Onderwijscentrum De Twijn heeft een eigen intervisiemethode ontwikkeld om medewerkers in balans te laten zijn in hun werk. Een intervisor leidt de intervisiebijeenkomst, een geïnterviseerde brengt casuïstiek over het eigen werk in, en drie observanten ondersteunen de intervisie. Balans wordt volgens deze methode gezocht tussen de punten van de driehoek voelen, denken en handelen, en van de driehoek persoonlijke, professionele en organisatorische bronnen van inspiratie, waarden, en kaders.
DOCUMENT
Het is bekend dat de houding en opvattingen van de leraar een essentiële rol spelen in hoe zij diversiteit waarderen en ernaar handelen. Bijvoorbeeld de opvatting over de functie van het onderwijs: gaat het vooral om de ontwikkeling van kennis en vaardigheden, of meer om de ontwikkeling tot een verantwoordelijke, sociale burger? Verschillende opvattingen leiden tot verschillend handelen. Ook de verwachtingen die leraren hebben van hun leerlingen spelen een essentiële rol. Uit eerder onderzoek door Van den Bergh en collega’s blijkt bijvoorbeeld dat een negatievere houding van leraren ten opzichte van mensen met een migratieachtergrond samenhangt met lagere verwachtingen van leerlingen met een migratieachtergrond in hun klas. In de klassen van deze leraren was het verschil in cijfers voor schrijfopdrachten en Cito-toetsen van leerlingen met en zonder een migratieachtergrond ook beduidend groter dan in klassen van leraren zonder negatieve houding. Dit komt doordat leerlingen het merken als een leraar lage verwachtingen heeft, met name aan het non-verbale gedrag. Dit heeft invloed op de motivatie en het zelfbeeld van de leerling en daardoor ook op diens prestaties. Professionele ontwikkeling op dit gebied vraagt met name om bewustwording van de eigen houding, opvattingen en verwachtingen. Het is belangrijk dat leraren reflecteren op hun opvattingen, de wijze waarop zij hun verwachtingen over leerlingen vormen en hun handelen naar verschillende leerlingen. Dit vraagt om een open en reflectief onderzoekende houding.
DOCUMENT
De snel veranderende maatschappij en de digitalisering en globalisering ervan vragen van opleiders en docenten nieuwe inzichten, kennis en vaardigheden. Docentenopleidingen dragen de maatschappelijke en professionele verantwoordelijkheid om vakdidactische digitale innovatie naar, in dit geval, taal- en cultuuronderwijs, te initiëren, te begeleiden en te evalueren. Binnen dit lectoraat wordt onderzoek verricht naar innoverend en effectief taal- en cultuuronderwijs en naar effectief onderwijs over taalonderwijs bij de lerarenopleiding. Er wordt gekeken naar de rol die nieuwe media kunnen spelen in het optimaliseren van betekenisvolle leerprocessen. Welke toepassingen zijn beschikbaar voor het vreemdetalenonderwijs? Hoe kunnen die zinvol gebruikt worden? Welke didactiek hier hierbij? Wat zijn de rollen van opleiders, docenten en studenten? Wat zijn de kenmerken van effectieve werkvormen en taken die betekenisvolle leerprocessen bevorderen? De onderzoeksopbrengsten worden vertaald naar het talenonderwijs van de lerarenopleiding én het voortgezet onderwijs. Bovendien zullen deze resultaten bijdragen aan een sterke vakdidactische kennisbasis en docentcompetenties en aan een onderzoekende en innovatieve houding van opleiders, leraren in het veld en studenten in de snel veranderende educatieve sector. Dit impliceert een levenlang leren.
DOCUMENT
Deze gids is bedoeld als ondersteuning voor de spelbegeleider of docent die aan de slag gaat met het serieuze spel Visieverkenners. In deze handleiding staat de spelbegeleider centraal. Als spelbegeleider help je de spelers om het doel van het spel te begrijpen en begeleid je ze stap voor stap door de verschillende fases van het spel. Zo zorg je ervoor dat iedereen betrokken blijft en optimaal leert van de spelervaring.
DOCUMENT
Deze gids is bedoeld als ondersteuning voor de spelbegeleider of docent die aan de slag gaat met het serieuze spel Visieverkenners. In deze handleiding staat de spelbegeleider centraal. Als spelbegeleider help je de spelers om het doel van het spel te begrijpen en begeleid je ze stap voor stap door de verschillende fases van het spel. Zo zorg je ervoor dat iedereen betrokken blijft en optimaal leert van de spelervaring.
