Purpose: Pressure ulcers are a high cost, high volume issue for health and medical care providers, having a detrimental effect on patients and relatives. Pressure ulcer prevention is widely covered in the literature, but little has been published regarding the risk to patients in the radiographical setting. Thisreview of the current literature is to identify findings relevant to radiographical context.Methods: Literature searching was performed using Science Direct and Medline databases. The search was limited to articles published in the last ten years to remain current and excluded studies containing participants less than 17 years of age. In total 14 studies were acquired; three were excluded as they were not relevant. The remaining 11 studies were compared and reviewed.Discussion: Eight of the studies used ‘healthy’ participants and three used symptomatic participants. Nine studies explored interface pressure with a range of pressure mat technologies, two studies measured shear (MRI finite element modelling, and a non-invasive instrument), and one looked at blood flow and haemoglobin oxygenation. A range of surfaces were considered from trauma, nursing and surgical backgrounds for their ability to reduce pressure including standard mattresses, high specification mattresses, rigid and soft layer spine boards, various overlays (gel, air filled, foam).Conclusion: The current literature is not appropriate for the radiographic patient and cannot be extrapolated to a radiologic context. Sufficient evidence is presented in this review to support the need for further work specific to radiography in order to minimise the development of PU in at risk patients.
DOCUMENT
Introduction: Pressure ulcers are a high cost, high volume issue for health and medical care providers, affecting patients’ recovery and psychological wellbeing. The current research of support surfaces on pressure as a risk factor in the development of pressure ulcers is not relevant to the specialised, controlled environment of the radiological setting. Method: 38 healthy participants aged 19-51 were placed supine on two different imaging surfaces. The XSENSOR pressure mapping system was used to measure the interface pressure. Data was acquired over a time of 20 minutes preceded by 6 minutes settling time to reduce measurement error. Qualitative information regarding participants’ opinion on pain and comfort was recorded using a questionnaire. Data analysis was performed using SPSS 22. Results: Data was collected from 30 participants aged 19 to 51 (mean 25.77, SD 7.72), BMI from 18.7 to 33.6 (mean 24.12, SD 3.29), for two surfaces, following eight participant exclusions due to technical faults. Total average pressure, average pressure for jeopardy areas (head, sacrum & heels) and peak pressure for jeopardy areas were calculated as interface pressure in mmHg. Qualitative data showed that a significant difference in experiences of comfort and pain was found in the jeopardy areas (P<0.05) between the two surfaces. Conclusion: A significant difference is seen in average pressure between the two surfaces. Pain and comfort data also show a significant difference between the surfaces, both findings support the proposal for further investigation into the effects of radiological surfaces as a risk factor for the formation of pressure ulcers.
DOCUMENT
Het doel van het onderzoek is om te bepalen welke voordelen de fusie van PET-CT en MRI-CT hebben in het voorbereidingstraject van de behandeling van de gynaecologische patiënt met radiotherapie ten opzichte van CT alleen. Hierbij is gekeken naar voordelen met betrekking tot intekenen van doelvolumina en risico organen, effecten op intekenvariaties en ook de effecten op het bestralingsplan. Vooral MRI blijkt nuttig te zijn voor de intekening van lymfeklieren, het gebruik van PET in combinatie met CT laat een afname van het doelvolume zien van de primaire tumor. Bij het maken van het bestralingsplan wordt het gebruik van één van beide modaliteiten daarom aanbevolen.
DOCUMENT
Stereotactische radiotherapie van wervelmetastasen vereist een hoge precisie in alle stappen van de behandeling. Deze techniek werd in het VU medisch centrum in 2009 geïntroduceerd. Data met betrekking tot de behandeling van de eerste 17 klinische patiënten is geëvalueerd. Deze patiënten werden behandeld op een Novalis Tx versneller die beschikt over zowel een kilovolt (kV) cone beam CT (CBCT) scan als het ExacTrac® kV röntgensysteem. De gebruikte methode van de verschillende beeldmodaliteiten voor positionering en verificatie, de behandelingstijd en de intrafractie beweging worden in dit artikel beschreven.
DOCUMENT
Het doel van dit onderzoek is om meer informatie te verzamelen, inzichtelijk te maken en beschikbaar te stellen waarmee paardenhouders geholpen worden om meer bij te kunnen dragen aan het vergroten van de biodiversiteit op hun terreinen. Met behulp van de adresgegevens van de 58 maneges van de federatie paardrijden gehandicapten (FPG) is doormiddel van GIS analyse inzichtelijk gemaakt wat de ligging van deze paardenhouders in Nederland is in relatie tot natuur, subsidiabele gebieden, bebouwing en bodemgebruik. Het beleid en de subsidieregelingen voor inrichting en beheer van natuur volgen uit literatuuronderzoek. Er is aangegeven waar deze informatie te vinden is.Uit het onderzoek is gebleken dat de FPG maneges in de buurt liggen van zowel bebouwing als natuur en subsidiabele gebieden. Er zijn vier soorten subsidies: natuurbeheer, agrarisch natuurbeheer, investeringsmaatregelen en functiewijzigingen. Voor de subsidie agrarisch natuurbeheer moet het grondgebruik agrarisch zijn en dit geldt slechts voor 22 procent van de FPG maneges.
