Het aantal risico's dat kan leiden tot crises in onze samenleving neemt toe. Of we het willen of niet, technologische risico's horen bij het leven in de industriële samenleving en ongelukken zijn 'normale' ongelukken geworden (Beck, 1992). Maar ook de mondige consument, de kritische journalist, toenemende media-aandacht en een verscherpte toonzetting in de berichtgeving zijn voorbeelden van triggers die de dynamiek van een crisis sterk kunnen beïnvloeden. Het onderzoek naar oorzaken van crises vraagt om een interdisciplinaire benadering (Kiser &Ostrom, 1982). Op het microniveau zou een crisisbenadering zich op de rol van individuen concentreren. Mensen construeren zelf, ook in interacties, de risico's die zij ervaren. In dit artikel wordt een microbenadering voorgesteld specifiek voor de communicatiefunctie en wel vanuit een lekenperspectief.
DOCUMENT
De circulaire economie en de circulaire landbouw staan steeds meer in de belangstelling. Ondernemers en de overheid zien circulariteit als een manier om te werken aan een duurzame economie voor de toekomst, waar naast de economische drijfveren, sociale en omgevingswaarden een gelijkwaardige plek krijgen. De transitie naar circulaire landbouw vergt opnieuw veel van ondernemers, die al veel onzekerheid ervaren. Circulair ondernemen brengt nieuwe risico's en kansen met zich mee. In dit gesprek gaan we dieper in op de risico’s waar agrarisch ondernemers mee te maken krijgen, hoe zij die risico’s ervaren en wat dat betekent voor het perspectief op innovatie. Het is belangrijk om hierover na te denken én naar te handelen, omdat een kleine maatregel of innovatie een ondernemer kan beschermen tegen schade in de toekomst. Linda Snippe, onderzoeker bij Hogeschool Inholland, en Pieter Jansen, hoogleraar controlling aan de Rijksuniversiteit Groningen en directeur wetenschappelijk bureau bij Flynth, wisselen hierover van gedachten.
LINK
Gaat er in een modern bedrijf iets misgaat met de IT, dan ligt gelijk het hele proces op zijn gat. De vrees voor zo'n ramp is genoeg om menig IT-manager nachtmerries te bezorgen. Wat kun je ertegen doen? Heel veel, zo blijkt, want er bestaan drie fronten waarop men de risico's kan bestrijden: ICT, organisatie en awareness.
DOCUMENT
Hoofdstuk 29 in 'Basisboek Integrale Veiligheid'. Dit hoofdstuk gaat over de risico's die evenementen met zich meebrengen. Allereerst wordt het begrip evenement gedefinieerd (par. 29.2). Vervolgens komt theorie over massagebeurtenissen aan bod (par. 29.3) en wordt ingegaan op ervaringen en lessen (par. 29.4). Tot slot worden de voorbereiding en maatregelen bij evenementen(veiligheid) geschetst (par. 29.5).
MULTIFILE
Beschrijft de risico's die banken lopen ten aanzien van het sponsoren van bepaalde sporten en door een te groot belang in het sponsorobject
MULTIFILE
Hoe kunnen kwaliteitsborging en onderwijsinnovatie hand in hand gaan? Die vraag stelden we in het februarinummer naar aanleiding van de nieuwe werkwijze van de inspectie, bestaande uit een combinatie van het waarborgen van de basiskwaliteit en het stimuleren van scholen bij verdere kwaliteitsontwikkeling. Kwaliteitsborging en stimulering gaan niet vanzelfsprekend samen, zo leren we van een viertalinnovatieve scholen. Bij onderwijsinnovaties horen risico's, terwijl kwaliteitsborging juist risico's wil reduceren. In dit artikel betogen we hoe innovatie en kwaliteitsborging wel samen kan gaan op scholen.
DOCUMENT
Stulz onderscheidt zes factoren, waardoor het maken van een risico-inschatting bepaald geen futiliteit is. Zij gelden ook voor onze ICT-organisaties.
DOCUMENT
Het gebruik van partydrugs onder jongvolwassenen in Nederland is veelvoorkomend en gaat soms gepaard met ernstige incidenten. Voor effectieve voorlichtingis het van belang te weten wat de risicopopulaties zijn en in hoeverre gebruikers zich bewust zijn van de specifieke risico’s van verschillende partydrugs. Met een schriftelijke enquête onder 514 studenten hebben de auteurs de prevalentie van partydrugsgebruik en het kennisniveau hieromtrent binnen de (Nederlandse en internationale) Groningse studentenpopulatie in kaart gebracht. Het gebruik is hoog: 30,8% van de Nederlandse studenten en 19,8% van de internationalestudenten heeft recentelijk partydrugs gebruikt, waarbij XTC het meestgebruikte middel is. Leden van studentenverenigingen gebruiken aanzienlijkmeer dan niet-leden. Het kennisniveau van de Nederlandse studenten ligt overhet algemeen hoger dan dat van de internationale studenten. De risico’s vanhet combineren van XTC met amfetamine, uppers met downers worden onderschat,evenals die van het combineren van partydrugs met alcohol. Ook weeteen groot deel van de gebruikers niet dat cocaïne en heroïne op elkaar kunnenlijken. Overige kennislacunes, preventiemaatregelen en de implicaties voordrugsvoorlichting en -preventie worden tevens in dit artikel besproken.
