Evidence based practice, wie kan daar tegen zijn? Toch blijkt evidence based werken in de sociale sector nog niet zo eenvoudig uit te voeren. Mensen op de werkvloer stellen dat weinig methoden werkelijk aantoonbaar effectief zijn, en onderzoekers morren dat er te weinig gebruik wordt gemaakt van hun wetenschappelijke kennis. Ondertussen staat de kwaliteit van de sociale sector steeds opnieuw ter discussie. Dit boek beschrijft de inhoud en relevantie van evidence based practice, maar ook de bijziendheid van die benadering. Er zijn immers behalve wetenschap nog veel meer krachten die de dynamiek op de werkvloer van de sociale sector beïnvloeden. De basis waarop professionals kiezen een bepaalde sociale interventie wel of niet te gebruiken omvat veel meer dan alleen wetenschap. Aan de hand van theoretische beschouwingen en biografieën van sociale interventies verruimen de auteurs de discussie over beroepsinnovatie. Hoe goed is de sociale sector in staat om lessen te trekken uit zijn eigen geschiedenis? Brengt de canon sociaal werk alleen maar voortgang in beeld of ook vooruitgang? En is het mogelijk de kwaliteit van de sector daadwerkelijk te verbeteren door inzichten uit praktijk en wetenschap te gebruiken? Bestemd voor iedereen die bij de sociale sector betrokken is en een eigen mening wil vormen over de discussie over evidence based practice: hulpverleners, managers van welzijnsinstellingen, ambtenaren sociaal beleid bij gemeenten, studenten hoger sociaal agogisch onderwijs en uiteindelijk ook de cliënten die van al deze mensen hulpverlening krijgen.
Een van de onderzoekslijnen bij het lectoraat Gebiedsontwikkeling en recht is grensoverschrijdende samenwerking (GROS). Vanwege de ligging van Saxion in oost-Nederland ligt de focus bij GROS op grensoverschrijdende samenwerking tussen Nederland en Duitsland. GROS wordt belemmerd door juridische, bestuurlijke en culturele verschillen. Onderzoek naar GROS richt zich op het overbruggen van de verschillen, waardoor de maatschappelijke en economische voordelen van ondernemen en besturen in de grensstreek optimaal kunnen worden benut. Het onderzoek naar GROS is gestart met het promotieonderzoek naar grensoverschrijdende gebiedsontwikkeling. Hierbij gaat het om de vraag hoe overheden langs de grens tussen Nederland en Duitsland kunnen samenwerken bij de ruimtelijke inrichting van hun gebieden. Het kan bijvoorbeeld gaan om een grensoverschrijdend natuurgebied of bedrijventerrein, grensoverschrijdende infrastructuur of zelfs een grensoverschrijdend gebouw. Deelonderzoeken richten zich onder andere op het maken van grensoverschrijdende afspraken en op het nemen van ruimtelijke besluiten.
MULTIFILE
Purpose: Pressure ulcers are a high cost, high volume issue for health and medical care providers, having a detrimental effect on patients and relatives. Pressure ulcer prevention is widely covered in the literature, but little has been published regarding the risk to patients in the radiographical setting. Thisreview of the current literature is to identify findings relevant to radiographical context.Methods: Literature searching was performed using Science Direct and Medline databases. The search was limited to articles published in the last ten years to remain current and excluded studies containing participants less than 17 years of age. In total 14 studies were acquired; three were excluded as they were not relevant. The remaining 11 studies were compared and reviewed.Discussion: Eight of the studies used ‘healthy’ participants and three used symptomatic participants. Nine studies explored interface pressure with a range of pressure mat technologies, two studies measured shear (MRI finite element modelling, and a non-invasive instrument), and one looked at blood flow and haemoglobin oxygenation. A range of surfaces were considered from trauma, nursing and surgical backgrounds for their ability to reduce pressure including standard mattresses, high specification mattresses, rigid and soft layer spine boards, various overlays (gel, air filled, foam).Conclusion: The current literature is not appropriate for the radiographic patient and cannot be extrapolated to a radiologic context. Sufficient evidence is presented in this review to support the need for further work specific to radiography in order to minimise the development of PU in at risk patients.