Psychologische instrumenten worden regelmatig gebruikt in de rechtbank om beeldvorming en besluitvorming te ondersteunen. Veel van deze instrumenten zijn echter oorspronkelijk niet ontwikkeld voor gebruik binnen deze context, wat vragen oproept over de validiteit en betrouwbaarheid van de uitkomsten. Wat weten we eigenlijk over de toepassing van psychologische instrumenten in de juridische context?
LINK
Mensen met geldzorgen en/of schulden komen in veel gevallen pas laat bij schuldhulpverleners in beeld. De afgelopen jaren spraken we veel mensen met geldproblemen in het kader van het onderzoek ‘Eerder uit de schulden: wat werkt?’. Zo spraken we met jongeren met schulden, inwoners die vanwege betalingsachterstanden door de rechtbank waren opgeroepen en inwoners die bij de gemeente Utrecht een schuldregeling wilden aanvragen. Er zijn verschillende rapporten verschenen met aanbevelingen om mensen met schulden (eerder) te bereiken. In deze rapportages lag de nadruk op de interventies. Dit artikel biedt een overkoepelend beeld van welke elementen invloed hebben op het (eerder) bereiken van inwoners met geldproblemen. Deze inzichten vallen uiteen in drie elementen: 1. Beeldvorming over schulden, hulpverlening en mensen met schulden a. Inwoners vinden de weg niet naar hulpverlening b. Risicoperceptie c. Negatief beeld van schuldhulpverlening d. Hulpaanbod matcht niet met behoeften 2. Invloed van stress/welzijn 3. Integrale aanpak (zoals andere hulpverlening naast schuldhulpverlening) Per element worden concrete tips gegeven van wat werkt. Deze tips worden geïllustreerd met quotes uit de interviews die zijn gehouden binnen het onderzoeksproject ‘Eerder uit de schulden: wat werkt?’.
DOCUMENT
Eind vorig jaar veroordeelde de Haarlemse rechtbank ex-gedeputeerde Ton Hooijmaijers tot drie jaar gevangenisstraf. Met dit vonnis kwam een einde aan een langlopend strafrechtelijk onderzoek naar de oud VVD-politicus die verantwoordelijk was voor de portefeuilles Ruimtelijke Ordening en Financiën binnen de provincie Noord-Holland in de periode van 2005-2009.
DOCUMENT
Europese landen worstelen met het ‘post Snowden’-tijdperk. Dit is zichtbaar in de nieuwe wetgeving die in veel landen recentelijk tot stand is gekomen. Grote thema’s daarbij zijn onder meer hoe om te gaan met de hedendaagse informatiesamenleving, die oneindige hoeveelheden data produceert en die zich kenmerkt door snelle technologische ontwikkelingen. Hoe kan worden voorkomen dat zich een tweede ‘Snowden’-onthulling gaat voordoen? Ook de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) 2017 is opnieuw een product van zijn tijd. Deze wet probeert de nieuwe dilemma’s te ondervangen terwijl tegelijkertijd een werkbare situatie voor de bescherming van de rechtstaat via inlichtingen en veiligheidsdiensten wordt nagestreefd. Wij presenteren in dit artikel een aantal kanttekeningen bij de Wiv 2017. Dit doen wij door een aantal relevante in Nederland (Eskens e.a. 2016; Loof e.a. 2016) en in de Europese Unie1 verschenen overkoepelende studies over grondrechten te bespreken. Deze kanttekeningen zijn deels gebaseerd op normatieve uitgangspunten en aanbevelingen uit deze studies, deels ontleend aan nog lopend onderzoek. Gezien de aard en omvang van dit artikel is een selectie gemaakt en beperkt de analyse zich tot het schetsen van de belangrijkste dilemma’s.
DOCUMENT
Mediation in strafzaken is een bemiddelingsproces dat in gang kan worden gezet als een officier van justitie of rechter, al dan niet op verzoek van een slachtoffer, verdachte of advocaat, naar een mediator in strafzaken doorverwijst. Na enkele pilots in 2010 is mediation in strafzaken in 2017 landelijk uitgerold en vanaf 2018 structureel gefinancierd. Borging van de kwaliteit van het mediationtraject ligt vooral in de borging van de kwaliteit van de mediators. Er is echter nog onvoldoende kennis over de (mogelijk specifieke) competenties die mediators in strafzaken dienen te hebben. Een beknopte literatuurstudie laat zien dat internationale en Europese instrumenten wijzen op het belang van goed opgeleide mediators. De meeste regels zijn vrij algemeen van aard en laten veel ruimte voor een nationale invulling. De Slachtofferrichtlijn van de Europese Commissie is een bindend instrument, waarin onder andere duidelijk is opgenomen dat secundaire victimisatie voorkomen dient te worden en dat slachtoffers volledig en duidelijk geïnformeerd dienen te worden. Onderhavig onderzoek naar opvattingen van de verschillende stakeholders over te hanteren kwaliteitseisen laat zien dat er geen grote verschillen zijn tussen rechters, officieren van justitie, strafrechtadvocaten, mediationfunctionarissen en mediators.
