Verslag van een onderzoek waarin de cultuurparticipatiepraktijk van het verhalen vertellen op etnografische wijze wordt onderzocht, met name op de betekenis die die praktijk heeft voor de participanten.
DOCUMENT
Deze studie behelst enerzijds een zoektocht binnen de Westerse geschiedenis van filosofie en theologie naar de wortels van de hedendaagse ecologische crisis. Daarbij tracht zij de aard van deze crisis, de draagwijdte en de ecologische en morele gevolgen voor de mens vast te stellen. Anderzijds poogt zij vanuit dezelfde geschiedenis mogelijke perspectieven te schilderen, die een handreiking in de richting van het oplossen van deze crisis zouden kunnen zijn.
DOCUMENT
Deze verhalenbundel is een deelpublicatie van Kunst Inclusief: een project waarin onderzocht werd hoe mensen met een beperking volwaardig kunnen deelnemen aan kunstbeoefening en welke veranderingen dat vraagt bij de professionals, instellingen en centra die zich bezighouden met zorg en kunstbeoefening. De bundel is bestemd voor allen die willen bijdragen aan het verbeteren van de toegankelijkheid van kunst en cultuur.
DOCUMENT
Op 1 januari 2021 is Amaryllis, in samenwerking met Incluzio, gestart met de uitvoering van de opdracht Basisondersteuning Wmo. Uitgangspunt bij het bieden van basisondersteuning door Amaryllis is “collectief tenzij…’. Hierdoor zou er gedurende vier jaar een verschuiving zichtbaar moeten worden van individuele ondersteuning naar groepsgerichte ondersteuning. Om het effect van de groepsgerichte ondersteuning te laten zien, zijn er naast de cijfermatige resultaten ook verhalen van bewoners opgehaald. In samenwerking met het Lectoraat Sociale Kwaliteit van NHL Stenden Hogeschool heeft Amaryllis in het vierde kwartaal van 2021 onderzoek gedaan naar deze transformatie van de Basisondersteuning in de gemeente Leeuwarden.
DOCUMENT
In november 2018 overleed Frans Meijers; onderzoeker, lector, en levenspartner van Reinekke Lengelle. Reinekke en Frans werkten en schreven samen en hebben de narratieve methode Career Writing (loopbaanschrijven) ontwikkeld. In haar onlangs verschenen boek Writing the Self in Bereavement beschrijft ze haar leven met Frans. Ze vertelt ook over haar verdriet en combineert eigen ervaringen met huidig wetenschappelijk onderzoek over rouw. In dit artikel reageert ze op een aantal vragen die ze in eerdere interviews werd gesteld.
DOCUMENT
Laaggecijferdheid is een belangrijk onderwerp voor onderzoek, want het leven van laaggecijferde personen brengt grote uitdagingen met zich mee. Tot nu toe gaat de meeste aandacht van onderzoekers naar laaggeletterdheid. In deze onderzoeken is er soms ook aandacht voor laaggecijferdheid, maar dit is meestal slechts een klein deel van het onderzoek. Gelukkig is er binnen en buiten Nederland wel een aantal onderzoekers die zich bezighouden met gecijferdheid, zodat we toch een theoretische basis hebben. Dit whitepaper geeft een overzicht van (een deel) van de onderzoeken rondom (laag)gecijferdheid. Allereerst een overzicht van Nederlandse onderzoeken, die een beeld geven van de situatie in Nederland. Daarbij aandacht voor feiten en beleid, maar ook voor didactische vaardigheden en praktische tips. Als tweede een selectie van internationaal onderzoek. Hierbij blijkt dat het gebrek aan aandacht voor gecijferdheid een gedeeld probleem is. Desondanks zijn er mooie onderzoeken gedaan die nuttig kunnen zijn voor de Nederlandse situatie. In het derde onderdeel van dit paper is er ruimte voor gerelateerd onderzoek. Deze onderzoeken richten zich in eerste instantie niet op laaggeletterdheid, maar er worden interessante dingen gezegd over reke-nen of over mensen met lage vaardigheden in het algemeen. Van deze artikelen is geen samenvatting gemaakt, maar slechts een citaat weergegeven. Als vierde volgt een overzicht van beschikbare materia-len die in gecijferheidsonderwijs voor volwassen gebruikt kunnen worden. Dit whitepaper is een document dat in beweging is. De verwachting is dat (laag)gecijferdheid in toene-mende mate in de belangstelling staat en er ook meer onderzoek naar gedaan zal worden. Het aantal interessante publicaties zal toenemen en de intentie is om dit document regelmatig te herzien.
