Dit is alweer de vijfde editie van het congres Met het oog op behandeling. De afgelopen jaren hebben we gezien dat de maatschappelijke belangstelling voor mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) sterk toeneemt. Dit jaar is er zelfs een Interdepartementaal Beleidsonderzoek gedaan door diverse ministeries over de positie van mensen met een LVB in de Nederlandse samenleving. In het onderzoeksrapport wordt gepleit voor het verbeteren van de communicatie tussen algemene voorzieningen en deze burgers. Voor alle professionals in het brede sociaal domein wordt aanbevolen dat zij meer kennis en vaardigheden moeten hebben voor hun hulp- en dienstverlening aan mensen met een LVB. Dat geldt voor alle professionals in het sociaal domein en in het bijzonder voor professionals die werken voor cliënten met een LVB waarbij sprake is van ernstige gedragsproblematiek en psychische problemen. In dat geval moet je kunnen omgaan met ‘onbegrepen gedrag’ en agressie en wil je beschikken over de beste, actuele kennis op dat gebied.
DOCUMENT
Docenten van Fontys Hogeschool Bedrijfsmanagement, Educatie en Techniek (BEnT) hebben geëxperimenteerd (Gorissen, 2014) met Flipping the Classroom in relatie tot de taxonomie van Bloom. Bij dit concept worden lage kennisniveaus uit deze taxonomie voor de les aangesproken en in de les worden hogere kennisniveaus aangesproken. Bij het herontwerp van hun lessen zijn docenten ondersteund door workshops, gegeven door Fontys Educatief Centrum (FEC). Het onderzoek geeft inzicht in de ervaringen van docenten als ze Flipping the Classroom toepassen en dient als input voor FEC zodat toekomstige workshops nog beter aansluiten bij behoeften van docenten. De hoofdvraag is: Wat zijn ervaringen van docenten en studenten van een HBO-instelling met het toepassen van de taxonomie van Bloom in relatie tot Flipping the Classroom? Hiervoor zijn drie deelonderzoeken uitgevoerd, te weten een kwalitatieve analyse van de lesvoorbereidingen en individuele interviews met docenten en een kwantitatief onderzoek onder studenten over de door hun gevolgde lessen via dit concept. Resultaten laten zien dat docenten het concept correct toepassen en ze hiervoor activerende werkvormen en ICT tools inzetten. Docenten zijn enthousiast over de toepassing ondanks dat herontwerp tijdrovend is. Studenten kenden het concept vooraf niet maar hérkenden het wel, zowel voorafgaand als in de les. Vanwege de lage respons onder studenten kan alleen een voorzichtige conclusie getrokken worden dat het concept bijdraagt aan betere verwerking van de leerstof en dat het vaker toegepast mag worden. De belangrijkste aanbevelingen zijn gericht op kennisdeling tussen docenten die dit concept (willen gaan) toepassen in het onderwijs en nader onderzoek naar de invloed op de leerprestaties van de studenten.
DOCUMENT
Lectorale rede, in verkorte vorm uitgesproken bij de aanvaarding van de functie van lector Mens en Technologie aan Fontys Hogeschool HRM en Psychologie op 7 juni 2013. In deze rede wordt men meegenomen op een tochtje door de wereld van mens en technologie. Eerst worden een aantal relevante ontwikkelingen op het snijvlak van psychologie en technologie getoond. Vervolgens wordt men meegenomen in de praktijk door voor verschillende toepassingsdomeinen de mogelijkheden van technologie te laten zien en relevantie onderzoeksvragen te bespreken. Tenslotte wordt door de wereld van het HBO en het lectoraat gereisd, waarbij wordt getoond wat de missie is van het lectoraat en hoe er gestalte aan gegeven zal worden. Onderweg wordt geregeld uit het raampje gekeken om inspirerende voorbeelden te zien van projecten, producten en samenwerkingsverbanden.
DOCUMENT
Dit boek is een brede collectie teksten over eigentijds fascisme, geschreven door het Nederlandse theoriecollectief Bilwet in de periode 1983-1994. De map bevat onder andere een lezing over wolven, zes kleurplaten met Kuifje en Hitler, een analyse van getuigenissen van SS’ers, mijmeringen in Berlijn en een ambulant-wetenschappelijk artikel over filosofenmode. De Bilwet fascismemap, indertijd gemaakt voor scholingsdoeleinden in de kraakbeweging, werd niet eerder uitgegeven. Waarom dan nu toch wel? Vijfendertig jaar oude fascismeanalyses zijn niet zomaar toepasbaar op de huidige maatschappij. Maar in de antifascistische discussies, die in links-progressieve kringen nog niet zo lang geleden gemeengoed waren, liggen belangrijke lessen voor het heden. Hoe zag dat antifascistisch discours eruit? Wat was de relatie tussen klasse- en seksestrijd? Hoe vond de kennisoverdracht tussen de generaties toen plaats en hoe verloopt die nu? De Bilwet fascismemap geeft inzicht in deze vragen en daarmee een inkijk in de geschiedenis van wat ook wel de niet-fascistische, feministische mannenbeweging genoemd kan worden.
