Background/Objectives: Homecare staff often take over activities instead of “doing activities with” clients, thereby hampering clients from remaining active in daily life. Training and supporting staff to integrate reablement into their working practices may reduce clients' sedentary behavior and improve their independence. This study evaluated the effectiveness of the “Stay Active at Home” (SAaH) reablement training program for homecare staff on older homecare clients' sedentary behavior. Design: Cluster randomized controlled trial (c-RCT). Setting: Dutch homecare (10 nursing teams comprising a total of 313 staff members). Participants: 264 clients (aged ≥65 years). Intervention: SAaH seeks to equip staff with knowledge, attitude, and skills on reablement, and to provide social and organizational support to implement reablement in homecare practice. SAaH consists of program meetings, practical assignments, and weekly newsletters over a 9-month period. The control group received no additional training and delivered care as usual. Measurements: Sedentary behavior (primary outcome) was measured using tri-axial wrist-worn accelerometers. Secondary outcomes included daily functioning (GARS), physical functioning (SPPB), psychological functioning (PHQ-9), and falls. Data were collected at baseline and at 12 months; data on falls were also collected at 6 months. Intention-to-treat analyses using mixed-effects linear and logistic regression were performed. Results: We found no statistically significant differences between the study groups for sedentary time expressed as daily minutes (adjusted mean difference: β 18.5 (95% confidence interval [CI] 22.4, 59.3), p = 0.374) and as proportion of wake/wear time (β 0.6 [95% CI 1.5, 2.6], p = 0.589) or for most secondary outcomes. Conclusion: Our c-RCT showed no evidence for the effectiveness of SAaH for all client outcomes. Refining SAaH, by adding components that intervene directly on homecare clients, may optimize the program and require further research. Additional research should explore the effectiveness of SAaH on behavioral determinants of clients and staff and cost-effectiveness.
Background: Many community-dwelling older adults experience limitations in (instrumental) activities of daily living, resulting in the need for homecare services. Whereas services should ideally aim at maintaining independence, homecare staff often take over activities, thereby undermining older adults’ self-care skills and jeopardizing their ability to continue living at home. Reablement is an innovative care approach aimed at optimizing independence. The reablement training program ‘Stay Active at Home’ for homecare staff was designed to support the implementation of reablement in the delivery of homecare services. This study evaluated the implementation, mechanisms of impact and context of the program. Methods: We conducted a process evaluation alongside a 12-month cluster randomized controlled trial, using an embedded mixed-methods design. One hundred fifty-four homecare staff members (23 nurses, 34 nurse assistants, 8 nurse aides and 89 domestic workers) from five working areas received the program. Data on the implementation (reach, dose, fidelity, adaptations and acceptability), possible mechanisms of impact (homecare staff's knowledge, attitude, skills and support) and context were collected using logbooks, registration forms, checklists, log data and focus group interviews with homecare staff (n = 23) and program trainers (n=4). Results: The program was largely implemented as intended. Homecare staff's average compliance to the program meetings was 73.4%; staff members accepted the program, and particularly valued its practical elements and team approach. They experienced positive changes in their knowledge, attitude and skills about reablement, and perceived social and organizational support from colleagues and team managers to implement reablement. However, the extent to which homecare staff implemented reablement in practice, varied. Perceived facilitators included digital care plans, the organization’s lump sum funding and newly referred clients. Perceived barriers included resistance to change from clients or their social network, complex care situations, time pressure and staff shortages. Conclusions: The program was feasible to implement in the Dutch homecare setting, and was perceived as useful in daily practice. Nevertheless, integrating reablement into homecare staff's working practices remained challenging due to various personal and contextual factors. Future implementation of the program may benefit from minor program adaptations and a more stimulating work environment.
Deze rapportage beschrijft het proces en de uitkomsten van het project ‘Reablement’ dat als onderdeel van de Werkplaats Ondersteuning Thuiswonende Ouderen (WOTO) is uitgevoerd. Binnen de werkplaats vindt kennisuitwisseling en samenwerking tussen lokale partijen plaats gericht op innovatie en versterking van het sociaal domein. Het doel van de WOTO is thuiswonende ouderen in regio Twente te ondersteunen bij het langer gezond en zelfredzaam thuis wonen. In januari 2024 is het project Reablement gestart door de organisaties Twentse Koers, De Posten, Livio en Saxion. In de eerste maanden van het project zijn ook Alifa, Incluzio, Sportaal andamp; Domijn aangesloten. Gezamenlijk hebben deze organisaties twee informatiebijeenkomsten voor oudere inwoners uit Enschede-Zuid georganiseerd. In deze rapportage brengen we het samenwerkingsproces in beeld en beschrijven we de uitkomsten van de evaluatie die heeft plaatsgevonden onder betrokken professionals en deelnemers van de informatiebijeenkomsten. In de inleiding positioneren we het project waarbij de aanleiding, projectdoelstelling, het doorlopen proces en de inhoud andamp; vorm van de informatiebijeenkomsten worden toegelicht. In hoofdstuk 2 omschrijven we de toegepaste evaluatiemethoden, waarna de resultaten in hoofdstuk 3 gepresenteerd worden. In hoofdstuk 4 volgt een discussie en conclusie en we sluiten in hoofdstuk 5 af met een aantal aanbevelingen en een dankwoord aan alle betrokkenen.
