Iedere dag worden vele diverse materialen gebruikt voor het vervaardigen van orthopedische schoenen, orthopedische zolen en aanpassingen aan bestaande schoenen. Op basis van ervaringen en best practices worden de diverse materialen geselecteerd en verwerkt tot schoenen van hoge kwaliteit. Echter, wanneer de materiaaleigenschappen van deze materialen worden opgezocht, blijkt vaak maar een zeer beperkte hoeveelheid informatie beschikbaar te zijn. Het project “Materiaalonderzoek voor de orthopedische schoentechniek” heeft tot doel de beschikbare kennis en informatie over de materiaaleigenschappen te vergroten. De resultaten van het materiaalonderzoek moeten beschikbaar komen in een database waarmee, bij het ontwerpen van orthopedische hulpmiddelen, materialen gericht met elkaar vergeleken worden op relevante eigenschappen. Uiteindelijk zal in de wat verdere toekomst het mogelijk moeten worden om het effect van een materiaalkeuze op de functionaliteit van de schoen op de computer te simuleren alvorens de schoen daadwerkelijk wordt gemaakt.
DOCUMENT
Fontys introduceert afstudeerrichting othopedische schoentechnologie
DOCUMENT
De standaarden voor de opleiding en diplomering voor de orthopedische schoentechniek lopen van land tot land sterk uiteen. Er is een nieuw initiatief opgezet dat moet leiden tot internationale standaarden.
DOCUMENT
Abstract van een symposium ter gelegeheid van de ondertekening van een intentieverklaring tussen Fontys, de branchevereniging NVOS en Orthobanda en SVGB op 12 september 2005. Dit ter gelegeheid van de start van de duale opleidingsvariant van de Hogere Beroepsopleiding Orthopedische Technologie. Onder redctie van C. Beers.
DOCUMENT
This article discusses the importance of fully integrating research activities into the Bachelor level programs (undergraduate programs) in orthopaedic engineering / prosthetics and orthotics. To work according to evidence based principles and acquire the competences to do so it is necessary for students to engage in research activities from within the educational programme as soon as possible. Involvement in research not only creates more insight in what research means and what the effects are, but also generates a number of cross links with the stakeholders involved in P&O education (see fig 1) which were not apparent before for the student. Also, the interaction with orthopaedic companies is stimulated in a broader context than is traditionally the case. A structure enhancing the interaction of educational institution, companies, research groups and institutions is presented which operates at the intersection of these stakeholders. A whole new world is therefore coming into range which will generate all kinds of new and unexplored opportunities.
DOCUMENT
Veel voetgerelateerde aandoeningen en afwijkingen worden in verband gebracht met drukken onder de voet. Het meten van deze drukken met speciale apparatuur wordt dan ook steeds vaker uitgevoerd door disciplines als podotherapie en orthopedische schoentechniek. Maar: hoe werkt een drukmeting eigenlijk? Hoe vindt het gebruik ervan plaats in de praktijk? En waar moet je als therapeut op letten bij aanschaf van meetapparatuur? In dit artikel wordt getracht op deze vragen een antwoord te geven.