MULTIFILE
De auteurs "allen werkzaam bij TNO, hebben zich gebogen over inclusieve technologie. Dat is technologie die kwetsbare mensen ondersteunt in het zoeken naar werk en/of aan het werk blijven. Belangrijke factoren hierbij zijn zoekintentie, -vaardigheden, goede taakuitvoering, vitaliteit, ontwikkeling en mobiliteit."
LINK
De ontwikkeling en toepassing van Kunstmatige Intelligentie (KI) heeft een aanzienlijke impact op bestaande competenties binnen vrijwel elk vakgebied, van onderzoek tot communicatie. Voor niet-ICT-opleidingen betekent dit dat het onderwijs moet worden aangepast om studenten effectief voor te bereiden op een AI-gedreven toekomst. Hoewel 21e-eeuwse vaardigheden een solide basis bieden voor een snel veranderende wereld vol technologie, digitalisering en innovatie, rijst de vraag of deze vaardigheden voldoende zijn in een tijd waarin dagelijks honderden nieuwe AI-tools verschijnen. Het onderzoeksproject `AI4Students' biedt een innovatieve aanpak waarin hbo-teams van docenten en studenten samenwerken aan de ontwikkeling van `AI-ready persona's'. Deze persona's definiëren AI-gerelateerde competenties die niet alleen de toekomst van hun eigen opleiding vormgeven, maar ook een waardevolle leidraad bieden voor andere opleidingen om hun specifieke werkveld beter te begrijpen en te integreren.
DOCUMENT
README.first is a bilingual collection of mini-essays, published in the run up to the Plokta filmfestival. We’ve asked writers, researchers, theorists, artists, programmers, and others to pick an online video that functions as a stepping stone for their thought and practice and to comment shortly on why they find the video so significant, funny, or outright disturbing. The resulting reflections speak about Silicon Valley obsessions, our mediated social lives, the impact of technology on centuries old games, and more.Plokta showcases film as a frame of socio-technological themes and discussions. With these essays we want to broaden the scope to one of the most significant developments in visual culture of the past decades: the rise of online video. At the Institute of Network Cultures (INC), online video has been a research topic already since 2007, in a continuous project named Video Vortex. Together, Plokta and INC, hope to stimulate reflections before, during and after the festival on what the moving image has to say to us.
MULTIFILE
Elk jaar wordt een afgelegen locatie, zoals een eiland, getransformeerd tot een internationale ontmoetingsplaats waar workshops over kunst, media, gaming, wetenschap, technologie en duurzame innovatie worden gegeven. De uitwisselingsweek is transdisciplinair en stimuleert dialoog en actieve interactie tussen studenten, docenten, gastartiesten en deelnemende bezoekers, wat uiteindelijk leidt tot een klein festival. De publicatie 'Crisis! Re/Constructing Europe' gaat over de Island CQ editie die plaatsvond in Hongarije van 1 tot 13 mei, 2013. Tijdens de voorbereidingen van deze editie werden de media en het politieke debat beheerst door de financiële crisis in Europa. Elk land heeft een andere geschiedenis en dus een unieke relatie met Europa. Dit bracht de vraag naar boven wat de crisis eigenlijk betekende voor de mensen in verschillende Europese landen, en hoe ieder daar op zijn eigen manier mee omging.
DOCUMENT
Begin 2020 heeft de gemeente Den Haag aan De Haagse Hogeschool (Lectoraat Urban Ageing) gevraagd om samen met Hulsebosch Advies en AFEdemy een integrale monitor te ontwikkelen en uit te voeren waarbij, door middel van kwalitatieve en kwantitatieve methoden, onderzoek wordt gedaan naar de stand van zaken van Den Haag als seniorvriendelijke stad en tevens te kijken naar huidige trends aangaande ouderen. Tevens vroeg de gemeente om de ontwikkeling van een meetinstrument dat in de toekomst eenvoudig bij herhaling kan worden ingezet voor onderzoek: de standaard Age Friendly Cities and Communities Questionnaire (AFCCQ) voor ouderen1. In een stadsenquête en in zogenaamde stadsateliers zijn ouderen gevraagd naar hun bevindingen. In totaal hebben 393 Haagse ouderen meegedaan aan de enquête en 50 aan de stadsateliers. De aan de ouderen gestelde vragen gingen over de volgende acht onderwerpen die volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gezamenlijk de seniorvriendelijkheid van een stad bepalen: ●Huisvesting; ●Sociale participatie; ●Respect en sociale inclusie; ●Burgerschap en werkgelegenheid; ●Communicatie en informatie; ●Sociale en gezondheidsvoorzieningen; ●Buitenruimte en gebouwen; ●Transport; ● en aanvullend, een negende domein: Financiën. CC-BY NC ND https://www.dehaagsehogeschool.nl/onderzoek/lectoraten/details/urban-ageing#over-het-lectoraat
MULTIFILE
Waarom zorgen we voor elkaar? Filosoof Martin Buber beargumenteert dat lang voordat een kind ‘ik’ kan zeggen en kan reflecteren, er sprake is van een relatie tussen het kind en een ander. Een kind is van nature verlangend en geneigd om relaties aan te gaan met andere mensen, in veel situaties eerst met de moeder. Alleen binnen en door zulke relaties kan het kind een betekenisvolle wereld leren kennen.
DOCUMENT