Leo Witte, docent aan de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening, bespreekt het probleem van meervoudige zorg- en hulpindicaties binnen de schuldhulpverlening. Naar aanleiding van een klacht van een ggz-client aan het adres van een schuldhulpverlener heeft de auteur een casus uitgewerkt. Hierin wordt onderzocht hoe de klacht heeft kunnen ontstaan. Hij sluit zijn artikel af met aanbevelingen voor het werkveld, waaronder zorgvuldige verslaglegging en collegiale intervisies.--Inleiding artikel:Schuldhulpverleners in de grote steden worden meer en meer geconfronteerd met cliënten met meervoudige zorg- en hulpindicaties. Het betreft problemen zoals verslavingen, psychiatrische aandoeningen, sociaal isolement en schulden. Een categorie mensen die nu duidelijker bij de schuldhulpverlening in beeld komt, is de ggz-geïndiceerden. Bij sommige Amsterdamse instellingen gaat het om substantiële percentages van het cliëntenbestand.
Laaggeletterdheid is een erkend maatschappelijk probleem en staat de laatste jaren nadrukkelijk op de politiek-bestuurlijke agenda. De cijfers over laaggeletterdheid zijn verontrustend. Volgens het onderzoek van de OESO geldt landelijk 12% procent van de beroepsbevolking als laaggeletterd, voor Amsterdam was al bekend dat 16% behoort tot die categorie (Buisman en Houtkoop, 2014). Uit eerder veldonderzoek van het lectoraat Management van Cultuurverandering komen veel hogere uitkomsten naar voren dan de cijfers die al bekend waren: 27% van de beroepsbevolking in Amsterdam Nieuw-West is hoogstwaarschijnlijk onvoldoende leesvaardig. De hoogste percentages zijn te vinden in Slotermeer Noordoost (41%) en Slotermeer Zuidwest en Geuzenveld (allebei 37%) (Achbab, Fukkink, Straathof & Faddegon, 2015). Leesvaardigheid is een noodzakelijke voorwaarde voor geletterdheid. Dat betekent dus dat het probleem van laaggeletterdheid in een aantal delen van Amsterdam mogelijk groter is dan men denkt. Dat geldt waarschijnlijk ook voor Amsterdam Zuidoost. Veel van die problematiek is verborgen laaggeletterdheid waardoor de populatie moeilijk te bereiken is.
Mensen willen meedoen en niet aan de kant blijven staan. Velen hebben best ideeën om mee te doen. Om die ideeën te verwezenlijken is naast kennis, informatie enruimte om te ondernemen ook geld nodig. Juist aan de onderkant van de samenleving wil men kunnen lenen, verzekeringen kunnen afsluiten, de mogelijkheid hebben om geld over te maken en om spaargeld weg te kunnen zetten. Tegen redelijke prijzen en graag vlakbij. Steeds meer mensen grijpen die kansen om mee te doen die door microfinancieringsinstellingen mogelijk gemaakt worden. Een netwerk van gespecialiseerde organisaties verstrekt heden ten dagen in veel landen allerlei diensten, variërend van microleningen (microkrediet), microverzekeringen, microsparen tot micropensioenen. Al die diensten worden op een andere manier aangeboden dan banken gewend waren te doen. Een nieuwe manier is ontstaan om met geld om te gaan en mensen met geld in aanraking te brengen. Een netwerk van nieuwe organisaties is tot ontwikkeling gekomen en dat stelsel is zichtbaar geworden. Die zichtbaarheid leidt ook tot vragen. Eerst werd alleen het succes van microkrediet en microfinanciering belicht, maar de kritiek volgde snel. Worden de juiste mensen wel bereikt? Waarom zijn de rentes zo hoog? Wie profiteert eigenlijk? Waarom worden private investeerders door de programma's aangetrokken? En waarom worden ideële organisaties verkocht aan privé-investeerders? Het succes van microkrediet kreeg de aandacht die zij verdiende. Microfinanciering komt nu onder kritiek. En er wordt nu over financial inclusion gesproken. Om mee te praten en een mening te vormen, moet men wel weten wat microkrediet of microfinanciering nu eigenlijk inhoudt. Wat wordt eronder verstaan? Waar heeft men het over? Dit boek is een vervolg op "Microfinanciering dat kennen...". Het maakt 'de wereld van microfinanciering' toegankelijk en kan tot verrassende inzichten leiden. Het is bedoeld voor iedereen die mee wil praten over microkrediet, microfinanciering en financial inclusion. En voor iedereen die bereid is vragen te stellen en naar antwoorden op zoek te gaan. Wij behandelen in dit boek onderwerpen die vaak aan de orde komen in het debat, maar geven geen pasklare antwoorden. Wij hopen dat het boek uitdaagt om actief naar antwoorden op zoek te gaan. En dat de gebruiker antwoorden vindt die tot een nog effectievere inzet van microfinanciering leiden. De mensen die van microfinanciering gebruik maken en zo mee kunnen doen in de samenleving hebben daar recht op.