DOCUMENT
In het welzijnswerk speelt legitimatie van het eigen handelen een steeds belangrijkere rol. Welke rol speelt de welzijnswerker bij het uitvoeren van projecten en hoe ondersteunt hij de burger? Hoe bereikt hij zijn doelen en wat zijn die dan? Vragen die geleid hebben tot het Raak project, waarvan het Procivi reflectie-instrument één van de eindproducten vormt. Een verkorte versie van dit instrument is de Procivi Quick scan. Dit document bevat de Procivi Quick scan en de bijbehorende verantwoording. De originele, langere versie van het reflectie-instrument wordt gepresenteerd en verantwoord in het rapport Professionalisering van de welzijnswerker. Zelfreflectie als instrument. (Lamers et al. 2009)
DOCUMENT
Dit rapport geeft een compact overzicht van de ontwikkelingen en activiteiten vanaf de startperiode 1 september 2008 tot aan 31 december 2010 van het Kenniscentrum Wetenschap & Techniek West (hierna genoemd KWT West). U krijgt inzicht in de kennis die het kenniscentrum gedurende drie jaar heeft verworven, wat zij hiermee heeft gedaan en waartoe dit heeft geleid. Voorbeeld van een project is het Programma Verbreding Techniek Basisonderwijs (VTB). Het doel van VTB is om meer jongeren te motiveren voor een bèta-georiënteerde opleiding, beroep en functie. Onderzoek (Diephuis 2003) laat zien dat ervaringen op jonge leeftijd van grote invloed zijn voor een studie- en beroepskeuze. Binnen het VTB-programma hebben 2.500 basisscholen de afgelopen jaren de mogelijkheid gekregen om VTB subsidie te ontvangen voor het verankeren van wetenschap en techniek op de basisschool. De subsidieregeling stelde basisscholen in staat techniekmaterialen aan te schaffen en een techniekcoördinator aan te stellen.
DOCUMENT
Veel mensen krijgen tijdens hun loopbaan, levensloop, te maken met een of andere vorm van verlies. Zij worden dan geconfronteerd met wat wij aanvankelijk venijnige vraagstukken noemden, maar later hebben verwoord als loopbaanknooppunten. Situaties met consequenties voor loopbanen; situaties die leiden tot handelingsverlegenheid en vele vragen oproepen, die verder gaan dan de gangbare 'matchings' loopbaanvragen, zoals: wat wil ik? Wat kan ik? Welke baan, werk- of leefomgeving pas goed bij mij? Welke plek wil ik in de samenleving innemen? In dit praktijkgerichte onderzoek zijn de auteurs op zoek gegaan naar een 'nieuwe, verdiepende' manier van begeleiden van loopbaanontwikkeling van mensen die het zwaar te verduren hebben. De veerkracht, draaglast en draagkracht van betrokkenen stond centraal bij de diepte-interviews, die op interactieve wijze met behulp van het ontwerpgerichte onderzoeksmodel van Andriessen (2007) zijn geanalyseerd door een viertal ervaren loopbaanprofessionals. Beide auteurs hebben hun door praktijkervaringen opgebouwde expertise tijdens diepgaande intervisie gekoppeld aan theoretische input vanuit diverse (inter)nationale literatuurbronnen. Gebruikmakend van het conceptuele kader van Van Yperen en Veerman (2008) hebben zij als 'reflective professionals' (Schön, 1995) toegewerkt naar een potentieel veelbelovende begeleidingstheorie en methodiek.
DOCUMENT
De zorg voor jeugd is enorm in beweging vanwege de transitie en transformatie van de jeugdhulp. Met de transitie wordt bedoeld dat sinds 1 januari 2015 gemeenten verantwoordelijk zijn voor alle zorg voor jeugd. Deze verandering is ingezet om de grote druk op gespecialiseerde zorg terug te dringen en de verkokerde manier van werken binnen de jeugdhulp aan te pakken. Tijdens de inaugurele rede gaat dr. Janneke Metselaar in op effectief werken in de zorg voor jeugd en hoe het lectoraat een bijdrage wil leveren aan de kennisontwikkeling op dit gebied. De sessies van het symposium variëren van onderwerpen als richtlijnen in de jeugdhulp tot digitale tools en de regie van zorg. Lectorale rede in verkorte vorm uitgesproken op 29 januari 2016, NHL Hogeschool
DOCUMENT
DOCUMENT