DOCUMENT
Om concreet te maken wat er precies verandert in de techniek en wat dat betekent voor de competenties die technici in de toekomst nodig hebben, riepen wij de hulp in van werkgevers in de techniek. Technische bedrijven maken de opkomst van de Smart Industry en/of daaraan verwante ontwikkelingen ten slotte van dichtbij mee, als ze die niet al zelf vormgeven. Om een idee te krijgen van de competenties die van belang zouden zijn, hebben wij onderzoek gedaan onder 236 werkgevers in de technische sector. Wij bevroegen ze uitgebreid over de kennis, vaardigheden en houdingsaspecten (competenties) die ze onontbeerlijk achten voor technici die tussen nu en vijf jaar afstuderen. Wij stelden ze daarbij de vraag om zowel op huidige én toekomstige werksituaties te reflecteren, rekening houdend met technologische ontwikkelingen in hun werkveld. Na de introductie in Hoofdstuk 1, duikt Hoofdstuk 2 allereerst in de belangrijkste veranderingen in werk in de technische sector, volgens de door ons ondervraagde werkgevers. Hoofdstuk drie gaat vervolgens in op de gevolgen van deze veranderingen: welke competenties hebben werknemers van de toekomst hierdoor nodig? Het vierde hoofdstuk neemt je mee naar de werkvloer. We maken kennis met technici van de toekomst door een achttal portretten van werknemers die al (deels) over de benodigde competenties bezitten. Hoofdstuk vijf bevat een interview met innovatiedeskundige en wetenschapper Janina den Hertog waarin zij vertelt hoe bedrijven technici van de toekomst kunnen enthousiasmeren om te blijven vernieuwen. Het zesde en laatste hoofdstuk bespreekt ten slotte de belangrijkste bevindingen van ons onderzoek. Daarnaast bevat het concrete tips voor zowel (aankomende) technici, als werkgevers en docenten om zoveel mogelijk ‘toekomstproof’ te worden. Het boekje wordt afgesloten met een praktisch voorbeeld hoe het in de praktijk werkt: Smart Industry vereist Smart HRM!
MULTIFILE
De aandacht voor wetenschap en techniek in het basisonderwijs wordt vaak impliciet gebaseerd op de theorie van leren door doen. Er moet voorkomen worden dat wetenschap en techniek alleen beschouwd worden als praktisch handelend bezig zijn. Wetenschap en techniek bieden ook veel kansen om kinderen stevige cognitieve uitstapjes te doen.
DOCUMENT
In deze oratie wordt ingegaan op de problemen en paradoxen bij de versterking van de positie van wetenschap en techniek in het basisonderwijs. Waarom is het belangrijk dat (alle) kinderen hiermee in aanraking komen? Welke invulling moet wetenschap en techniek krijgen willen we kinderen effectief 'oriënteren op de wereld', het centrale kerndoel in dit domein? Kunnen we leerkrachten hiertoe in staat stellen? Het basisonderwijs is niet gediend met de associatie van wetenschap en techniek met 'moeilijk, vies, gevaarlijk'. Daarom wordt vaak benadrukt dat wetenschap en techniek 'leuk' is. Maar: dit kan leiden tot een verwaarlozing van het leren. We willen leraren die een onderzoekende houding bij leerlingen kunnen stimuleren en ontwikkelen. Maar: op school domineren instruerende didactiek en kant en klare werkbladen. We willen leraren die niet terugschrikken voor een domein van enorme omvang en die zich willen blijven verdiepen. Maar: de pabo trekt overwegend studenten met talenten die niet op het cognitieve vlak liggen. We willen dat scholen meer tijd besteden aan wetenschap en techniek. Maar: de politiek fixeert zich eenzijdig op rekenen en taal, en er zijn geen standaarden voor wetenschap en techniek. In de oratie worden oplossingsrichtingen verkend, evenals de mogelijkheden die praktijk te veranderen. Daarbij gaat het om het versterken van kennisbasis en zelfvertrouwen van leraren en pabostudenten, uitwerking van de didactiek van onderzoekend en ontwerpend leren, curriculumontwikkeling voor de pabo en versterking van de samenwerking met scholen, ook via het concept 'opleiden in de school'. Integratie speelt een sleutelrol. Kunnen we wetenschap en techniek niet beter als opwaartse kracht voor al het onderwijs van de basisschool positioneren in plaats van als het zoveelste vakje?
DOCUMENT
VTB (Verbreding Techniek Basisonderwijs), het programma van het Platform Bèta Techniek dat zich richt op het primair onderwijs, is in 2004 een project gestart op de pabo gericht op de versterking van techniek. Het gaat ons in dit artikel vooral om de factoren die bijdroegen aan (eventueel) succes, de knelpunten, en uitdagingen voor verduurzaming. Hebben de projecten hun doelstellingen gerealiseerd? Zo ja: wat droeg dear wezenlijk aan bij? Zo nee: wat bleken de knelpunten te zijn? En: zijn we nu klaar met de invoering van wetenschap & techniek op de pabo of valt er nog wat te doen? Zijn er lessen te trekken wear (andere) pabo's hun voordeel mee kunnen doen?
DOCUMENT