In Nederland krijgrn mensen die een delict hebben gepleegd iet alleen een straf, zij worden ook actief begeleid naar een leven zonder criminaliteit. Hierin speelt de reclassering een belangrijke rol. Deze organisatie helpt onder meer mensen die een gevangenisstraf hebben uitgezeten of een tbs-behandeling hebben gehad. Ook kan begeleiding door de reclassering worden opgelegd om een straf of maatregel te vermijden. Cliënten onder toezicht van de reclassering kampen vaak met diverse problemen, zoals werkloosheid, verslaving psychische problemen of een licht verstandelijke beperking. Ook worstelen zij vaak met schulden. Tot dusver weten we echter nog maar weinig over schulden bij cliënten van de reclassering. Hoeveel en welke soort schulden hebben zij eigenlijk? Welke factoren spelen een rol bij de instandhouding van schulden? En wat hebben cliënten nodig om te werken aan een toekomst vrij van delicten én schulden? De afgelopen jaren deed ik onderzoek naar schulden van reclasseringscliënten. Ook wilde ik weten hoe de reclassering haar doelgroep hierin het beste kan begeleiden. In dit proefschrift magazine deel ik de belangrijkste bevindingen.
LINK
Deze studie gaat over de vraag wat dit gedwongen kader betekent voor de onderlinge samenwerking tussen reclasseringscliënten en reclasseringswerkers. De onderlinge doelgerichte samenwerking tussen cliënten en reclasseringswerkers wordt hier aangeduid met de term ‘werkalliantie’. Bij hulp en begeleiding in vrijwillig kader is er onder onderzoekers algemene overeenstemming over de kenmerken en het belang van een goede kwaliteit werkalliantie voor het bereiken van de gezamenlijke doelen. Bij bemoeienis in het gedwongen kader, zoals reclasseringstoezicht, is dit nog veel minder duidelijk. Is er sprake van specifieke kenmerken van de werkalliantie in gedwongen kader? En zo ja, welke zijn dat? En wat is het belang van deze kenmerken voor het verloop en de afronding van het reclasseringscontact? Dat zijn de leidende vragen bij dit onderzoek.
Vrijwel elke ex-delinquent heeft financiële problemen. Deze belemmeren hem zodanig dat de kans op recidive groot is. Gercoline van Beek doet promotieonderzoek naar de complexiteit van financiële problemen onder reclasseringscliënten. 'Weer op het verkeerde pad komen is veelal geen onwil maar onmacht. Hulpverleners kunnen meer doen, maar moeten daar ook de faciliteiten voor krijgen.'
LINK
In dit promotieonderzoek worden kenmerken uit het delictverleden van een cohort reclasseringscliënten beschreven en onderscheid gemaakt in verschillende dadergroepen. Vervolgens wordt gekeken in hoeverre de kenmerken van de werkalliantie verschillen tussen deze dadergroepen.Doel Doel van dit onderzoek is het vergroten van kennis over verschillen tussen reclasseringscliënten in delictachtergrond en kwaliteit van de werkalliantie. Deze kennis draagt bij aan het herkennen en onderscheiden van typen cliënten om het professioneel handelen met deze doelgroep te verbeteren. Resultaten De resultaten van dit promotieonderzoek worden gepubliceerd in vijf internationale wetenschappelijke artikelen. Daarnaast worden tussentijdse resultaten gepresenteerd op congressen en in de praktijk. Looptijd 01 oktober 2017 - 01 april 2022 Aanpak Voor dit promotieonderzoek zijn gegevens verzameld uit systemen van de drie reclasseringsorganisaties en het Openbaar Ministerie. Na koppeling van deze gegevens worden kwantitatieve analyses uitgevoerd in het statistiekprogramma SPSS.
