Abstract Aim: To gain insight into the relationship between self-management abilities (taking initiatives, investment behaviour, variety, multifunctionality, self-efficacy, positive frame of mind) and physical, psychological and social frailty. Design: A cross-sectional study. Methods: 145 community-dwelling older people receiving home-care completed a questionnaire on sociodemographic factors, the Self-Management-Ability-Scale and the Tilburg Frailty Indicator. After determining correlations, sequential multiple linear regression analyses were executed. Results: All self-management abilities are negatively associated with physical frailty; five (except multifunctionality) are negatively associated with psychological frailty. Variety in resources and positive frame of mind are negatively associated with social frailty. Sociodemographic characteristics, chronic diseases and self-management abilities together significantly explain participants’physical (34.9%), psychological (21.4%) and social (43.9%) frailty. After controlling for sociodemographic characteristics and chronic diseases, the self-management abilities together significantly explain 11 per cent of psychological and 6.8 per cent of social frailty. Having a positive frame of mind significantly negatively influences social frailty.
Europe’s aging population is leading to a growing number of people affected by chronic disease, which will continue over the coming decades. Healthcare systems are under pressure to deliver appropriate care, partly due to the burden imposed on their limited financial and human resources by the growing number of people with (multiple) chronic diseases. Therefore, there is a strong call for patient self-management to meet these patients’ healthcare needs. While many patients experience medication self-management as difficult, it poses additional challenges for people with limited health literacy. This thesis aims to explore the needs of patients with a chronic disease and limited health literacy regarding medication self-management and how support for medication self-management can be tailored to those needs.
Background Literature on self-management innovations has studied their characteristics and position in healthcare systems. However, less attention has been paid to factors that contribute to successful implementation. This paper aims to answer the question: which factors play a role in a successful implementation of self-management health innovations? Methods We conducted a narrative review of academic literature to explore factors related to successful implementation of self-management health innovations. We further investigated the factors in a qualitative multiple case study to analyse their role in implementation success. Data were collected from nine self-management health projects in the Netherlands. Results Nine factors were found in the literature that foster the implementation of self-management health innovations: 1) involvement of end-users, 2) involvement of local and business partners, 3) involvement of stakeholders within the larger system, 4) tailoring of the innovation, 5) utilisation of multiple disciplines, 6) feedback on effectiveness, 7) availability of a feasible business model, 8) adaption to organisational changes, and 9) anticipation of changes required in the healthcare system. In the case studies, on average six of these factors could be identified. Three projects achieved a successful implementation of a self-management health innovation, but only in one case were all factors present. Conclusions For successful implementation of self-management health innovation projects, the factors identified in the literature are neither necessary nor sufficient. Therefore, it might be insightful to study how successful implementation works instead of solely focusing on the factors that could be helpful in this process.
LINK
Chronische pijn is een groot, complex en duur probleem en heeft een grote impact op de kwaliteit van leven van patiënten, dagelijks functioneren, stemming en ziekteverzuim. Er zijn verschillende interventies ontwikkeld die met name gericht zijn op het beïnvloeden en veranderen van het gedrag waarbij zelfmanagement een belangrijke rol speelt. Echter het bestendigen van resultaten op lange termijn blijkt een groot probleem en leidt zelfs tot terugval naar “oud” gedrag waardoor patiënten opnieuw vaak kostbare hulp gaan zoeken. Er zijn twee additionele interventies ontwikkeld in een eerder RAAK-project (SOLACE) ter voorkoming van deze terugval: “Do It Your Self” en “Waarde gerichte Doelen” , echter de werkzaamheid van deze interventies op de lange termijn is niet onderzocht. Een eerste feasibility studie lijkt veelbelovend met positieve effecten naar de bruikbaarheid van deze interventies in de betrokken revalidatiecentra. Vanuit dit werkveld maar ook vanuit de patiënten kwam nadrukkelijk de vraag om deze interventies op effectiviteit te toetsen. Dit heeft geleid tot de onderzoeksvraag; “Is een additionele interventie (do it yourself en/of waarde gerichte doelen) gericht op het blijven toepassen van aangeleerde vaardigheden na een succesvol doorlopen pijn programma effectief in het bestendigen van de resultaten op de lange termijn en leidt dit tot een afname van het zorggebruik.” Het onderzoek wordt uitgevoerd in twee werkpakketten; (1) het ontwikkelen van een bruikbare app voor de ontwikkelde interventies in samenwerking met DIO Design en (2) een effectiviteit studie in de revalidatiecentra Adelante in Hoensbroek en Maastricht, Libra R&A locatie Weert en Heliomare Revalidatie in Wijk aan Zee. De doelstelling van het consortium is om de samen met zorgprofessionals, patiënten, beroepsvereniging en ontwerpers een product ter voorkoming van terugval verder te ontwikkelen en te toetsen. Na afronding van dit project zijn de op effectiviteit getoetste additionele interventies, DIY en WD, klaar om landelijk te worden uitgerold.
