Brede scholen zouden in het belang van het kind zijn. Maar de praktijk leert dat lang niet alle brede scholen even goed presteren. De samenwerking tussen instanties moet geen last zijn, maar een lust.
DOCUMENT
Het doel van dit onderzoek is om, op bescheiden schaal, kennis en inzicht te ontwikkelen over de betrokkenheid, motivatie en organisatiekracht van sportverenigingen bij de organisatie van de buurtsportclubs in Overvecht en Leidsche Rijn. Dit levert informatie op over de mate van draagvlak en eigenaarschap bij sportverenigingen met betrekking tot de buurtsportclubs. Daarnaast biedt het inzicht in de wijze waarop scholen werken aan een structurele samenwerking met de buurtsportclubs. Uiteindelijk leidt het onderzoek tot praktijkgerichte aanbevelingen ten behoeve van beleid en praktijk omtrent de buurtsportclubs.
DOCUMENT
Effectmetingen naar de opbrengsten van brede scholen en integrale kindcentra leveren opnieuw geen bewijs voor de meerwaarde van deze pedagogische netwerkorganisaties in de wijk. Toch ervaren veel professionals, kinderen, ouders en andere buurtbewoners deze meerwaarde dagelijks. Zeggen deze teleurstellende uitkomsten iets over de effectiviteit van brede scholen, of (ook) over de insteek van deze evaluaties? Jacques Verheijke en Dirk Willem Postma van Hogeschool Utrecht leggen de blinde vlekken van de recente landelijke effectmeting bloot. Aan de hand van kwalitatief evaluatieonderzoek naar brede scholen laten zij zien dat een ontwikkelingsgerichte onderzoeksbenadering beter aansluit bij de complexe realiteit van het samenwerken aan ontwikkelingskansen voor kinderen.
DOCUMENT
Jongerenwerk en scholen voor voortgezet onderwijs werken steeds meer samen om een gezamenlijke preventieve aanpak te bieden voor schooluitval en radicalisering van jongeren. Tegelijkertijd weten we nog weinig over wat de werkzame elementen zijn van samenwerking tussen jongerenwerk en scholen voor voortgezet onderwijs en welke randvoorwaarden nodig zijn om deze samenwerking plaats te laten vinden. Middels kwalitatief onderzoek bestaande uit verschillende methoden en technieken die de stappen van de grounded theory volgen hebben wij zeven samenwerkingspraktijken tussen het jongerenwerk en scholen voor voortgezet onderwijs in Nederland verkend. In deze verkenning hebben wij vier potentiële werkzame elementen en drie potentiële randvoorwaarden geïdentificeerd die mogelijk bijdragen aan een goed verloop van de samenwerking. Verder onderzoek is nodig om de geïdentificeerde werkzame elementen en randvoorwaarden te onderbouwen en vast te stellen of, hoe en in welke mate samenwerking bijdraagt aan de ontwikkeling van jongeren. --English:There is an increase of collaborations between professional youth work and schools for secondary education in the Netherlands, in an attempt to provide a joint preventive approach to adolescent school dropout and radicalization. At the same time, there is limited evidence explaining which elements contribute to a successful collaboration and which conditions must be met to start collaboration between professional youth work and schools for secondary education. Through qualitative research consisting of different methods and techniques that follow the steps of groundedtheory we explored seven collaborative practices between youth work and schools voor secondary education in the Netherlands. Within this exploration we identified four potential elements and three potential preconditions that may contribute to a successful progress of collaboration. Further research is needed to substantiate these elements and preconditions for successful collaboration and to show how collaboration contributes to the development of youngsters.
MULTIFILE
Samenwerking is belangrijk in een multiculturele klas. Maar wat vinden leerlingen en docenten nu van dat samenwerken? Speelt in hun ogen het multiculturele karakter eigenlijk wel een rol?
DOCUMENT
Opbrengstgericht werken en het omgaan met verschillen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als scholen en leerkrachten gestructureerd werken aan het behalen van opbrengsten, weten wat ze met leerlingen willen bereiken, regelmatig toetsen, toetsresultaten analyseren en aan de hand daarvan vervolgonderwijs plannen zien ze overduidelijk dát leerlingen verschillen en waarin leerlingen verschillen. Het is de kunst om daarop in te spelen in de klas en elk kind maximaal te stimuleren zijn/haar talenten te benutten. Goed differentiëren is echter een zeer complexe vaardigheid. Zowel wetenschappelijk onderzoek (bijv. Van der Grift, 2011) als inspectierapporten laten zien dat veel leerkrachten bij dergelijke complexe vaardigheden handelingsverlegenheid ervaren. In dit project wordt via twee lijnen onderzocht hoe deze handelingsverlegenheid verminderd kan worden:enerzijds met behulp van de inzet van de principes van Talentenkracht en anderzijds met behulp van de opbrengsten van het project ‘Streef’ (een instrumentarium voor het analyseren van toetsresultaten en het op basis daarvan stellen van doelen voor leerlingen).
