Het aantal kinderen dat slachtoffer is van kindermishandeling en huiselijk geweld is hoog en al jaren constant. Met de komst van moderne digitale technologieën wordt voorzichtig verkend of er oplossingsrichtingen liggen ten aanzien van dit probleem. Hoewel technologieën zoals big data en machine learning potentie hebben in het analyseren van grote hoeveelheden data en dus ook in het mogelijk (eerder) signaleren van kindermishandeling, zijn er de nodige programmatische en ethische overwegingen waar rekening mee dient te worden gehouden. Indien mogelijke toepassingen nader worden verkend, is het tevens van belang dat professionals binnen het sociale domein ook kennis hebben van de werking van de diverse vormen van digitale technologie en dat er wordt intensief wordt samengewerkt met de verschillende domeinen waarin de technologie nader wordt ontworpen.
Op basis van laadgedrag is een schatting gemaakt van het geaggregeerde laadgedrag van de complete Nederlandse elektrische autovloot
Het schooljaar 2011-2012 wordt gezien als de beginfase van de Haagse Aanpak Gezond Gewicht (HAGG) in de wijk Bouwlust/Vrederust. Tijdens deze fase is onderzoek verricht naar het bereik, adoptie en effect van de activiteiten van de HAGG. Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van een activiteitenmonitor, interviews met kinderen, ouders en scholen en observatiegegevens van de consumptie van eten/drinken tijdens de ochtendpauze. In totaal zijn twaalf activiteiten georganiseerd gericht op het eten van fruit, het drinken van water of bewegen. De activiteiten hebben met name de doelgroep in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar kunnen bereiken. De mate van participatie van wijkpartners in de HAGG activiteiten verschilt per thema, waarbij de participatie voor het thema water het grootste was. Door het instellen van een fruit- of watermoment lijkt het mogelijk om gezond gedrag te stimuleren tijdens schooltijd. ABSTRACT The 2011-12 school year is seen as the initiation phase of "HAGG", the Dutch Healthy Weight community programme in the city of The Hague. During the initiation phase of the programme, data were collected on reach, adoption and effectiveness of the HAGG activities, using an activity database, interviews among children, parents, and schools and observational data on fruit and water consumption during school time. In total, twelve activities were organized. The activities were directed towards fruit consumption, water consumption or physical activity. The activities reached the target population in the age of 4-13 years, especially. At the community level the degree of participation of different community partners was the highest for the drinking water activities. Fruit and drinking water breaks are likely to increase fruit and water consumption during school time.
Een burgerberaad is een relatief nieuwe, populaire participatievorm. Verschillende overheidsorganisatie, waaronder veel gemeenten, experimenteren ermee of gaan dat de komende jaren doen. Een burgerberaad is een participatievorm waarbij een representatieve (gelote) groep burgers een overheidsorganisatie adviseert over een urgent, complex en veelal omstreden vraagstuk. De adviezen komen tot stand in een aantal bijeenkomsten waarin deelnemers zich met behulp van experts verdiepen in het vraagstuk en er diepgaand over met elkaar in gesprek gaan. Het burgerberaad wordt gezien als kansrijke participatievorm voor vraagstukken over klimaat en duurzaamheid. Het organiseren van een burgerberaad is niet eenvoudig. Participatieprofessionals, de groeiende groep ambtenaren die verantwoordelijk is voor burgerparticipatie, vragen zich af: hoe ontwerp en organiseer je een burgerberaad op een goede manier? Zij willen het goed doen, omdat een niet goed georganiseerd burgerberaad averechts kan werken en de bereidheid tot participatie en het vertrouwen van burgers in de overheid schaadt. In dit participatieve onderzoek staan vier kenmerkende eigenschappen van burgerberaden centraal. Het gaat hier om representativiteit van de deelnemersgroep, de rol van experts tijdens het burgerberaad, de doorwerking van adviezen in beleid en de maatschappelijke inbedding ervan. In leernetwerkbijeenkomsten met participatieprofessionals die betrokken zijn bij de organisatie van een burgerberaad, merendeel over klimaat of duurzaamheid,) worden ervaringen uit de praktijk en inzichten uit het onderzoek met elkaar verbonden. Met de inzichten uit dit onderzoek worden participatieprofessionals bij het maken van onderbouwde keuzes bij de organisatie van een burgerberaad. De inzichten worden o.a. ontsloten door middel van een ontwerp-toolkit waarin participatieprofessionals vooraf, tijdens en na afloop ven een burgerberaad worden geholpen bij het maken van keuzes. Ten tweede beoogt dit onderzoek meer inzicht te geven in de waarde van burgerberaden als participatievorm bij vraagstukken over klimaat en duurzaamheid.
