Er is veel geschreven over de rol van sport in het bevorderen van sociaal, psycho‐ logisch en fysiek welbevinden van mensen. Deze literatuur is echter grotendeels gericht op het sociaal domein en daarbinnen veel op jonge mensen, maar weinig op contexten binnen een justitieel kader, bijvoorbeeld de gevangenis of reclasse‐ ring. De wetenschappelijke aandacht voor de meerwaarde van sport en bewegen voor delinquenten is beperkt. In een lopend onderzoeksproject onderzoeken wij de belangrijkste factoren om sport in te zetten ter bevordering van participatie van mensen in een kwetsbare positie (in detentie, de reclassering en de maatschappelijke opvang). Daarbinnen is een literatuurstudie uitgevoerd naar de meerwaarde van sport en bewegen, specifiek voor delinquenten. Dit betreft dus personen die binnen een justitieel kader sport- en beweegactiviteiten ondernemen of binnen een sportcontext re-integreren (denk bij dat laatste bijvoorbeeld aan vrijwilligerswerk op een sportclub in de laatste fase van detentie). In dit artikel wordt antwoord gegeven op de vraag: wat is in de literatuur bekend over de meerwaarde van sport en bewegen voor het reintegreren van delinquenten?
DOCUMENT
Dit is het tweede deel van een drieluik over reïntegratie van bijstandsmoeders in Maastricht. In het eerste deel staan de bijstandsmoeders zelf centraal. In het derde deel wordt de praktijk belicht vanuit de optiek van de samenwerkingspartners van de dienst Sociaal Economische Zaken (SEZ) van de gemeente Maastricht. In dit (deel)onderzoeksrapport staat de WIZ-consulent centraal. In de eerste twee hoofdstukken van het onderzoek wordt de veranderende beleidsarena beschreven waarbinnen dit onderzoek plaatsvindt, landelijk en in Maastricht. In het derde hoofdstuk wordt stilgestaan bij de opzet van het deelonderzoek. Dan volgt de kern van het onderzoek, in vier hoofdstukken wordt de visie van de WIZ-consulenten verwoord op het landelijke- en gemeentelijke beleid, de samenwerkingspartners, de doelgroep bijstandsmoeders en hun visie op eigen handelen en deskundigheid. In hoofdstuk acht staan de conclusies en aanbevelingen. Overigens: de aanbevelingen komen voor een groot deel uit de kokers van de geïnterviewden. Het illustreert hoe goede WIZ-consulenten betrokken zijn op de uitvoeringspraktijk van de instelling en op de cliënten om wie het uiteindelijk allemaal gaat.
DOCUMENT
In de periode 2014-2015 organiseerde de Amsterdamse Wmo-werkplaats een aantal netwerkbijeenkomsten onder de naam: ‘Leren in Gezelschap’. Alle bijeenkomsten gingen over thema’s rond ervaringsdeskundigheid en/of herstel en herstelondersteuning en vonden plaats bij diverse Amsterdamse partners die op dit vlak expertise hebben opgebouwd. Met verschillende betrokkenen waaronder professionals, ervaringsdeskundigen, cliënten, docenten, onderzoekers en studenten, werd bij iedere bijeenkomst een prangende kwestie opgepakt en uitgewerkt. De schrijvers willen met dit verslag andere geïnteresseerden uitnodigen om op deze wijze verder samen vorm te geven aan het lerend netwerk en deze thema’s verder uit te diepen.
DOCUMENT