In deze animatie bespreken we punten waar je als docent op moet letten als je samenwerkend leren wilt inzetten, waarbij je aan de hand van zeven stappen ondersteund wordt bij te maken keuzes.
MULTIFILE
De opleiding Business studies (BBS) organiseert het afstudeerproces via afstudeerkringen. De opleiding ervaart problemen bij het op gang brengen en productief maken van het samenwerkend leren tijdens de kringbijeenkomsten en daarbuiten. Daarnaast liggen er vraagstukken rondom het effectief inzetten van technologie om het samenwerkend leren binnen en buiten de kringbijeenkomsten te ondersteunen. Doel van dit onderzoek is het ontwerpen en testen van een (prototype)script van een effectieve inzet van samenwerkend leren binnen de met technologie ondersteunde afstudeerkringen. In dit rapport komen het vooronderzoek, de ontwerpfase en de evaluatiefase aan bod.
DOCUMENT
Doel van onderzoek is herontwerpen en testen van leereenheid Jeugdzorg op basis van inzet ‘samenwerkend leren, ondersteund door technologie’. Ogenschijnlijk is er ‘tevredenheid’ over de uitgevoerde leereenheid waarin studententeams een gezamenlijk product moeten opleveren, maar tegelijkertijd wordt slechts een deel van het onderwerp door studenten onderzocht. Het ‘samenwerkend leren’ is meestal beperkt tot verdelen taken en bijdragen op later moment samenvoegen. Ook worden mogelijkheden voor ondersteuning van het leerproces door technologie niet benut. In een herontwerp kan ‘werkelijk’ samenwerkend leren worden vormgegeven, door technologie ondersteund, met de student in de actieve modus. Hierdoor is het mogelijk om ‘samenwerkend leren’ aan bod te laten komen bij alle genoemde deelaspecten van het onderwerp. Na onderzoek naar het hoe het herontwerp eruit zou moeten zien, werden Moodle, de Teamtester, een samenwerkingscontract en peerreview ingezet. Na de module is gekeken of de gestelde doelen behaald zijn. Over het algemeen werd door zowel studenten als docenten effectievere samenwerking ervaren. De rol van de separaat ingezette onderdelen is ook onderzocht en staat beschreven in dit rapport.
DOCUMENT
Samenwerkend leren wordt als didactische werkvorm vaak ingezet in het hoger beroepsonderwijs, maar leidt in veel gevallen niet tot de gewenste leerresultaten. Samenwerkend leren is alleen van toegevoegde waarde in een leerproces als het bijdraagt aan een verdieping van het leerproces van elke student in een team en leidt tot een meer leeropbrengst voor elke student. Dat vraagt kennis over hoe samenwerkend leren effectief in te zetten in een leerproces en hoe technologie daarbij optimaal benut kan worden.
MULTIFILE
Uit praktijkonderzoek blijkt dat werk verandert, maar dat de beroepsbeelden die breed leven, hier niet in mee veranderen: er zijn veel verouderde beelden. Terwijl de patronen die spelen over sectoren en organisaties heen, zich duidelijk aftekenen: meer cross overs, meer werken in netwerken en ketens en veel meer samenwerken en communiceren. Bovendien moet je je als medewerker blijven ontwikkelen. Samenwerkend leren, met collega's én met samenwerkingspartners is een must. Maar we moeten voorkomen dat dit niet uitmond in 'samen vergaderen'. Dat risico zit er in omdat managers (en HRM-ers) nog onvoldoende geëquipeerd zijn om werkomgevingen zo in te richten dat het een vruchtbare omgeving is om in te leren.
DOCUMENT
Recensie van Romme,S. (2000) samenwerkend leren in afstudeerkingen
DOCUMENT
Presentatie op netwerkbijeenkomst over HAVO-didactiek, ITS-Academy, Amsterdam. Ontwikkelingen in samenleving en onderwijs, verkenning van de leerprocessen in het hbo, (onderzoek) naar effectieve inzet van technologie in het leerproces, herontwerp onderwijs.