Welke rol heeft de politie in de samenwerking met het zorgdomein, vooral bij incidenten met kwetsbare personen met meerdere en complexe problemen? In dit project onderzoeken we dit samen met politie- en zorgprofessionals in de regio Midden-Nederland.Doel In de laatste jaren is de rol van de politie in Nederland steeds meer veranderd. Door de ontwikkelingen in het sociaal- en zorgdomein, zoals de decentralisatie van zorgtaken naar gemeenten, wordt er steeds meer een lokaal beroep op de politie gedaan. Tegelijkertijd ontwikkelde de politieorganisatie zich naar een meer afstandelijke, ‘abstracte’ politie. Om overlast en criminaliteit te verminderen en te voorkomen werkt de politie steeds vaker samen met lokale partners uit de verschillende domeinen, vooral bij incidenten met kwetsbare mensen met meerdere en complexe problemen. Deze intensieve domeinoverstijgende samenwerking staat soms op gespannen voet met de primaire politietaken. Wie zorgt voor wat? Het project wil inzicht verschaffen in de samenwerking tussen het zorg- en veiligheidsdomein, waarbij specifiek gekeken wordt naar de rol van de politie hierin. Vragen die aan bod komen: hoe wordt de samenwerking momenteel ervaren door zorg- en politieprofessionals? Wat verwachten zorgpartners van de politie bij incidenten waar straf en zorg samen komen? Is hulpverlening politiewerk of moet de politie zich beperken tot handhaven en repressie? Dit onderzoek wordt uitgevoerd in vijf gemeenten in regio Midden-Nederland. Resultaten Het onderzoek levert inzichten op die bijdragen aan een politieaanpak bij acute en voortdurende onveilige situaties waar straf en zorg aan de orde zijn. Het wil hiermee ook bijdragen aan het voorkomen van deze situaties. Het geeft daarnaast inzicht in de vraag aan welke politie behoefte is in deze samenleving en hoe deze behoefte te vertalen is naar de politieorganisatie. Per gemeente wordt een factsheet ontwikkeld met de belangrijkste onderzoeksresultaten. De overkoepelende bevindingen worden verwerkt tot een boekpublicatie in de reeks van Politie & Wetenschap en een infographic met een samenvatting van de resultaten. Daarnaast wordt een presentatie ontwikkeld, geschikt voor workshops in het zorg- en veiligheidsdomein. Looptijd 01 juni 2020 - 01 januari 2023 Aanpak Het onderzoek bestaat uit vier fasen: Fase 1: literatuurstudie In de eerste fase van dit onderzoek vindt een literatuurstudie plaats naar wetenschappelijke literatuur over samenwerken in het publieke domein, vooral tussen het zorg- en veiligheidsdomein. Daarnaast worden beleidsdocumenten en de wettelijke kaders van de betrokken partners in deze samenwerking bekeken. Fase 2: interviews De uitkomsten van de literatuurstudie worden meegenomen in de tweede fase, waarin interviews gehouden worden met zorg- en politieprofessionals. De zorgprofessionals worden eerst geïnterviewd, zodat de resultaten uit deze interviews meegenomen kunnen worden in de interviews met de politieprofessionals. Verder geldt dat professionals op beleids- en managementniveau voorafgaan aan de interviews met professionals op uitvoerend niveau. Dit geeft duidelijkheid over de officiële kaders waarbinnen professionals op uitvoerend niveau werken. Fase 3: analyse & bespreking uitkomsten In deze fase worden de interviews geanalyseerd om antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvragen per gemeente. In iedere gemeente vindt vervolgens een bijeenkomst met professionals plaats om de uitkomsten met elkaar te duiden. Daarnaast wordt een vergelijkende analyse op regionaal niveau gemaakt. Fase 4: landelijke afstemming In de laatste fase van dit onderzoek wordt de landelijke representativiteit van de uitkomsten verkend. In drie andere politie-eenheden worden, samen met de landelijke programmamanager Zorg & Veiligheid van de Nationale Politie, bijeenkomsten georganiseerd met operationele politieprofessionals en de regionale portefeuillehouder Zorg & Veiligheid.