Weidegang is tegenwoordig een hot item. Steeds meer boeren houden de koeien het hele jaar op stal. Ontwikkelingen in de melkveehouderij zorgen ervoor dat weidegang niet meer zo vanzelfsprekend is als enkele jaren geleden. Enkele voorbeelden hiervan zijn schaalvergroting, arbeidsgemak, hoge melkproductie per koe en technische vooruitgang. Dit rapport is een overzicht van informatie die betrekking heeft op weidegang, bedoeld voor veehouders die een keuze willen of moeten maken om weidegang toe te passen of om op te stallen. Diverse aspecten, zoals diergezondheid, voeding, graslandmanagement, milieu en agrarisch natuurbeheer, komen aan bod.
MULTIFILE
Nu de fusiegolf is opgetrokken, moeten bve- en hbo-instellingen de ambitie koesteren om de kwaliteit van het primaire proces aanzienlijk te verhogen. De schaalvergroting mag immers geen doel op zich blijven, maar moet juist als middel worden beschouwd om het middelbaar en hoger beroepsonderwijs te revitaliseren. Bovendien heeft men meer armslag gekregen voor eigen beleid door het dereguleringsbeleid van de overheid. Dat er nog een lange weg te gaan is, maken verschillende rapporten duidelijk (zie bijvoorbeeld het onderwijsverslag 2000, Inspectie 2001). Overigens zijn officiële rapportages voorzichtiger en omzichtiger dan de meer informele geluiden. Zo zijn nog niet zo lang geleden twee inspirerende betogen gehouden om de ambities ten aanzien van het (beroeps)onderwijs aanzienlijk op te krikken. In het rapport 'Bij de les' waarschuwen Rinnooy Kan, In het Veld en De Vijlder voor de nadelen van grootschaligheid en houden ze een hartstochtelijk pleidooi voor een terugkeer naar onderwijs op menselijke maat. Oud-minister van economische zaken, Wijers, geeft zijn visie op de toekomst in de 'Aaibaarheid voorbij'. Wat betreft het onderwijs, moet de stoffige en naar binnen gerichte organisatie verdwijnen via een proces van creatieve destructie van bestaande institutionele arrangementen. Meer vraaggestuurde scholen, daar gaat het volgens hem om. Het is dan ook een dooddoener om te zeggen dat het voor de leiding van scholen voor beroepsonderwijs een tour de force zal zijn de gewenste omslag te realiseren van structuur naar inhoud. Ik ga in dit artikel op zoek naar raad en advies voor deze moeilijke en lastige klus. De vraag waarop antwoorden worden gezocht, is: wat is vandaag de dag goed en wijs als het gaat om leidinggeven aan scholen voor middelbaar en hoger beroepsonderwijs?
Ter gelegenheid van het afscheid van Jelle Zijlstra heeft Hogeschool Van Hall Larenstein (VHL) zijn inaugurele rede uit 2012, getiteld MOOI (Melkveehouderij Opent, Onderneemt en Innoveert), in boekvorm uitgebracht. Als lector Melkveehouderij werkte Zijlstra de afgelopen jaren met name aan het moderniseren van onderwijs en onderzoek binnen zijn vakgebied. In zijn inaugurele rede benadrukt Zijlstra dat de veranderingen in markt en maatschappij veel nieuwe kansen bieden voor de melkveesector. Door bijvoorbeeld samen te werken met andere partners in de zuivelketen, kan de melkveesector sneller inspelen op de behoeften vanuit de markt. Innovaties binnen melkveebedrijven, zoals nieuwe beweidingsconcepten, welzijnsvriendelijke stallen en initiatieven ter bevordering van de gezondheid van de koe, kunnen dit proces versnellen. Voor de melkveesector is het heel belangrijk om open te staan voor de veranderingen in markt en maatschappij, aldus Zijlstra. Met een open houding vergroot de sector zijn kansen op een mooie toekomst. Ook op het gebied van bedrijfsvoering zou het goed zijn als de melkveesector de blik verruimt. Het management van bedrijven zal duidelijk veranderen onder invloed van zaken als marktgerichter produceren en schaalvergroting van melkveebedrijven. Het accent komt steeds meer te liggen op ondernemerskwaliteiten, bedrijfsorganisatie, inzet van ICT en financieel management.
