Duurzaamheidsbalans: verschillende onderzoeksrapporten laten zien dat Europese grondstoffen voor eiwit in veevoer milieuvriendelijker zijn dan soja uit Zuid-Amerika. Het is daarom vanuit milieu-oogpunt wenselijk om meer regionaal geteeld eiwitrijk veevoer te gebruiken in Nederland.Ketenaanpak: De Raad meent dat voor het oplossen van de geïdentificeerde knelpunten een ketenaanpak essentieel is. Niet slechts één partij heeft de oplossing. Momenteel ontbreekt verbinding en kennis in de keten. Voor deze verbinding is het nodig dat alle betrokken partijen met elkaar open het gesprek aangaan en elkaar betrekken bij het oplossen van ieders knelpunten.Voornaamste knelpunten 1. HANDEL: Door afspraken zoals Blair House agreement en GATT is eiwit van buiten de EU goedkoop en is een achterstand opgelopen in kennis over en ervaring met Europese eiwitteelt. 2. TEELT: De teelt van eiwitgewassen is relatief onbekend bij Nederlandse boeren, rassen zijn verouderd of onvoldoende beschikbaar en het saldo is in veel gevallen nog te laag, waarbij positieve effecten onbekend of ondergewaardeerd zijn.3. VERWERKING en 4. SCHAAL: Regionaal eiwitrijk veevoer is onvoldoende beschikbaar, vooral omdat verwerkingsmogelijkheden nog beperkt zijn en de kleinere schaal extra kosten met zich mee brengt. Dit maakt tevens investeringen onaantrekkelijk.5. MARKT: Regionaal geteeld eiwit leidt als gevolg van een hogere kostprijs tot duurder veevoer. Het halen van een meerprijs bij de consument voor producten geproduceerd met regionaal veevoer lukt (nog) niet, mede omdat er onvoldoende bewustzijn is over de problematiek. Maatschappelijke organisaties, retail en de overheid spelen hierin een rol.
DOCUMENT
Deze publicatie doet verslag van het proces om te komen tot een regionale voedselketen in de regio Westerkwartier gelegen in het stedelijk veld Groningen. Deze regio heeft op dit moment een gerichtheid op de melkproductie voor de globale markt en vrijwel geen oriëntatie op de eigen omgeving zoals de inwoners van de stad Groningen
DOCUMENT
In het najaar van 2014 is de motie Ruim baan voor Oost Groningen aangenomen, waarna de ‘Commissie van Zijl’ voor Oost Groningen is ingesteld. Om het hoofd te bieden aan de buitengewoon complexe maatschappelijke opgaven in de regio Oost-Groningen, voerde de commissie een tweeledige opdracht uit: het realiseren van een bestuursakkoord (het Akkoord van Westerlee van februari 2015) en het verkennen van mogelijkheden tot vergroting van de werkgelegenheid in de regio. Voor dit tweede punt zijn vijf werkgroepen met vertegenwoordigers van onderwijsinstellingen, zorgorganisaties, ondernemers, FNV, gemeenten en provincie gevormd die projectvoorstellen hebben voorbereid. Een daarvan gaat over de verwaarding van de landbouwproductie door het opzetten van regionale ketens tussen producenten, verwerkers en afnemers. Door de primaire producten binnen de regio te verwaarden creëer je nieuwe werkgelegenheid. Bovendien ontstaat een breed palet aan regionale producten en specialisaties, wordt de agri-foodsector economisch krachtiger en minder milieubelastend – allemaal resultaten waar je de regio positief op de kaart kunt zetten. In december 2015 heeft de commissie haar bevindingen, aanbevelingen en een werkagenda voor de voorgestelde projecten vastgelegd in het eindrapport Kop d'r Veur. GS hebben laten weten dat ze de door de commissie ingezette beweging willen voortzetten. Daarom wordt en is gewerkt aan een voorstel om de projecten verder uit te voeren en een regisseur aan te stellen. Dit is het kader waarin het aanbod voor de voorbereiding van de regionale voedselketen tot stand is gekomen. Verantwoordelijk voor dit bid is de werkgroep landbouw, mede met inbreng vanuit het lectoraat Duurzaam Coöperatief Ondernemen van Hanzehogeschool en Terra MBO.
DOCUMENT