Een groot deel van het ziekteverzuim wordt veroorzaakt door werkgerelateerde factoren. Om verzuim op de lanfere termijn effectief aan te pakken, is een integrale aanpak binnnen organisaties nodig. HR kan daarbij het voortouw nemen.
Een groot deel van het ziekteverzuim wordt veroorzaakt door werkgerelateerde factoren. Om verzuim op de lanfere termijn effectief aan te pakken, is een integrale aanpak binnnen organisaties nodig. HR kan daarbij het voortouw nemen.
In het Utrechtse voortgezet onderwijs is vastgesteld dat er sprake is van circa honderd leerlingen die langer dan twee maanden ‘thuiszitten’. De betrokken partners – het samenwerkingsverband Sterk VO, de afdeling leerplicht van gemeente Utrecht, de jeugdgezondheidszorg en de buurtteams jeugd en gezin – geven aan deze situatie onwenselijk te vinden. Tegen deze achtergrond gaven zij een analyse te willen laten uitvoeren van deze problematiek en advies te ontvangen om hier als kernpartners slagvaardiger in te kunnen opereren. Gebruik makend van dossier analyse en kwalitaiteve interviews is dit advies tot stand gekomen.
Aanleiding De Wet passend onderwijs (augustus 2014) beoogt het aantal leerlingen in speciale onderwijsvoorzieningen terug te dringen door leerlingen met speciale onderwijs- en zorgbehoeften goede arrangementen te bieden in het reguliere onderwijs. Kinderen met autismespectrumproblemen bezoeken nu vaak reguliere scholen. Maar de stap naar het voortgezet onderwijs betekent voor hen vaak een ernstige ontregeling. Door de verandering functioneren ze minder goed, presteren ze slechter en neemt de kans op schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten toe. De onderwijssector heeft grote behoefte aan een preventieprogramma dat de samenwerking tussen de betrokkenen bij een kind in deze fase verfijnt, structureert en differentieert. Doelstelling Hoofddoel van het project is het ontwikkelen van een training voor docenten en jeugdprofessionals in het optimaliseren van de transitieperiode voor leerlingen met autismespectrumproblemen. Het programma bestaat uit 2 fasen: 1) het bruikbaar maken van het goed onderzochte Engelse 'Transition Pack' voor het Nederlandse onderwijssysteem; 2) een quasi-experiment naar de effectiviteit en gebruikersvriendelijkheid van deze Nederlandse versie (TP-NL) t.o.v. de huidige ondersteuning in de betrokken scholen. Het team meet de klinische kenmerken van de deelnemende kinderen, de problemen die zij ervaren en de stress die ouders ervaren. De ervaringen van ouders en leerkrachten met de transitie worden in kaart gebracht met interviews. De kundigheid van leerkrachten in het omgaan met kinderen met autismespectrumproblemen worden onderzocht met behulp van enquêtes. Beoogde resultaten Het project beoogt 2 resultaten: 1) een preventieprogramma dat de samenwerking tussen de betrokkenen bij een kind in de periode voor, tijdens en na de overgang naar het voortgezet onderwijs verfijnt, structureert en differentieert; 2) een adequaat beschreven, werkzame opleidingsmodule die studenten van de deelnemende hogescholen leert het maatwerk voor leerlingen te verfijnen. Naast 2 promovendi participeren in het onderzoek lectoren en bachelor- en masterstudenten van de betrokken hogescholen. Bij positieve resultaten zal het consortium een TP-NL-opleidingsmodule ontwikkelen voor de opleidingen van de hogescholen en breder gebruik van TP-NL begeleiden in het Rotterdamse en Rijnlandse onderwijs. Landelijke kennisverspreiding vindt plaats via de academische werkplaatsen autisme en jeugd, met wetenschappelijke publicaties, vakpublicaties, presentaties, workshops en een slotcongres. In totaal 50 tot 90 studenten dragen bij aan de dataverzameling (door het schrijven van scripties), en aan de implementatie en het eindsymposium.