In dit onderzoek brachten we actuele kennis in kaart over effectief reclasseringstoezicht.Doel Doel van het project was om een systematisch overzicht te maken van werkzame elementen voor reclasseringstoezicht. Dit zijn elementen die aantoonbaar bijdragen aan het verminderen van recidive, voorkomen van uitval, versterken van motivatie voor verandering en verbeteren van het functioneren van delinquenten op verschillende leefgebieden. Resultaten Een onderzoeksrapportage met een overzicht van werkzame elementen voor reclasseringstoezicht. Een Engelse versie van de onderzoeksrapportage: Effective practices in probation supervision: a systematic literature review. Een publieksversie van het onderzoeksrapport waarin de belangrijkste bevindingen zijn samengevat. Een artikel voor een wetenschappelijk tijdschrift (in ontwikkeling). Looptijd 01 oktober 2019 - 31 augustus 2020 Aanpak Er is in de afgelopen jaren veel onderzoek gedaan naar reclasseringstoezicht, in Nederland maar vooral ook in het buitenland. Onderzoekers voerden een systematisch literatuuronderzoek uit van de nationale en internationale onderzoeksliteratuur over reclasseringstoezicht vanaf het jaar 2000 en beoordeelden hoe onderbouwd de conclusies zijn. Relevantie voor werkveld en onderwijs Het overzicht van bewezen werkzame elementen voor toezicht op delinquenten is bijzonder nuttig, voor het werkveld en voor hbo-opleidingen die toekomstige forensisch sociale professionals opleiden. Het kan richting geven aan deskundigheidsbevordering, aan beleidsontwikkeling van de reclassering, en ondersteunt keuzes die reclasseringswerkers dagelijks moeten maken in hun begeleidingscontacten met reclasseringscliënten.
Reclasseringsorganisaties in Nederland maken een ontwikkeling door naar vakmanschap waarin professioneel handelen en besluitvorming ingebed is in actuele vakkennis en afgestemd op de reclasseringscliënt. Dat sluit aan bij de principes van evidence-based practice (EBP) waarbij professionals in staat zijn tot het maken van weloverwogen besluiten rondom professioneel handelen op basis van wetenschappelijke kennis, professionele expertise en cliëntexpertise. De reclasseringsorganisaties hebben al verscheidene stappen gezet richting een EBP, maar ervaren daarin diverse knelpunten. Reclasseringswerkers vinden het moeilijk om op een adequate manier de verbinding tussen theorie en praktijk te maken en ervaringen van cliënten te betrekken bij het nemen van besluiten. Met dit onderzoeksproject willen we, aansluitend bij bestaande ontwikkelingen in de drie landelijke reclasseringsorganisaties, bijdragen aan het doorontwikkelen van de reclasseringspraktijk naar een EBP werkwijze. Op basis van bevindingen uit praktijk en theorie ligt de focus daarbij in elk geval op het verbeteren van: a) beschikbaarheid en toepassen van wetenschappelijke kennis; b) gespreksvoering met cliënten gericht op gebruik van expertise van cliënten; c) expliciteren van tacit knowledge; d) bevorderen van gebruik van feedback, zowel van collega’s als van cliënten; e) pendelen tussen en verbinden van kennisbronnen. We doen dat in zes reclasseringsteams langs twee sporen: ontwikkelen en onderzoeken. Ontwikkelen: in ontwikkelwerkplaatsen gaan we samen met de professionals en cliënten aan de slag met het in kaart brengen van de wijze waarop EBP op dit moment vorm krijgt. Op grond daarvan gaan we met elkaar veelbelovende initiatieven doorontwikkelen en nieuwe werkwijzen ontwikkelen die kunnen bijdragen aan een EBP. Onderzoeken: we onderzoeken hoe deze werkwijzen bijdragen aan verandering van gedrag en opvattingen van reclasseringswerkers en de werkwijze in betrokken teams, passend bij een EBP. Daarnaast evalueren we in hoeverre versterking van EBP bijdraagt aan recidivebeperking en re-integratie van reclasseringscliënten.