DOCUMENT
Hoe kan in ons land innoveren, werken en leren beter worden verknoopt ten dienste van de grote maatschappelijke opgaven waar we voor staan? NWO, Regieorgaan SIA en Topsectoren hebben het initiatief genomen om meer (praktijkgericht) onderzoek te doen naar zogenoemde Learning communities en de kennis hierover beter te delen. De belangstelling voor Learning communities is enorm gegroeid en nu vaak al een vanzelfsprekend onderdeel van (regionaal-) economisch beleid. De nieuwe samenwerkingsverbanden hebben naar verwachting grote gevolgen voor de toekomst van individuele bedrijven, onderwijs- en kennisinstellingen alsook hun collectieve maatschappelijke impact. De grote maatschappelijke uitdagingen als de energie- en zorgtransitie vragen meer kennis, (menselijk) kapitaal en innovaties. Dit staat centraal in het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid (MTIB). Vraag daarbij is hoe medewerkers zich (toekomstbehendig) kunnen blijven ontwikkelen en wat de bijdrage van Learning communities kan zijn. Het ‘dichter tegen elkaar gaan organiseren van innoveren, werken en leren’ gebeurt in varianten als: Fieldlabs, Skills labs, Praktijkwerkplaatsen, Living labs, Centres of Expertise (CoE) en Centra voor Innovatief Vakmanschap (CIV). Over de grenzen van de afzonderlijke organisaties, domeinen en professies ontstaan nieuwe leer werkgemeenschappen met alle vragen en effecten vandien. Hoe kunnen we die meerpartijen samenwerkingen beter bouwen, beoordelen, betalen en borgen? Het NWO-onderzoeksprogramma Learning communities omvat onderzoeksprojecten in diverse werkcontexten (logistiek, energie, ICT e.a.). Gemeenschappelijke vraag in het programma: wat zijn de werkzame elementen van zo’n Learning community? Naast kennisontwikkeling door het onderzoeksprogramma wordt ook netwerkvorming gestimuleerd tussen onderzoekers en beleidsen praktijkprofessionals. De overtuiging is dat het potentieel in de driehoek innoveren-werken-leren beter kan worden benut. Voor de versterking van de kennisbasis onder het concept Learning communities hebben wij een inventarisatie gedaan naar benaderingen en zienswijzen. Learning communities worden door ons gepresenteerd als samenwerkingsverbanden tussen organisaties en andere (niet of minder georganiseerde) partijen, die het collectief vermogen vergroten van leren, werken en innoveren. Dit vermogen heeft zowel betrekking op het vermogen van de (beroeps)bevolking om zich aan te passen aan veranderende ONDERZOEKSPROGRAMMA EN NETWERK LEARNING COMMUNITIES 4 beroepen en werkpraktijken als het innovatie- en verdienvermogen van organisaties en bedrijven. We verkennen perspectieven op de inrichting, opbrengsten en de relationele dynamiek in Learning communities. We benadrukken dat Learning communities bestaan uit verschillende actoren, partijen en groeperingen – ook wel praktijken genoemd – en dat juist op de grens tussen deze praktijken geleerd wordt. Een Learning community ontwikkelt zich gaandeweg op verschillende systeemniveaus van samenwerking. We gaan in op het belang van een constructief klimaat van samenwerking waarvoor vaak (proces) begeleiding nodig is. Op basis van de verschijningen, uitkomsten en dynamiek hebben we een aantal kernprincipes gedefinieerd. Wat betreft verduurzaming van de communities pleiten wij voor een andere manier van denken. In plaats van een focus op de bestendiging van een tijdelijke (organisatie)structuur, gaat het dan over het verduurzamen van het proces van samenwerkend leren, werken en innoveren dat in gang is gezet. Ook waardevolle activiteiten en interacties die hun doorwerking of spin-off hebben buiten de Learning community zorgen voor bestendiging