Risicotaxatie – kortweg: het inschatten van de kans op grensoverschrijdend gedrag, of meer specifiek op delictgedrag, veelal met behulp van risicotaxatie-instrumenten – is een middel dat wijdverbreid wordt ingezet in de forensische keten. In dit artikel gaan wij allereerst in op de doelen van risicotaxatie en vervolgens kort op hoe risicotaxatie wordt uitgevoerd. Daarna bespreken we welke rol risicotaxatie heeft in twee onderscheiden fasen met uiteenlopende actoren in de forensische keten, te beginnen met het moment waarop een verdachte de forensische keten binnentreedt. Hierbij besteden we aandacht aan de huidige stand van zaken en enkele uitdagingen voor de toekomst. We ronden af met enkele overdenkingen over het middel risicotaxatie.
DOCUMENT
Inschatten van het risico van herhaald delictgedrag is steeds belangrijker in het forensisch sociale domein. In dit artikel wordt beschreven hoe de risicotaxatie het best vorm kan krijgen in de praktijk en wat de rol van de verpleegkundig specialist hierin kan zijn. Aan de hand van de casus over Kimberly wordt duidelijk hoe risicotaxatie gebruikt kan worden in de behandeling.
DOCUMENT
Het inschatten van het risico van herhaald gewelddadig gedrag is een belangrijke taak voor deskundigen die werken in de forensische psychiatrie. De kennis van risicofactoren en beschermende factoren voor gewelddadig gedrag is de afgelopen twee decennia sterk toegenomen en er zijn diverse instrumenten ontwikkeld om deze factoren gestructureerd in kaart te berengen. Het belang van risicotaxatie voor de maatschappij is groot; het ultieme doel van risicotaxatie is immers het voorkomen van gewelddadige recidive. De cijfers van ernstige recidive door ex-terbeschikkinggestelden (ex-tbs'ers) vertonen de laatste jaren een dalende lijn (voor recente cijfers, zie www.wodc.nl) Er zijn diverse verklaringen daarvoor. In dit hoofdstuk worden de fundamenten van de risicotaxatie besproken en worden aanbevelingen gedaan voor de praktische uitvoer van gestructureerde risicotaxaties in de forensische psychiatrie
DOCUMENT
Jaarlijks keren circa 30.000 ex-gedetineerden terug naar de samenleving. Reclasseringswerkers, die op een deel van hen toezicht houden, constateren dat de vooruitgang die zij boeken ten aanzien van wonen, werk en relaties vaak wordt tenietgedaan door complexe financiële problemen van cliënten en missen handvatten om hen hierbij te begeleiden.
Jaarlijks keren circa 30.000 ex-gedetineerden terug naar de samenleving. Reclasseringswerkers, die op een deel van hen toezicht houden, constateren dat de vooruitgang die zij boeken ten aanzien van wonen, werk en relaties vaak wordt tenietgedaan door complexe financiële problemen van cliënten en missen handvatten om hen hierbij te begeleiden.Doel Zonder hulp hebben veel reclasseringscliënten weinig uitzicht op een schuldenvrije toekomst. Ook vanuit de literatuur is financiële problematiek bekend als criminogene factor. Reclasseringswerkers missen echter handvatten om cliënten te begeleiden bij financiële problematiek en zoeken bij gebrek aan eenduidige methodische aanpakken hun eigen weg. In reactie op eerder onderzoek vanuit de lectoraten Werken in Justitieel Kader en Schulden en Incasso (‘Gevangen in Schuld’, 2014) heeft de reclassering opdracht gekregen nader onderzoek te doen naar de problematiek en methodieken te ontwikkelen voor begeleiding van cliënten met financiële problemen. Dit promotieonderzoek, mede door de drie reclasseringsorganisaties gedragen, sluit daarop aan en heeft als doel op systematische wijze meer inzicht te creëren in de factoren die de samenhang tussen financiële problematiek en delictgedrag onder reclasseringscliënten beïnvloeden en bij te dragen aan ontwikkeling van handvatten voor reclasseringswerkers om cliënten zo goed mogelijk te begeleiden bij financiële problematiek. Resultaten en gerelateerde publicaties Gedurende dit promotieonderzoek en na afloop ervan zullen de resultaten via zowel wetenschappelijke als praktijkgerichte publicaties worden gedeeld. Luister hieronder naar de aflevering van de podcastserie Lessen uit #HUonderzoek waarin Gercoline vertelt over haar onderzoek. Ook te vinden via je favoriete podcastapp. Looptijd 01 september 2018 - 01 augustus 2022 Aanpak In het promotieonderzoek staan de directe en indirecte verbanden tussen financiële problematiek en delictgedrag onder reclasseringscliënten centraal. Daarbij wordt op zowel kwantitatieve als kwalitatieve wijze – analyse risicotaxatiegegevens, dossieronderzoek, interviews/focusgroepen – gekeken naar vier aspecten: de prevalentie, ernst en omvang van de financiële problematiek van reclasseringscliënten de achtergrond van de financiële problematiek en de rol van de criminele voorgeschiedenis daarin de invloed van de financiële problematiek op de kans op recidive de handvatten die reclasseringswerkers nodig hebben om cliënten zo optimaal mogelijk te begeleiden bij financiële problematiek. Downloads en links
De Impulsaanvraag omvat 1. de analyse van dataverzameling middels een vignettestudie, die extra uitgevoerd is in aanvulling op de incomplete dataverzameling fase 1 en fase 2 in het lopende project Safe End als gevolg van Covid, en 2. de start van de ontwikkeling van tools (fase 3) project waarvoor geplande uren, deels geïnvesteerd zijn in fase 2 van de studie. Het doel van de vignettestudie is om te identificeren welke risicofactoren de ambulanceprofessionals meenemen in hun besluitvorming om de patiënt in te sturen naar de SEH, dan wel thuis te laten. De vignettestudie draagt bij aan datatriangulatie en verhoogt de kwaliteit van de input uit fase 1 en 2 studie Safe End, waarmee ook de kwaliteit van de ontwikkeling en test van tools (fase 3 en 4) project Safe End naar verwachting zal verbeteren. Ook verwachten we met de vignettestudie het bestaande netwerk in het onderzoek te verbreden en verdiepen. Deel 1 van de Impulsaanvraag omvat de multi-levelanalyse van de data uit de vignettestudie. Deel 2 van de Impulsaanvraag gericht op de ontwikkeling van tools voor risicotaxatie en besluitvorming op basis van informatie uit fase 1 en 2 en de voorbereiding van de pilot-test. Omdat door Covid voortdurend de projectplanning moest worden aangepast zijn de onderzoekers hiermee veel tijd verloren. De begrootte uren voor de ontwikkeling van tools om handelingsverlegenheid te ondersteunen zijn dan ook reeds uitgegeven aan het bijstellen van de projectplanning, het verzamelen van gegevens (fase 1 en 2) en het aanvullend uitvoeren van de scoping review en vignettestudie. Na toekenning een budgetneutrale verlenging in combinatie met de Impulsaanvraag kunnen de onderzoekers met deze financiële ondersteuning in uren, de oorspronkelijke projectplanning in fase 3 weer oppakken.