Het pakket bestaat uit twee delen en meerdere praktische bijlage die u in de praktijk meteen kan toepassen: Deel A: Theoretische onderbouwing en aanbevelingen: hierin wordt u een theoretische onderbouwing van de richtlijn gegeven, dat resulteert in aanbevelingen voor hulpverleners. Deze gegevens zijn van belang om goed met de richtlijn te kunnen werken. Deel B: Gegevensverzameling en interventies: in dit deel worden de aanbevelingen specifiek uitgewerkt voor de verpleegkundige beroepsgroep. Het effectief gebruik van de richtlijn, de wijze van gegevensverzameling en het kiezen van interventies komen aan bod.
MULTIFILE
Cognitieve gedragstherapie en gezinsinterventies zijn wetenschappelijk bewezen interventies, waarvan wordt geadviseerd deze op te nemen in zorgprogramma’s. Niet bewezen effectief, maar wel geïndiceerd, is psycho-educatie aan de patiënt. Optionele interventies zijn lotgenotengroepen en – bij negatieve symptomen – psychomotorische therapie. Voor de verpleegkundige zorg is de wetenschappelijke evidentie beperkt, wel worden aanbevelingen gedaan. De ontwikkeling van een ‘levende richtlijn’, die continu wordt geactualiseerd, is wenselijk.
DOCUMENT
Een beetje hypotheekrente betalen vinden we tegenwoordig enger dan hoge huren.
LINK
Patiënten met schizofrenie of een schizo-affectieve stoornis hebben een verhoogde kans op diverse somatische ziektes, zoals cardiovasculaire aandoeningen, virale ziektes, diabetes, respiratoire aandoeningen en seksuele stoornissen. Deze ziektes dragen ertoe bij dat de levensverwachting van deze patiëntengroep naar schatting 20 jaar lager ligt dan die van de normale bevolking. Verschillende factoren dragen bij aan deze hoge morbiditeit en mortaliteit, waaronder genetische kwetsbaarheid, de ongezonde leefstijl van deze patiënten en de bijwerkingen van de anti psychotische medicatie.
DOCUMENT
Hoewel motiverende gespreksvoering (MGv) veel gebruikt wordt om intrinsieke motivatie voor gedragsverandering te bevorderen, is het onduidelijk hoe MGv werkt. De vraag is dus welke ingrediënten verantwoordelijk zijn voor succes: wat zijn de actieve ingrediënten en verandermechanismen van MGv? Na een literatuurstudie naar potentiële actieve ingrediënten en verandermechanismen van MGv, werden twee multiple casestudies uitgevoerd. De eerste naar MGv ter bevordering van langdurig medicatiegebruik bij cliënten met schizofrenie, de tweede naar MGv om stoppen met roken te ondersteunen bij cliënten met een hartaandoening. In de literatuurstudie werden negen cliëntfactoren en negen therapeutfactoren als potentiele actieve ingrediënten, en vier potentiële verandermechanismen van MGv gevonden. In beide multiple casestudies bleken deze potentiële actieve ingrediënten geen enkelvoudige factoren of korte combinaties tussen een therapeutfactor en een cliëntfactor te zijn, maar te ontstaan over een langere gespreksperiode waarin verschillende therapeutfactoren en cliëntfactoren betrokken waren. De actieve ingrediënten en de daardoor geactiveerde verandermechanismen bleken cliënt- en context-specifiek te zijn.
MULTIFILE
De somatische gezondheidstoestand van patiënten met een 'servere mental illness' (SMI) of ernstige psychiatrische aandoening - waaronder schizofrenie, ernstige depressie, schizo-affectieve en bipolaire stoornissen - krijgt steeds meer aandacht in de geestelijke gezondheidszorg. Somatische screening en de hierop volgende behandeling zijn van cruciaal belang voor een goede lichamelijk een geestelijke gezondheid van deze patiënten.
DOCUMENT
Gebruik van antipsychotica gaat vaak samen met gewichtstoename en alle gezondheidsrisico's die daarbij horen. Het onderzoek van Vandyk en Baker geeft inzicht in de ervaring en beleving van schizofreniepatiënten zelf als het gaat om hun gewicht en de factoren die hierop van invloed zijn.
DOCUMENT
Sommige mensen hebben psychiatrische of ernstige psychische problemen én leveren gevaar op voor anderen. Het betreft bijvoorbeeld mensen die lijden aan schizofrenie of een antisociale persoonlijkheidsstoornis, die anderen schade berokkenen, leed veroorzaken of strafbare feiten plegen. Goed omgaan met deze mensen is een moeilijke opgave. Ze maken deel uit van twee werelden. Die van de zorg en die van justitie, die zich in de praktijk moeizaam tot elkaar verhouden. Allereerst kampt een aanzienlijk deel van de gedetineerden in Nederlandse gevangenissen met psychi(atri)sche problemen, die niet altijd behandeld worden. Ten tweede zijn de recidivecijfers hoog. Binnen vier jaar na ontslag uit de gevangenis is 66% opnieuw veroordeeld voor een misdrijf. Ten derde en in samenhang daarmee zijn er knelpunten in het begeleiden van (ex-)gedetineerden bij hun terugkeer naar de maatschappij. Als beter en langer nazorg zou worden verleend, zou het risico op terugval kunnen worden verkleind. Tot slot komen psychiatrische patiënten die overlast veroorzaken niet altijd tijdig in beeld bij de hulpverlening. Daardoor kunnen zij terechtkomen in situaties waarin zij delicten plegen die mogelijk hadden kunnen worden voorkomen. De vraagstelling van het advies luidt: hoe kunnen we beter omgaan met delictplegers met psychi(atri)sche problemen?
DOCUMENT
Abstract Background: Antipsychotic-induced Weight Gain (AiWG) is a debilitating and common adverse effect of antipsychotics. AiWG negatively impacts life expectancy, quality of life, treatment adherence, likelihood of developing type-2 diabetes and readmission. Treatment of AiWG is currently challenging, and there is no consensus on the optimal management strategy. In this study, we aim to evaluate the use of metformin for the treatment of AiWG by comparing metformin with placebo in those receiving treatment as usual, which includes a lifestyle intervention. Methods: In this randomized, double-blind, multicenter, placebo-controlled, pragmatic trial with a follow-up of 52 weeks, we aim to include 256 overweight participants (Body Mass Index (BMI) > 25 kg/m2) of at least 16years of age. Patients are eligible if they have been diagnosed with schizophrenia spectrum disorder and if they have been using an antipsychotic for at least three months. Participants will be randomized with a 1:1 allocation to placebo or metformin, and will be treated for a total of 26 weeks. Metformin will be started at 500 mg b.i.d. and escalated to 1000 mg b.i.d. 2 weeks thereafter (up to a maximum of 2000mg daily). In addition, all participants will undergo a lifestyle intervention as part of the usual treatment consisting of a combination of an exercise program and dietary consultations. The primary outcome measure is difference in body weight as a continuous trait between the two arms from treatment inception until 26 weeks of treatment, compared to baseline. Secondary outcome measures include: 1) Any element of metabolic syndrome (MetS); 2) Response, defined as ≥5% body weight loss at 26 weeks relative to treatment inception; 3) Quality of life; 4) General mental and physical health; and 5) Cost-effectiveness. Finally, we aim to assess whether genetic liability to BMI and MetS may help estimate the amount of weight reduction following initiation of metformin treatment. Discussion: The pragmatic design of the current trial allows for a comparison of the efficacy and safety of metformin in combination with a lifestyle intervention in the treatment of AiWG, facilitating the development of guidelines on the interventions for this major health problem.
DOCUMENT