Deze studie gaat over de vraag wat dit gedwongen kader betekent voor de onderlinge samenwerking tussen reclasseringscliënten en reclasseringswerkers. De onderlinge doelgerichte samenwerking tussen cliënten en reclasseringswerkers wordt hier aangeduid met de term ‘werkalliantie’. Bij hulp en begeleiding in vrijwillig kader is er onder onderzoekers algemene overeenstemming over de kenmerken en het belang van een goede kwaliteit werkalliantie voor het bereiken van de gezamenlijke doelen. Bij bemoeienis in het gedwongen kader, zoals reclasseringstoezicht, is dit nog veel minder duidelijk. Is er sprake van specifieke kenmerken van de werkalliantie in gedwongen kader? En zo ja, welke zijn dat? En wat is het belang van deze kenmerken voor het verloop en de afronding van het reclasseringscontact? Dat zijn de leidende vragen bij dit onderzoek.
Hoewel motiverende gespreksvoering (MGv) veel gebruikt wordt om intrinsieke motivatie voor gedragsverandering te bevorderen, is het onduidelijk hoe MGv werkt. De vraag is dus welke ingrediënten verantwoordelijk zijn voor succes: wat zijn de actieve ingrediënten en verandermechanismen van MGv? Na een literatuurstudie naar potentiële actieve ingrediënten en verandermechanismen van MGv, werden twee multiple casestudies uitgevoerd. De eerste naar MGv ter bevordering van langdurig medicatiegebruik bij cliënten met schizofrenie, de tweede naar MGv om stoppen met roken te ondersteunen bij cliënten met een hartaandoening. In de literatuurstudie werden negen cliëntfactoren en negen therapeutfactoren als potentiele actieve ingrediënten, en vier potentiële verandermechanismen van MGv gevonden. In beide multiple casestudies bleken deze potentiële actieve ingrediënten geen enkelvoudige factoren of korte combinaties tussen een therapeutfactor en een cliëntfactor te zijn, maar te ontstaan over een langere gespreksperiode waarin verschillende therapeutfactoren en cliëntfactoren betrokken waren. De actieve ingrediënten en de daardoor geactiveerde verandermechanismen bleken cliënt- en context-specifiek te zijn.
MULTIFILE
PURPOSE: Advanced radiotherapy treatments require appropriate quality assurance (QA) to verify 3D dose distributions. Moreover, increase in patient numbers demand efficient QA-methods. In this study, a time efficient method that combines model-based QA and measurement-based QA was developed; i.e., the hybrid-QA. The purpose of this study was to determine the reliability of the model-based QA and to evaluate time efficiency of the hybrid-QA method.METHODS: Accuracy of the model-based QA was determined by comparison of COMPASS calculated dose with Monte Carlo calculations for heterogeneous media. In total, 330 intensity modulated radiation therapy (IMRT) treatment plans were evaluated based on the mean gamma index (GI) with criteria of 3%∕3mm and classification of PASS (GI ≤ 0.4), EVAL (0.4 < GI > 0.6), and FAIL (GI ≥ 0.6). Agreement between model-based QA and measurement-based QA was determined for 48 treatment plans, and linac stability was verified for 15 months. Finally, time efficiency improvement of the hybrid-QA was quantified for four representative treatment plans.RESULTS: COMPASS calculated dose was in agreement with Monte Carlo dose, with a maximum error of 3.2% in heterogeneous media with high density (2.4 g∕cm(3)). Hybrid-QA results for IMRT treatment plans showed an excellent PASS rate of 98% for all cases. Model-based QA was in agreement with measurement-based QA, as shown by a minimal difference in GI of 0.03 ± 0.08. Linac stability was high with an average GI of 0.28 ± 0.04. The hybrid-QA method resulted in a time efficiency improvement of 15 min per treatment plan QA compared to measurement-based QA.CONCLUSIONS: The hybrid-QA method is adequate for efficient and accurate 3D dose verification. It combines time efficiency of model-based QA with reliability of measurement-based QA and is suitable for implementation within any radiotherapy department.