MULTIFILE
“In Nederland overleden in 2010 ongeveer 136.000 mensen, waarvan 108.500 (ca. 80%) niet onverwacht. Bij deze laatste groep is palliatieve zorg aan de orde. Hiervan was 80% ouder dan 65 jaar. In de toekomst zal dit aantal door de dubbele vergrijzing sterk toenemen. Van de mensen die in 2008 overleden aan een chronische ziekte stierf 34% thuis (IKNL, Algemene principes van palliatieve zorg)”. 84% van de Nederlandse bevolking prefereert thuis te sterven (Gomes, 2012).Palliatieve zorg helpt bij het voorkomen en verlichten van gezondheidgerelateerd lijden door vroege identificatie, juiste beoordeling en behandeling van pijn en andere problemen (WHO, 2020). Bij thuiswonende kankerpatiënten in de Nederlandse eerstelijnszorg geeft 72% aan pijn te ervaren, van wie 25% ondraaglijke pijn (Ruijs, 2012). Meer dan een kwart van de oudere volwassen patiënten ervaart pijn in de laatste 2 jaar van hun leven, waarbij de prevalentie toeneemt van 23% in 24 maanden voorafgaand aan het overlijden tot 55% in de laatste levensmaand (Smith, 2010). Tijdens de laatste levensweek meldt 25% van de palliatieve patiënten pijn te ervaren, ondanks het voorschrijven van opioïden (Klint, 2019). Onverlichte pijn is een veelvoorkomend probleem bij patiënten die sterven aan kanker en aan niet-kwaadaardige chronische ziekten. De leeropdracht Kortdurende zorg en interprofessionele samenwerking bij kwetsbare ouderen is onderdeel van het lectoraat Healthy Ageing, Allied Healthcare and Nursing. De insteek binnen de wijkverpleging van ZuidOostZorg is om, waar mogelijk, de kwetsbare ouderen kortdurend te ondersteunen en te werken aan reablement. In de laatste levensfase zijn de kortdurende doelen en acties gericht op het bieden van kwaliteit van leven, waarin een intensieve samenwerking is met o.a. huisartsen. Dit kan bijvoorbeeld zijn op het gebied van het in kaart brengen van de laatste levenswensen (proactieve zorgplanning), bieden van symptoommanagement en zorg voor naasten.
Om de zorg goed, betaalbaar en toegankelijk te houden moet de norm worden: zelf als het kan, thuis als het kan en digitaal als het kan. In de praktijk van de ouderenzorg wordt de potentie van ‘digitaal’ herkend en hebben in veel organisaties change agents (ook wel innovatiemanagers, projectmanagers, aandachtsvelders genoemd) de taak gekregen ehealth te implementeren. Duurzame implementatie - het daadwerkelijk landen in de 'normale' werkprocessen en organisatie - van dergelijke technologieën is echter complex en stokt vaak na de pilot-fase. Change agents geven aan dat bestaande modellen en stappenplannen voor implementatie de weerbarstigheid van de daadwerkelijke praktijk onvoldoende omvatten en dat inzetten van iets nieuws terwijl de kwaliteit van zorg geborgd moet blijven niet goed samen gaat. Voor innovatie moet je kunnen experimenteren en moet het ook fout mogen gaan, en dat kan niet met de kwetsbare doelgroep waar de woonzorgorganisaties voor ouderen mee te maken hebben. Het project “Train de change agent: S(t)imulatie van implementatie van digitale technologie in de ouderenzorg” richt zich op het voorkomen van die handelingsverlegenheid van change agents in de complexe veranderprocessen waar het bij de implementatie van digitale technologie in deze context om gaat. Samen met kennisinstellingen, ouderenzorgorganisaties en MKB willen we een simulatie-leeromgeving voor change agents ontwikkelen waarin zij op basis van authentieke casuïstiek op een veilige manier de vaardigheden kunnen leren voor het duurzaam implementeren van ehealth. Gebaseerd op behoeftepeilingen in de zorg, zal in “Train de change agent” de focus liggen op ehealth tools / digitale technologie die de zelfredzaamheid en kwaliteit van leven van cliënten vergroot en zo bijdraagt aan reablement, of arbeidsbesparing voor professionals realiseert. De vraag die in dit project centraal staat is “Hoe kunnen we doormiddel van simulatie change agents beter toerusten op het bepalen en bijstellen van strategieën voor implementatie van digitale zorgtechnologie in de dynamische en hoog complexe contexten waarbinnen zorg wordt geleverd?” De simulatie-leeromgeving zal zo ingericht worden dat deze recht doet aan de complexiteit van duurzame implementatie van deze technologie, en dat diep leren via reflection-on-action en reflection-in-action mogelijk is. De vorm en inhoud van de leeromgeving wordt van begin af aan samen ontwikkeld met change agents in de ouderenzorg. Er zal gewerkt worden in en aan een learning community, om het van en met elkaar leren in het project een goede plek te geven, en tevens de randvoorwaarden te scheppen voor duurzame implementatie van de te ontwikkelen leeromgeving. In een iteratief proces zal bij experts en change agents respectievelijk de kaders en de casuïstiek worden opgehaald, de technische eisen voor de leeromgeving worden bepaald en de inhoud van de simulatie en andere benodigde materialen worden ontwikkeld, met tussentijds steeds testmomenten met de eindgebruikers (= change agents). Het project zal een looptijd hebben van 2 jaar