Veel patiënten met chronische pijn vallen na revalidatie toch een keer terug naar ‘oud’ gedrag. In het project SOLACE zijn twee strategieën ontwikkeld om terugval te voorkomen. Deze interventies leken effectief in de betrokken revalidatiecentra. Maar werken ze ook op de lange termijn?Doel Het doel van project Agrippa (Additional intervention for self-management in chronic pain patients) is om strategieën die terugval na revalidatie voorkomen verder te ontwikkelen en te toetsen. Dit doen we samen met zorgprofessionals, patiënten met chronische pijn, beroepsverenigingen en ontwerpers. Na afronding van dit onderzoek kunnen de strategieën landelijk in de praktijk worden gebracht. Resultaten Dit onderzoek loopt nog. Na afronding vind je hier een samenvatting van de resultaten. Looptijd 01 februari 2019 - 01 februari 2021 Aanpak Het onderzoek bestaat uit twee onderdelen: 1. We ontwikkelen een app waarin de twee interventies ‘Do It Your Self’ en ‘Waardegerichte Doelen’ worden opgenomen. 2. We toetsen de effectiviteit van de app in drie revalidatiecentra. Meer informatie Voor meer informatie bezoek je de uitgebreide projectpagina Agrippa.
Chronische gewrichtsaandoeningen zijn veelvoorkomende aandoeningen waarmee patiënten bij de fysiotherapeut of oefentherapeut komen. Aandoeningen zoals artrose en reuma veroorzaken problemen in het dagelijks functioneren vanwege pijn en verminderde mobiliteit. Genezing is vaak niet mogelijk, maar het bevorderen van zelfmanagement kan verergering voorkomen. Oefentherapeuten en fysiotherapeuten spelen een centrale rol in het ondersteunen van zelfmanagement bij patiënten met gewrichtsaandoeningen. De inzet van online toepassingen, waaronder mobiele applicaties, en online platforms, die gericht zijn op het bevorderen van zelfmanagement (in dit voorstel gedefinieerd als Behavioral Intervention Technologies: BITs) kunnen patiënten met chronische gewrichtsaandoeningen ondersteunen. Echter, voor veel professionals is het onduidelijk hoe BITs kunnen worden ingezet om zelfmanagement te vergroten en hoe dit gecombineerd kan worden met fysieke begeleiding. Daarom onderzoeken we in dit tweejarige project de manier waarop oefen- en fysiotherapeuten coaching op zelfmanagement via BITs kunnen vormgeven. In werkpakket 1 brengen we met een review, observaties en een concept mapping in kaart welke elementen en randvoorwaarden van BITs belangrijk zijn voor het bevorderen van zelfmanagement. Zodra we inzicht hebben in deze elementen en randvoorwaarden wordt in co-creatie met stakeholders toegewerkt naar beroepsrollen en beroepscompetenties die voorwaardelijk zijn voor het gebruik van BITs. Met de input van deze onderzoeksactiviteiten ontwikkelen we samen met de doelgroep de AmSOS methodiek die professionals helpt bij het gebruik van BITs om zelfmanagement te bevorderen bij patiënten met chronische gewrichtsaandoeningen (WP2). Om te bepalen in hoeverre de methodiek bruikbaar is in de praktijk wordt in WP3 een haalbaarheidsstudie opgezet waarbij 25 eerstelijnsfysio- en/of oefentherapiepraktijken de AmSOS methodiek gaan gebruiken in de behandeling van patiënten met chronische gewrichtsaandoeningen. Omdat gewrichtsaandoeningen een substantieel onderdeel zijn van de curricula, maar tegelijkertijd weinig aandacht wordt besteed aan technologie en zelfmanagement, ontwikkelen we in WP4 een onderwijsmodule voor scholing van studenten en praktiserende oefen- en fysiotherapeuten.