DOCUMENT
Nederland is de afgelopen jaren in de ban geraakt van twee verschillende utopische gedachten, met name de lokroep van de wijk als integrerend kader voor verbetering van de sociale en fysieke infrastructuur en de lokroep van technologie als motor van een significante vooruitgang van de samenleving. Binnen het programma ID-wijk van de Stichting Experimenten Volkshuisvesting worden experimenten gestimuleerd om deze twee utopische gedachten te combineren en met technologie in de wijk verbeteringen aan te brengen. De vraag dringt zich op of in het utopische rekenstelsel een optelling van twee eenheden een grotere eenheid tot gevolg heeft, of integendeel een dergelijke combinatie leidt tot een zwakker resultaat. In deze tekst wordt een exploratie aangevat van de rekenregels van dit utopische stelsel aan de hand van de vraag of technologie sociale netwerken op wijkniveau ondersteund dan wel ondermijnt, en in welke mate door welke actoren hierin sturend kan worden opgetreden. Daarbij wordt alleen aandacht gegeven aan persoonlijke sociale netwerken, en niet aan sociale relaties tussen groepen (ouderen t.o.v. jongeren, allochtonen-autochtonen, ). De relatie van technologie met sociale cohesie tussen groepen is immers een apart vraagstuk met een eigen dynamiek en vragen, bv. of een site als www.maroc.nl de integratie bevordert of juist verzuiling volgens etnische lijnen versterkt.
DOCUMENT
Boekbespeking van Sherrie Turkle, 2011, Alone Together: Why We Expect More from Technology and Less from Each Other. New York: Basic Books. Mails, sms’jes, instant messages, tweets, Skype, voicemails, Facebookberichten – via smartphones en andere apparaten zijn we vrijwel non-stop in contact met vrienden en anderen. Via chatboxen en games ontmoeten we nieuwe vrienden en voor wie graag nog meer contact wil zijn er de elektronische apparaten die graag met ons willen praten. In Amerikaanse verzorgingshuizen kletsen sociable robots lekker aan tegen demente bejaarden. Het Japanse hotel Ohnoya biedt tweepersoonskamers aan voor alleenstaande mannen en hun digitale vriendin, inclusief dubbel gedekte dinertafels. In Nederland (en elders) speelden kinderen reeds eind jaren negentig met robothuisdieren als Furby en Tamagotchi, en laat de nieuwste iPhone-knuffel Talking Carl na een aai over zijn buikje graag merken hoezeer hij is gesteld op zijn relatie met jou.
DOCUMENT
Het lectoraat Maritieme Innovatieve Technieken is sinds juni 2012 verbonden aan het Maritiem Instituut Willem Barentsz (MIWB), onderdeel van het Instituut Techniek van NHL Hogeschool. Dankzij deze positie kan het lectoraat, samen met het lectoraat Maritiem, Marien, Milieu & Veiligheidsmanagement en het Kenniscentrum Jachtbouw, over de grenzen van de organisatie heen werken. Het ontwikkelen en uitbreiden van het praktijkgericht onderzoek heeft daarbij de hoogste prioriteit. Kennis, veiligheid en innovatie door middel van technologie zijn steeds de verbindende factoren. Het lectoraat houdt zich bezig met het uitwisselen van kennis tussen het onderwijs en het beroepenveld. Wij richten ons daarbij op vier thema’s en drie onderzoeksgebieden. Vanuit de thema’s, veilige schepen, slimme schepen, schone schepen, duurzame schepen, wil het lectoraat de komende jaren een actieve rol spelen op de onderzoeksgebieden Maritime operations, Human factors en Regulatory compliance. Daarnaast is het lectoraat gestart met nascholingstrajecten waarmee docenten hun onderzoeksvaardigheden verder kunnen ontwikkelen. Wij werken eveneens aan de professionele masteropleiding
DOCUMENT
Samenvatting: In het kader van een afstudeerproject zijn data van 33 kinderen verzameld die een X-abdomen onderzoek ondergingen in het Wilhelmina Kinderziekenhuis. Uit deze data zijn curves afgeleid van Dosis Oppervlakte Product (DOP) ten opzichte van het lichaamsgewicht om te dienen als Diagnostisch ReferentieNiveau (DRN). De spreiding in de data leidt echter tot onzekerheid over de beste DRN-curve. Die curve is bovendien slechts gebaseerd op de data van één ziekenhuis en is daarmee hooguit bruikbaar als lokaal DRN. Door deze studie te herhalen in andere ziekenhuizen en meer data te verzamelen zou een nationale DRN-curve afgeleid kunnen worden. Zo’n curve zou de toetsing van doses aan DRN’s voor kinderen vergemakkelijken.
DOCUMENT
Onderzoek van het RIVM laat zien dat afdelingen radiologie daadwerkelijk behoefte hebben aan meer DRN's
DOCUMENT
Boven titel staat vermeld: De symbiose van biologie en technologie. Zowel vanuit het Applied Science onderwijs als vanuit het werkveld kwam er meer vraag om biologische expertise toe te voegen aan het bestaande lectoraat Thin Films & Functional Materials.
DOCUMENT
Dit artikel is een vertaling van het artikel “Digital Radiography Reject Analysis: Results of a Survey Among Dutch Hospitals” dat in de mei/juni 2020 editie van het blad Radiologic Technology is gepubliceerd. Korte samenvatting: In opdracht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg is aan een steekproef van Nederlandse ziekenhuizen gevraagd hoe zij omgaan met medische beelden die worden afgekeurd. De resultaten laten zien dat de meeste ziekenhuizen deze opnames niet bewaren voor analyse.
DOCUMENT