DOCUMENT
In steeds meer gemeenten in Nederland werken het jongerenwerk en scholen voor Voortgezet Onderwijs (VO) samen. Samenwerking tussen jongerenwerk en VO kan leiden tot een sterk(er) positief pedagogisch klimaat waarin leerlingen zich meer veilig en thuis voelen op school en zij ondersteuning ervaren in de zoektocht naar identiteit en het omgaan met maatschappelijke vraagstukken. Hiermee levert samenwerking een mogelijke bijdrage aan de ontwikkeling van leerlingen door het versterken van het pedagogisch klimaat en kan het uiteindelijk bijdragen aan de preventie van polarisatie en radicalisering.Deze leerlijn is bedoeld voor jongerenwerkorganisaties en scholen die hun samenwerking zelfstandig willen versterken om zo een bijdrage te kunnen leveren aan een positief pedagogisch klimaat op school, een positieve ontwikkeling van jongeren, en preventie van polarisatie en radicalisering.Met behulp van deze leerlijn kunnen jongerenwerkorganisaties en VO-scholen gedurende vier maanden hun huidige of beoogde samenwerking in beeld brengen, actieplannen maken en uitvoeren om hun samenwerking te versterken, en evalueren in hoeverre de onderlinge samenwerking is verbeterd.
DOCUMENT
Dit rapport legt uit hoe lokale voedselinitiatieven en andere buurtprojecten kunnen helpen om gezond eten beter bereikbaar te maken voor mensen met een laag inkomen in Almere. Geld is niet de enige reden waarom dit moeilijk is; ook afstand, kennis en sociale factoren spelen een rol. Oplossingen zijn betere samenwerking, meer informatie en aanpassingen in de omgeving. Zo kunnen lokale initiatieven en de overheid helpen. Het doel is dat gezond eten voor iedereen bereikbaar wordt.
DOCUMENT
In het onderzoek stond de vraag centraal hoe de samenwerking tussen ouders, onderwijs en jeugdhulp verbeterd kon worden. Dit kwalitatieve onderzoek bestond uit drie stappen. 1. Met ouders, professionals en beleidsmakers zijn uitgangspunten opgesteld over wat men onder goede samenwerking tussen ouders, onderwijs en jeugdhulp verstaat. Dit waren drie online focusgroepen, waar transcripten en een samenvatting van zijn. 2. Op 5 scholen zijn 21 casussen besproken en geëvalueerd aan de hand van deze uitgangspunten. Per casus (kind en diens gezin) zijn 1 tot 3 interviews gehouden, is een tijdlijn ingevuld en is een bespreking gehouden. De interviews zijn getranscribeerd en geanonimiseerd, de tijdlijn is een afbeelding en de bespreking is genotuleerd. 3. De bevindingen zijn ook besproken met beleidsmakers en bestuurders in twee bijeenkomsten van de Governancegroep. Hier zijn notulen van. Uit ons onderzoek kwamen zeven sleutels om de samenwerking tussen ouders, onderwijs- en jeugdhulpprofessionals te verbeteren, namelijk: 1. Bevorderen van duurzame onderlinge relaties 2. Het kind in diens context centraal stellen 3. Versterken van de vakbekwame professional 4. Ruimte om samen te werken 5. Dekkend aanbod in onderwijs en jeugdhulp met ruimte voor maatwerk 6. Ontschotten van het onderwijs en de jeugdhulp 7. Samenwerken met hulp rondom bestaanszekerheid
DOCUMENT
Deze reader hoort bij de leerlijn ”Versterken van de samenwerking tussen jongerenwerk en voortgezet onderwijs”. In deze reader vind je tips voor:• het realiseren van randvoorwaarden voor het opzetten van een samenwerking tussen jongerenwerk en voortgezet onderwijs, • het bevorderen van werkzame elementen in de samenwerking tijdens de opstartfase, opbouwfase en doorontwikkelfase van de samenwerking• hoe om te gaan met dilemma’s bij het versterken van de samenwerking tussen jongerenwerk en voortgezet onderwijs in de praktijk. De reader is bedoeld voor VO-scholen en jongerenwerkorganisaties die met elkaar (willen gaan) samenwerken en hun samenwerking willen opstarten of versterken en andere geïnteresseerden in samenwerking tussen jongerenwerk en voortgezet onderwijs.
DOCUMENT