en verduurzaming van het samenwerkend leren. De verkenning van de kennisbasis voor de Learning communities heeft ook nieuwe onderzoeksvragen opgeleverd voor academisch en praktijkgericht onderzoek. Naast de verkenning van de kennisbasis heeft een expertgroep Instrumenten gewerkt aan een inventarisatie waarmee de concepten uit de kennisbasis op een praktische wijze kunnen worden vertaald in instrumenten om Learning communities (door) te ontwikkelen. De tips en selectie van instrumenten en aanbevelingen zijn samengebracht rond de verschillende ontwikkelingsfasen van Learning communities te weten starten, ontwerpen, uitvoeren en verduurzamen. Er zijn heel veel instrumenten die ‘facilitators’ van Learning communities en anderen kunnen gebruiken bij het opzetten en begeleiden ervan. Actuele vraag is dus in hoeverre en op welke wijze een digitaal platform het aanbod van - en de vraag naar - dergelijke instrumenten beter bij elkaar kan brengen. Er is daarom een verkenning gedaan naar (het ontwerp van) een digitaal platform vanuit zowel de vraagkant maar ook de aanbodkant van instrumenten (de onderzoekers en ontwikkelaars van instrumenten). Hoe het concept Learning communities verder ‘carrière zal maken’ hangt in belangrijke mate af van de vraag of deze veranderingen in het ‘landschap van leren en innoveren’ beter kunnen worden geborgd dan tot dusver middels projecten (en tijdelijke projectfinanciering). De onderlinge afhankelijkheid tussen bedrijven, kennis- en onderwijsinstellingen wordt hoe dan ook steeds groter en daarmee de noodzaak om samenwerking op een nieuwe en meer duurzame manier te organiseren. De Learning communities-benadering komt ook terug in verschillende recente Groeifondsprojecten en regionaal-economische innovatiestrategieën, wat als een bewijs kan worden gezien van de hoge verwachtingen van de benadering. Met onze ervaringen en inzichten doen wij tenslotte enkele suggesties voor de agendering van het thema in het nieuwe Kennis- en Innovatieconvenant (2024-2027). Wij benadrukken daarbij dat de bestaande Learning communities tot nu vooral (tijdelijke) ‘hulpstructuren’ zijn gebleken die niet hebben geleid tot fundamentele aanpassing van de primaire processen van de ONDERZOEKSPROGRAMMA EN NETWERK LEARNING COMMUNITIES 5 betrokken onderwijsinstellingen, organisaties en bedrijven. Wij verwachten dat in de toekomst de vernetwerking in (regionale) innovatie-ecosystemen meer radicale consequenties gaan hebben voor die ‘staande organisaties’ en de wijze waarop werkend leren wordt georganiseerd, gefinancierd en beoordeeld. Om ons hierop beter voor te bereiden doen wij een aantal aanbevelingen ten behoeve van een nieuwe onderzoeksagenda, professionaliseringsagenda en transitieagenda die verder richting en invulling kunnen geven aan deze maatschappelijke beweging. Een beweging waaromheen de verwachtingen hooggespannen zijn en waaraan wij gezamenlijk middels deze publicatie met plezier een bijdrage hebben geleverd.
DOCUMENT
Het lectoraat Teaching, Learning & Technology (TLT) heeft animaties ontwikkeld over het effectief vormgeven van leerpraktijken met inzet van technologie. Deze gaan over peerreview benutten in een leerproces, video effectief en didactisch inzetten en samenwerkend leren inzetten en ontwerpen. De handreikingen zijn gebaseerd op inzichten uit onderzoek en de animaties zijn in zowel het Nederlands als Engels. Door in de poster te klikken op de beelden, start de animatie in YouTube.
DOCUMENT
Samenwerking is belangrijk in een multiculturele klas. Maar wat vinden leerlingen en docenten nu van dat samenwerken? Speelt in hun ogen het multiculturele karakter eigenlijk wel een rol?
DOCUMENT