DOCUMENT
De essaybundel bestaat uit 10 essays, waarin studenten vanuit verschillende invalshoeken (ze komen uit verschillende opleidingen en jaren) hebben onderzocht wat toegang tot het recht is en hoe het zich verhoudt tot verschillende maatschappelijke ontwikkelingen. Zo kwamen de volgende onderwerpen aan bod: ‘Een eerlijk proces’ door Amina Driouichi, ‘Sociaal advocatuur’ door Arthur Eveleens, ‘Toegang tot recht in samenspel met de ZSM-aanpak’ door Elianne Westra, ‘De verhouding tussen toegang tot recht en onafhankelijke cliëntenondersteuning’ door Fee Wever, ‘De rechtsongelijkheid van de verdachte ten opzichte van het Openbaar Ministerie lijkt onoverbrugbaar’ door Luka Hoogstraten, Jeugdstrafrecht door Michelle Bosch, ‘Toegang tot recht en verschillen in machtsverhoudingen’ door Meri Hakobyan, ‘Laaggeletterden en digitalisering’ door Nicole Groenewoud, ‘Co-ouderschap en de Wmo’ door Nohla Post, ‘ en De engel des doods onterecht veroordeeld’ door Veronique Verschoof. Het was een breed palet aan onderwerpen waarbij studenten zichzelf hebben ingelezen, contact met de praktijk hebben gemaakt en samen de bundel hebben gemaakt en geredigeerd.
DOCUMENT
Het lectoraat Schulden en Incasso doet samen met de praktijk onderzoek om uitvoering en beleid te versterken en schuldenproblematiek te verminderen. Zowel de samenwerking tussen onder meer schuldhulp en bewind als de kwaliteit van en toezicht op bewindvoering vormen daarbij belangrijke thema’s. In dit paper delen wij de belangrijkste constateringen over bewind op basis van recent uitgevoerde onderzoeken. Daarbij reflecteren wij op (de voorstellen in) de initiatiefnota ‘Meer tijd, aandacht en bescherming bij bewind’.
DOCUMENT
Wie de krant regelmatig leest en het nieuws op internet en tv volgt, heeft ongetwijfeld een beeld van de schuldenproblematiek in Nederland. Steeds meer huiseigenaren hebben een betalingsachterstand op hun hypotheek, het aantal wanbetalers van zorgpremie was nog nooit zo hoog en nieuwe groepen zoals hoger opgeleiden melden zich bij de schuldhulpverlening. In de berichtgeving wordt vaak naar de crisis verwezen als oorzaak en komen de mogelijke oplossingen doorgaans niet aan bod. Voorliggend stuk bevat een toelichting op de omvang van de schuldenproblematiek in Nederland, de opzet van de schuldhulpverlening en een toelichting op actuele ontwikkelingen
DOCUMENT
Engeland en Wales waren lange tijd gidslanden voor het reclasseringswerk in Europa. Het is pijnlijk om te zien hoe een goede praktijk wordt afgebroken op grond van politiek-ideologische motieven. Toch kunnen we ook nu van Engeland en Wales leren: uitbesteden van reclasseringswerk aan de goedkoopste aanbieder is geen goed idee. Reclasseringswerk is een complex vak dat niet zomaar uitgevoerd kan worden door een organisatie die daarnaast bedrijfsrestaurants beheert en huishoudelijk hulp verzorgt (Sodexo is een van de aanbieders van reclasseringswerk in Engeland). Daarom zou ik politici en ambtenaren van het ministerie van Veiligheid en Justitie die overwegen om het reclasseringswerk aan 'de markt' over te laten, willen adviseren: ga eerst over de grens kijken en keer dan op je schreden terug.
MULTIFILE
Wanneer de deurwaarder niet zou bestaan en nu zou moeten worden uitgevonden, hoe zou die er dan uitzien? Dat is de vraag die we in de ontwerpsessies centraal hebben gezet. Met de ontwerpsessies zijn gedachten en visies samengebracht van mensen vanuit de beroepsgroep, maar ook van veel anderen die op uiteenlopende manieren betrokken zijn bij het werkveld er omheen. Ze geven een beeld van wat uit verschillende richtingen belangrijk gevonden wordt wanneer we onze blik richten op de toekomstbestendige deurwaarder. Minstens één ding lijkt tussen dat alles al glashelder te zijn: de eerste plek om het toernooimodel los te laten is bij beantwoording van de vraag 'Wanneer de deurwaarder niet zou bestaan en nu zou moeten worden uitgevonden, hoe zou die er dan uitzien?'.
DOCUMENT