In Nederland heeft ongeveer vijftien procent van alle kinderen in het regulier onderwijs problemen met sociale communicatie en met executief functioneren (Autismespectrumproblemen). Deze problemen belemmeren een fijne en effectieve overstap van de basisschool naar de middelbare school. De overstap naar de middelbare school gaat voor kinderen met problemen met sociale communicatie en met flexibiliteit op dit moment gepaard met grote psychosociale en schoolse problemen. Bij veel van deze kinderen escaleren hun problemen meteen na de overstap naar de middelbare school, waardoor onderpresteren, schoolverzuim en vroegtijdig schoolverlaten op de loer liggen. Er zijn op dit moment geen evidence-based interventieprogramma’s voor leerkrachten van groep 8 en mentoren van middelbare scholen beschikbaar die hen kunnen helpen om deze kinderen preventief goed voor te bereiden op deze schooltransitie. In 2014 heeft een consortium van Rotterdamse kennisinstellingen, onderwijsorganisaties, instellingen voor jeugdhulp en verschillende Mkb-partners een SIA RAAK-Mkb subsidie ontvangen om te werken aan een wetenschappelijk onderbouwde oplossing voor dit urgente maatschappelijke, wetenschappelijke en onderwijskundige vraagstuk. Met behulp van deze subsidie is het eerste prototype van de serious game A.L.I.B.I. ontwikkeld. Dit eerste prototype richt zich op het preventief versterken van de planning- en organisatievaardigheden van kinderen met Autismespectrumproblemen teneinde hun dagelijks functioneren op de middelbare school te verbeteren. Ten aanzien van het aanpakken van sociale communicatieproblemen is er in dit eerste prototype een klein begin gemaakt met de integratie van game elementen en bijbehorende leerdoelen. Met behulp van voorliggende aanvraag beoogt dit Rotterdamse consortium aan prototype twee van A.L.I.B.I. te werken. Doel van dit project is om een bijbehorend dashboard en bijbehorende trainingsmodule voor leerkrachten en mentoren te ontwikkelen, om A.L.I.B.I. data-gestuurd uit te breiden met een module Sociale relaties en om een kleine pilotstudie onder leerkrachten en kinderen te verrichten naar de ervaren gebruikersvriendelijkheid met dit tweede prototype. De trainingsmodule richt zich op het trainen van leerkrachten en mentoren in het speciaal (basis) onderwijs in het geven van gepersonaliseerde feedback aan kinderen met Autismespectrumproblemen op basis van game data. We leren leerkrachten en mentoren specifiek hoe zij op basis van individuele spelgegevens gepersonaliseerde feedback aan kinderen kunnen geven zodat zij daarmee de gedragsstrategieën die de kinderen met behulp van A.L.I.B.I. aanleren in de klas kunnen versterken en bestendigen. Met deze aanpak beoogt het consortium om generalisatie te bewerkstelligen van de geleerde vaardigheden in de game naar het dagelijks leven van kinderen en hiermee hun dagelijks functioneren op school te verbeteren. Met deze doelstelling sluit onze projectaanvraag nauw aan bij de doelstellingen van SIA KIEM 21th century skills. Speciaal ten behoeve van deze doorontwikkeling wordt het bestaande consortium uitgebreid met de Department of Psychology, Education and Child Studies van de Erasmus Universiteit Rotterdam, en specifiek met de staf van Prof. Dr. Pol van Lier. Prof. van Lier beschikt over een omvangrijke dataset, afkomstig uit verschillende wetenschappelijke studies, die sturend gaat zijn bij de inrichting van de werkzame mechanismen van de nieuwe module Sociale relaties, en meer specifiek de vertaling van onderzoeksdata naar game elementen en leerdoelen van de module Sociale relaties. Indien deze aanvraag wordt toegekend, en prototype twee van A.L.I.B.I. op korte termijn ontwikkeld kan worden, zal er een vervolgaanvraag worden ingediend om de effectiviteit grootschalig met behulp van een quasi-experimenteel design te toetsen.