DOCUMENT
Deze baseline is een instrument om inzichtelijk te maken waar mogelijke ontwikkelmogelijkheden liggen voor de hoogwatervrije terreinen in de Provincie Gelderland. De baseline dient als gespreksmaker die partijen voldoende informeert om een zinvolle discussie te voeren over de terreinen. Allereerst wordt voor alle terreinen een beknopte weergave gegeven van de ligging en de huidige functie van het terrein, zodat duidelijk wordt wat de geografische en functionele verdeling van alle terreinen is over het Gelderse rivierengebied. Daarna wordt een selectie gemaakt van terreinen die kansrijk lijken voor (her)ontwikkeling. Door de huidige status van de terreinen te vergelijken met de ambitie zoals die vastgelegd is in het ambitiedocument, wordt duidelijk welke ontwikkelopgave er ligt. Uit deze selectie wordt een zo divers mogelijke subset gehaald, die een representatief beeld geven van de mogelijkheden voor (her)ontwikkeling. Deze drie delen dienen als input voor werkpakket C, waarin de mogelijke strategieën om de ontwikkelopgave te realiseren worden uitgewerkt.
MULTIFILE
De onderzoeksgroep Cybersafety van NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden, heeft in opdracht van het Digital Trust Center (DTC), in kaart gebracht in hoeverre de Basisscan Cyberweerbaarheid leidt tot gedragsverandering bij ondernemers. In totaal zijn achttien ondernemers, variërend qua omvang, bedrijfstak en geografische ligging, betrokken bij het onderzoek. Respondenten zijn daartoe tweemaal geïnterviewd. Het eerste interview was een zogenoemde nulmeting waarin de uitgangssituatie in kaart werd gebracht. Dit betrof ten eerste de mate waarin men aan de vijf door het DTC onderscheiden basisprincipes, zoals het uitvoeren van software-updates en het reguleren van toegang tot systemen, invulling gaf en ten tweede de achterliggende factoren zoals houdingaspecten en omgevingsinvloeden die daaraan ten grondslag liggen. Het tweede interview werd gehouden nadat de respondent de basisscan had ingevuld en stond in het teken van gedragsverandering en de mogelijke wijzigingen in achterliggende factoren.
DOCUMENT
In dit rapport worden 4 toekomstscenario's geschetst voor de ontwikkeling van de binnenstad van Leeuwarden.
DOCUMENT
In het voorjaar van 2015 hebben de gemeente Eindhoven en Schiphol Real Estate het lectoraat Brainport van Fontys Hogeschool Management Economie en Recht gevraagd een serie scenario’s op te stellen voor de aanpak en toekomstige ontwikkeling van het kantorencluster Flight Forum. Dit cluster verkeert al enige tijd in zwaar weer en heeft, zoals veel vergelijkbare kantorengebieden, de voorbije jaren te kampen gehad met stagnerende ontwikkelingen en oplopende leegstand. Bij nadere beschouwing blijkt Flight Forum een aanschouwelijke casus om de stand van de Eindhovense kantorenmarkt af te lezen. Daarbij wordt eens te meer duidelijk dat kantorenleegstand, en de aanpak daarvan, niet alleen een mechanisme is van bvo’s en meterprijzen, maar inzicht vergt in de kwaliteiten van de plek, de daadwerkelijke gebruikers en de aanwezige dynamiek.
DOCUMENT
Een van de onderzoekslijnen bij het lectoraat Gebiedsontwikkeling en recht is grensoverschrijdende samenwerking (GROS). Vanwege de ligging van Saxion in oost-Nederland ligt de focus bij GROS op grensoverschrijdende samenwerking tussen Nederland en Duitsland. GROS wordt belemmerd door juridische, bestuurlijke en culturele verschillen. Onderzoek naar GROS richt zich op het overbruggen van de verschillen, waardoor de maatschappelijke en economische voordelen van ondernemen en besturen in de grensstreek optimaal kunnen worden benut. Het onderzoek naar GROS is gestart met het promotieonderzoek naar grensoverschrijdende gebiedsontwikkeling. Hierbij gaat het om de vraag hoe overheden langs de grens tussen Nederland en Duitsland kunnen samenwerken bij de ruimtelijke inrichting van hun gebieden. Het kan bijvoorbeeld gaan om een grensoverschrijdend natuurgebied of bedrijventerrein, grensoverschrijdende infrastructuur of zelfs een grensoverschrijdend gebouw. Deelonderzoeken richten zich onder andere op het maken van grensoverschrijdende afspraken en op het nemen van ruimtelijke besluiten.
MULTIFILE