DOCUMENT
Al op heel jonge leeftijd ontdekken kinderen dat zij sporen kunnen maken, bijvoorbeeld wanneer zij knoeien met hun pap. Kort nadat peuters een krijtje of potlood kunnen vasthouden, gaan zij krabbelen op papier. Deze ervaring doen kinderen vaak op in het tweede levensjaar. Dat is het startpunt voor de ontwikkeling van papier- en pentaken. Met kwasten, krijtjes, potloden en viltstiften, schilderen, kleuren en tekenen peuters heel wat af. Kleuters ervaren zo dat ze symbolen kunnen maken. Een hartje betekent ‘lief’ en bij het tekenen van hun eerste koppoter zeggen ze: ‘Dit ben ik.’ Ze zien hoe volwassenen schrijven en imiteren dat. Eerst met krabbels en daarna tekenen ze de letters van hun naam na. Ze ontdekken dat hun naam uit meerdere klanken bestaat: ‘Dat is de S van Sam.’ Zo ervaren kleuters dat symbolen en klanken bij elkaar horen en aan elkaar gekoppeld zijn (Berninger et al., 2006).Al doende worden peuters en kleuters steeds handiger: zelf aankleden, een boterham smeren, spelen met verschillende materialen, en oefenen met kleuren en tekenen, zorgen ervoor dat zij fijnmotorische ervaring opdoen. Ze ontdekken wat hun handigste hand is bij het tandenpoetsen, bij brood smeren, en bij kleuren en tekenen. Het is goed om in deze ontdekkingsperiode het materiaal rechts aan te bieden, maar wel ruimte te laten om over te pakken. De periode in groep 1 en 2 is belangrijk voor de ontwikkeling van papier- en pentaken als voorbereiding op het schrijven.
DOCUMENT
Verhuizen naar een verpleeghuis is vaak een emotioneel ingrijpende gebeurtenis die om een groot aanpassingsvermogen van nieuwe bewoners en hun sociale omgeving vraagt. Een van de uitdagingen voor zorgorganisaties is om te zorgen dat bewoners zich ondanks alles in het verpleeghuis thuis voelen. De vraag is welke factoren dit thuisgevoel beïnvloeden. Systematisch literatuuronderzoek door Fontys HHogescholen heeft deze nu in kaart gebracht
DOCUMENT
Het is belangrijk dat iedereen meedoet in de samenleving. Dat iedereen elkaar zou leren kennen. Kunst is in al haar verschijningsvormen een geschikt middel om mensen samen te brengen. ‘Kunst Inclusief’ houdt zich bezig met het ontwikkelen van beleid en werkwijzen om mensen met een beperking te ondersteunen bij de ontwikkeling van hun creatieve talenten. Het studentenonderzoek heeft zich gericht op twee werelden, de wereld van Scholen in de Kunst (kunstcentra) en de wereld van de Amerpoort (instellingsatelier, Jans Pakhuys en de Elleboog). Waardoor zijn dit twee werelden en hoe kunnen deze twee werelden nader tot elkaar komen? Door middel van (participerende) observaties en interviews worden vragen die gekoppeld zijn aan dit studentonderzoek beantwoordt en wordt er gekeken naar mogelijkheden om deze twee werelden nader tot elkaar te brengen.
DOCUMENT
In 2016 zijn de TU Delft, De Haagse Hogeschool en andere hogescholen een samenwerking gestart om in co-creatie met kinderen beweegactiviteiten te ontwerpen. Er is een groot aantal werkvormen ontwikkeld waarmee het inlevingsvermogen en de creativiteit van basisscholieren worden gestimuleerd. Tegelijkertijd komen gymleraren en groepsleerkrachten meer te weten over wat de klas en het individu “beweegt” en waar behoefte aan is in de gymles.
DOCUMENT