MULTIFILE
Kennisnetwerken in het Nederlandse onderwijsveld zijn door formalisering en schaalvergroting aan een nieuwe fase begonnen. In dit project wordt kennis over de effectiviteit van deze formele netwerken hertaald naar de huidige situatie.
Kennisnetwerken in het Nederlandse onderwijsveld zijn door formalisering en schaalvergroting aan een nieuwe fase begonnen. In dit project wordt kennis over de effectiviteit van deze formele netwerken hertaald naar de huidige situatie.Doel Kennisnetwerken in het Nederlandse onderwijsveld richten zich op de ontwikkeling van onderwijsprofessionals en -organisaties. Het zijn geneste systemen met een collectieve verantwoordelijkheid voor organisatie-overstijgende onderwijsvraagstukken. Dit onderzoek brengt voor 12 regionale kennisnetwerken in kaart hoe zij als complex systeem functioneren, wat de opbrengsten zijn en onder welke omstandigheden die zich voordoen. Doel is ontwerprichtlijnen voor optimale, duurzame processen van kennisontwikkeling, -deling en -benutting in regionale kennisnetwerken te formuleren. Het gaat hier om netwerken waarin scholen, kennisinstellingen en bedrijven plaatsnemen en samenwerken aan bijv. een duurzame onderzoekscultuur. Resultaten ontwerprichtlijnen voor optimale, duurzame processen van kennisontwikkeling, -deling en -benutting in regionale kennisnetwerken jaarlijkse reflectiesessies voor de kennisnetwerken leidraden voor de kennisnetwerken en de gehele onderwijspraktijk wetenschappelijke artikelen en bijdragen aan congressen Looptijd 01 juli 2023 - 31 december 2027 Aanpak We zetten verschillende elkaar aanvullende kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden in zoals sociaal netwerk vragenlijsten, (groeps-)interviews en document/productanalyses ten behoeve van within-case en cross-case analyses. Vanuit lectoraat Werken in Onderwijs voegen wij o.a. expertise toe over sociaal netwerk analyse.
De Nederlandse agrosector heeft te maken met sterke schaalvergroting, klimaatverandering, achteruitgang van bouwland door bodemverdichting van zware machines, teruglopende beschikbaarheid van arbeid en een strengere milieuwetgeving. Oplossingen worden gezocht in het gebruik van kleine, autonome machines (agrobots) die specifieke taken van boeren kunnen overnemen. Nederlandse machinebouwers als Lely spelen hierop in met melk-, voer- en mestruimrobots. De agrarische sector wil steeds efficiënter werken, haar productiviteit verbeteren en vraagt zodoende voortdurend om slimmere applicaties. Een toekomstbeeld waarbij samenwerkende agrobots situaties kunnen beoordelen en gezamenlijk complexe taken kunnen uitvoeren wordt gezien als ‘The next step’ en onvermijdelijk, maar tevens als ingewikkeld, risicovol en voorlopig onrealiseerbaar. Machinebouwers hechten grote waarde aan betrouwbaarheid en missen de technologie om onderlinge coöperativiteit tussen machines met de nodige robuustheid te kunnen ontwikkelen en te integreren in hun product. De HAN heeft inmiddels veel ervaring opgebouwd op het gebied van programmeertools voor robotica en wil samen met kennisinstellingen als WUR, TUDelft en UT, machinebouwers als Lely en MultiToolTrac en eindgebruikers uit de agrarische sector, kennis en ervaring ontwikkelen op het gebied van het programmeren van robuuste, coöperatieve systemen. Het consortium wil dit doen met behulp van een modelgebaseerde workflow op basis van een integrale, open source toolchain waarin bestaande tools c.q. ecosystemen zijn geïntegreerd. Dit moet uiteindelijk resulteren in een praktijkdemonstratie – op de Floriade 2022 - van de technologie middels twee prototypes: mestrobots in de veehouderij en oogstafvoersystemen in de akkerbouw. Ten behoeve van een goede projectfocus beschouwt DurableCASE autonomie als reeds bestaand en voegt hier coöperativiteit aan toe. Concreet levert DurableCASE het volgende op: - gedemonstreerde en gepubliceerde, toepasbare kennis over robuuste coöperativiteit in agrobotica, gebaseerd op multi-agent technologie; - een open toolchain die efficiënte, modelgebaseerde ontwikkeling van robuuste coöperativiteit mogelijk maakt; - inzicht in de business case; - lesmateriaal op basis van bovengenoemde kennis en toolchain.