This is a manual on supervision with video recordings and role-play. The manual provides points of reference for reflecting in a team on the implementation of the work and learning from each other by means of video recordings and role-play. We know that the quality of the care provided is directly related to the outcomes for clients. And we know that learning from each other helps to improve this quality. Using this manual, a team can get to work on this.
Wat is de beroepsidentiteit van sociaal werk, wat behoort zij te zijn? Sociaal werk wordt wel omschreven als een professie maar ook als een ambacht, vaak zonder duidelijk onderscheid tussen en wellicht zelfs door impliciete gelijkstelling van deze kwalificaties. Met behulp van de ideaaltypische benadering kan echter worden aangetoond dat deze twee typen beroepen niet alleen veel overeenkomsten delen maar ook op enkele punten fundamenteel van elkaar verschillen. Op basis van het werk van Freidson (2001) en Sennett (2008) kan worden aangetoond dat het ideaaltypische doel van professies het realiseren van een abstracte waarde (zoals rechtvaardigheid) is, terwijl ambachten gericht zijn op het manipuleren van concrete materialen (bijvoorbeeld steen). Bijgevolg zijn (enkel) professies beroepen met een morele identiteit. In alle zelfdefinities van sociaal werk is deze morele identiteit, deze humanitaire kern aanwezig (zie bv. IFSW, NVMW). Daarom moet sociaal werk worden beschouwd als een professie en niet als een ambacht. Dit is niet louter een academische discussie maar beïnvloedt bijvoorbeeld de positie van dit beroep in de samenleving, zoals aan de hand van de ministeriële richtlijnen betreffende Welzijn Nieuwe Stijl kan worden geïllustreerd.
Background: Acquiring the theoretical and practical knowhow of conducting patient and public involvement (PPI) in research is not part of the traditional curriculum of researchers. Zuyd University of Applied Sciences and Huis voor de Zorg, a regional umbrella patient organization, therefore started a 1.5-year coaching programme. Objective: To establish a community of practice by developing a PPI coaching programme for senior and junior health services researchers of Zuyd University. The context consisted of research projects conducted by the participants. Methods: A participatory action research methodology. Data were collected from reports of thematic group meetings and individual sessions with participants, field notes and regular reflection meetings with the project team. Data were analysed by reflexive deliberation. Findings: The programme comprised a kick-off meeting (52 attendees), followed by 7 group meetings with 11 junior and 9 senior researchers. The project team constructed a serious game based on the concept of the participation ladder. Questions and concerns differed for junior and senior researchers, and separate tailored meetings were organized for both groups. Between group meetings, participants received individual assignments. Group meetings were accompanied by individual coaching sessions to provide tailor-made feedback. The programme concluded with a combined meeting with all stakeholders. Conclusion: Building a community of PPI practice through action research facilitates the development of a coaching programme that fosters social learning, empowerment and the development of a shared identity concerning PPI. The role and responsibilities of senior researchers should be distinguished from those of junior researchers.
Om de zorg betaalbaar, uitvoerbaar en kwalitatief goed te houden, hebben in veel organisaties voor ouderenzorg change agents (ook wel innovatiemanagers, projectmanagers, aandachtsvelders genoemd) de taak gekregen ehealth te implementeren. Vaak zijn change agents echter onvoldoende toegerust om de complexe veranderprocessen waar het om gaat bij duurzame implementatie van zorgtechnologie in de dynamische praktijk van de ouderenzorg, vorm te geven. Vanwege deze weerbarstige en kwetsbare praktijk schieten bestaande modellen en stappenplannen tekort, en is experimenteren en het leren van de benodigde vaardigheden lastig. Simulatieleren biedt deze mogelijkheden wel en is een veelbelovende aanpak in het voorkomen dat de inzet van zorgtechnologie stokt na de pilot-fase. In het project “Train de change agent: S(t)imulatie van implementatie van digitale technologie in de ouderenzorg” ontwikkelen we een simulatie-leeromgeving die zodanig opgezet, ingericht en ingezet kan worden dat change agents de vaardigheden kunnen trainen die nodig zijn om in de complexe veranderprocessen rondom duurzame implementatie van technologie in de ouderenzorg beter in staat te zijn effectieve strategieën te bepalen en zo nodig bij te stellen. De simulatie-leeromgeving wordt samen met change agents en overige experts uit kennisinstellingen, ouderenzorgorganisaties en MKB in een iteratief proces ontwikkeld. Ontwerpgerichte onderzoeks- en werkmethoden worden ingezet om te komen tot authentieke casuïstiek, technische en inhoudelijke vereisten van de leeromgeving, effectevaluatie en implementatie. Het doel is om een simulatie-leeromgeving te ontwikkelen die recht doet aan de complexiteit van implementatie van digitale technologie in de werkprocessen binnen de ouderenzorg, die diepgaand leren van change agents via reflection-on-action en reflection-in-action mogelijk maakt, getest is op validiteit en effectiviteit, en die duurzaam ingezet kan worden bij zorgorganisaties.