LINK
AANLEIDING - Gemeenten en waterschappen hebben de taak om te zorgen voor een klimaatbestendige inrichting van de gebouwde omgeving om schade door hevige neerslag, hitte en droogte zoveel mogelijk te voorkomen. Om die reden zijn en worden zogenaamde groenblauwe oplossingen aangelegd, zoalsinfiltrerende stadsparken, wadi's en raingardens. Er zijn echter veel vragen over het functioneren en de risico’s van deze maatregelen. Inzicht in de kansen en risico’s ontbreekt om het adequaat lange termijn functioneren van groenblauwe oplossingen te garanderen. DOELEN - Professionals van gemeenten en waterschappen hebben behoefte aan meer inzicht in groenblauwe oplossingen, zoals: 1. kansen en risico’s 2. kennis over het lange termijn functioneren; 3. interdisciplinaire samenwerking van organisaties binnen de disciplines water, bodem en groen en 4. actuele richtlijnen voor ontwerp, aanleg en beheer. Op basis hiervan is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd voor dit onderzoek: wat zijn de kansen en risico’s bij het lange termijn functioneren van groenblauwe klimaatadaptieve oplossingen?AANPAK - Om dit te onderzoeken hebben we op meer dan zestig locaties metingen gedaan naar het functioneren van groenblauwe oplossingen. Om te voorkomen dat appels met peren werden vergeleken is daarin de focus aangebracht op de wadi als de meest populaire en langst lopende groenblauwe oplossing in Nederland. Deze werden onderzocht op hydraulisch en milieutechnisch functioneren, maar ook op eigenschappen, beleving door omwonenden en beplanting. In zogenaamde ClimateCafés werden verschillende onderzoekinstrumenten en -methodes samen met studenten, onderzoekers en professionals toegepast. De data die daarin werd opgehaald wordt vertaald naar praktische richtlijnen, gevoed met ervaringen en lessen uit interviews met professionals van publieke en private partijen (met verschillende disciplines als water, bodem, groen en stedenbouw).SAMENWERKING - Het consortium dat aan dit onderzoek werkte bestond uit een multidisciplinaire samenwerking tussen hogescholen, gemeenten, waterschappen en provincies met diverse organisaties en bedrijven vanuit het hele land. Het consortium is ontstaan uit het Lectorenplatform Delta en Water en verstevigt de strategische samenwerking tussen praktijk professionals, onderzoek en onderwijs.UITKOMSTEN - In dit onderzoek is naar een aantal eindproducten toegewerkt. Allereerst een open source database op over groenblauwe oplossingen voor inspiratie en onderzoek: Climatescan. Hierin zijn voor alle groenblauwe oplossingen die onderdeel waren van dit onderzoek de belangrijkste eigenschappen en meetresultaten gedeeld ter terugkoppeling aan de praktijk. Ten tweede een opensource database met alle onderzochte locaties en de belangrijkste analyses. Tot slot is naar een inspiratieboek toegewerkt met illustraties van goede en slechte voorbeelden uit de praktijk.
DOCUMENT
Er is vandaag de dag veel aandacht voor grootschalige veehouderij in Nederland. Er zijn ook veel vragen waar men het exacte antwoord niet van weet, wanneer gesproken wordt over bijvoorbeeld de veterinaire risico’s bij zo’n dergelijk groot bedrijf. Daar is dit onderzoeksverslag dan ook op gebaseerd. De hoofdvraag is dan ook: “Wat zijn de veterinaire gevolgen van inplaatsing van grootschalige melkveehouderij in de Veenkoloniën?” Deze vraag is lichtelijk veranderd tezamen met de opdrachtgever en daardoor is de vraag als volgt: “Wat is het verschil in veterinaire risico’s tussen één bedrijf met 1000 koeien en 10 bedrijven met elk 100 koeien?” Om deze vraag te beantwoorden wordt er in dit onderzoeksverslag gezocht naar het antwoord op vragen omtrent dierziekten, erfverkeer en preventie. Daarbij wordt ook nog rekening gehouden met het wel of niet weiden van de koeien op de 100-koeienbedrijven.
DOCUMENT