Het behouden van een actieve leefstijl bij kinderen is een belangrijke doelstelling, zoals beschreven in de kerndoelen van het (bewegings)onderwijs. Gekoppeld aan school zijn veel beweegmomenten mogelijk, zoals bewegingsonderwijs, beweegtussendoortjes in de klas, en buitenspelen op het plein. Door een toename van tussenschoolse en naschoolse opvang is het gebruik van het schoolplein toegenomen. Wat kun je als leerkracht doen om kinderen volop te laten bewegen tijdens het buitenspelen? Gekoppeld aan onderzoeksresultaten laat dit artikel mogelijkheden zien voor leerkrachten in het Basisonderwijs.
DOCUMENT
Het schoolplein biedt ieder kind op de basisschool de kans tot motorische- en sociale ontwikkeling. Maar het is niet meer vanzelfsprekend dat er een breed scala van spel- en sportactiviteiten op het schoolplein te zien is. 'Kinderen kennen geen spelletjes meer', 'kinderen van tegenwoordig zijn motorisch minder vaardig', 'kinderen bewegen maar weinig op het schoolplein' zijn veel gehoorde geluiden van leerkrachten over het bewegen van kinderen op het schoolplein. Centraal in dit artikel staan manieren waarop basisschoolkinderen meer gestimuleerd kunnen worden tot bewegen op het schoolplein. De praktische voorbeelden zijn hierbij gericht op het touwtjespringen.
MULTIFILE
Pauzetijd: heerlijk, even naar buiten. Sommige kinderen ‘chillen’ wat bij het klimrek, andere zijn lekker aan het spelen. Even ontspannen door te bewegen is goed voor kinderen. Maar hoe krijg je de minder actieve kinderen aan de gang op het schoolplein? In dit artikel voorbeelden van de interventie ‘De actieve pauze: touwtjespringen’ en de enthousiaste reacties van leerkrachten en kinderen.
DOCUMENT
Sinds 2012 is het aantal te zware Amsterdamse kinderen tussen nul en achttien jaar met twaalf procent gedaald, maar nog altijd kampt bijna twintig procent van de minderjarigen met overgewicht. Omdat kinderen een groot deel van de dag op school doorbrengen, zou meer bewegen in en om school, een manier kunnen zijn om de gezondheid van alle kinderen op school te bevorderen. Vaker een actieve pauze om kinderen gedurende de schooldag meer in beweging te laten zijn en minder te laten zitten, lijkt een simpele aanpassing van het dagprogramma op school. Echter, groepsleerkrachten blijkt niet op regelmatige basis extra beweegmomenten te creëren, zoals een 'beweegbreak'. Vakleerkrachten bewegingsonderwijs brengen voornamelijk tijd door in de gymzaal gedurende de schooldag en kunnen daardoor nauwelijks een rol spelen in het creëren van meer beweegmomenten in de klas of op het schoolplein. In deze KIEM-aanvraag wordt geïnventariseerd welke factoren van invloed zijn om meer bewegen tijdens de schooldag te integreren. Daarnaast worden de wensen en behoeften van leerlingen geïnventariseerd t.a.v. bewegen tijdens de schooldag.
Er zijn steeds meer kinderen in Nederland met bewegingsarmoede, overgewicht en geringe motorische vaardigheden. Om kinderen gezonde en fitte volwassenen te laten worden, is het van belang om hen te stimuleren meer te bewegen. Dit heeft het meeste effect als die beweging wordt ingebed in hun dagelijks leven. Een van die manieren om dat te bereiken is het stimuleren en beter faciliteren van buitenspelen: het onbegeleid spelen van kinderen in de buitenruimte. Buitenspelen heeft niet alleen een positief effect op de lichamelijke en geestelijke gezondheid van kinderen, maar ook op hun motorische, cognitieve en sociale vaardigheden. Gemeenteambtenaren willen inspelen op deze voordelen van buitenspelen, maar weten onvoldoende hoe zij hun stad speelvriendelijker kunnen maken. Deels komt dit doordat er een gebrek is aan kennis over de vraag waar, wanneer, hoe en met wie kinderen buiten spelen en hoe zij dit beleven en ervaren. Daarnaast ontbreekt het vaak aan tijd en instrumenten bij gemeenten om de ideeën door te vertalen naar beleid en de praktijk. Door participatief en kwalitatief onderzoek uit te voeren met en vanuit het perspectief van kinderen, willen we antwoord geven op de vraag welke factoren een bijdrage leveren aan een speelvriendelijke stad. Deze inzichten toetsen we aan de ideeën en huidige beleidsinstrumenten van gemeenteambtenaren, waarna we hier gezamenlijk een verbeterslag in maken en instrumenten aanreiken en handelingsperspectieven formuleren voor het ontwerpen, programmeren en beheren van speelvriendelijke steden. Naast deze tools worden de inzichten gedeeld in een eindrapport, kennisclips, symposium en publieksvriendelijke infographics.