The objective of the study described in this paper is to define safety metrics that are based on the effectiveness of risk controls. Service providers define and implement such risk controls in order to prevent hazards developing into an accident. The background of this research is a specific need of the aviation industry where small and medium-sized enterprises lack large amounts of safety-related data to measure and demonstrate their safety performance proactively. The research department of the Aviation Academy has initiated a 4-year study, which will test the possibility to develop new safety indicators that will be able to represent safety levels proactively without the benefit of large data sets. As part of the development of alternative safety metrics, safety performance indicators were defined that are based on the effectiveness of risk controls. ICAO (2013) defines a risk control as “a defence with specific mitigation actions, preventive controls or recovery measures put in place to prevent the realization of a hazard or its escalation into an undesirable consequence”. Examples of risk controls are procedures, education and training, a piece of equipment etc. It is crucial for service providers to determine whether the introduced risk controls are indeed effective in reducing the targeted risk. ICAO (2013) describes the effectiveness of risk control as "the extent to which the risk control reduces or eliminates the safety risks”, but does not provide guidance on how to measure the effectiveness of risk control. In this study, a generic metrics for the effectiveness of risk controls based on their effectiveness was developed. The definition of the indicators allows, for each risk control, derivation of specific indicators based on the generic metrics. The suitability of the metrics will subsequently be tested in pilot studies within the aviation industry.
Dit document is samengesteld om constructeurs uit de mechatronica industrie met ervaring met metalen een inleiding in ontwerpen met composieten te geven. Het geeft basis info over de belangrijkste verschillen, eigenschappen en voor/nadelen van composieten. Het is niet bedoelt een ontwerphandleiding te schrijven maar een document met basisinformatie en vuistregels.
Objective. In this study it was investigated whether an artificial neural network can be used to determine the horizontal, fore-aft component of the ground reaction force from insole pressure patterns. Design. An artificial neural network was applied to map insole pressures and ground reaction forces. Method. To train an artificial neural network insole pressure patterns and ground reaction force data were simultaneously determined for a wide range of different speeds (0.9-2.3 m s−1) for five subjects. Both intrasubject and intersubject generalizability were evaluated. Results. At the intrasubject level generalizability was good when the speed for which the force was to be predicted was within the range of speeds from which data were used to train the network. Besides in some cases, generalizability to a condition outside the range of training conditions could be demonstrated. At the intersubject level the quality of generalization differed widely over subjects, from poor to good. Conclusions. It was found that an artificial neural network is able to map the relationship between insole pressure patterns and the fore-aft component of the ground reaction force. Relevance Good intrasubject generalization of 'knowledge' obtained by an artificial neural network will allow the assessment of the fore-aft component of ground reaction force in condition that cannot be evaluated with force plates, e.g. activities of daily living or real sport situations. Additionally, intersubject generalization will allow shear-force recordings in subjects that are not able to complete a great number of runs to acquire enough force-plate hits.
Dit project richt zich op de ontwikkeling van de biotechnologische en chemische procesvoering om op basis van mycelium een alternatief voor leer te produceren. In vergelijking met leer is het voordeel van mycelium dat geen runderen nodig zijn, de productie kan plaatsvinden onder industriële condities en met gebruik van reststromen, de CO2 uitstoot alsook hoeveelheid afval verlaagd wordt, en het gebruik van toxische stoffen zoals chroom wordt vervangen door biobased alternatieven. In het project zullen de procescondities worden bepaald die leiden tot de vorming van optimaal mycelium. Daartoe zullen twee verschillende schimmels worden gekweekt in bioreactoren bij de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN), waarbij specifiek de effecten van de procescondities (temperatuur, pH, shear, beluchting) en de samenstelling van het kweekmedium op groei van het mycelium en materiaal eigenschappen zullen worden onderzocht. De meest optimale condities zullen vervolgens worden opgeschaald. Op het op deze wijze verkregen materiaal zal Mylium BV een aantal nabehandelingsstappen uitvoeren om de sterkte, elasticiteit, en duurzaamheid van het product te vergroten. Daartoe worden biobased plasticizers, cross-linkers en/of flexibility agents gebruikt. Het resulterende eindproduct zal middels specifiek fysieke testen vergeleken worden met leer alsook worden voorgelegd aan mogelijke klanten. Indien beide resultaten positief zijn kan het betreffende proces na het project verder worden opgeschaald voor toepassing naar de markt.
Dit project betreft onderzoek naar de haalbaarheid van de industrialisatie van herverwerking van glasPP composiet afval in sandwich panelen. De beschikbare retourstromen, proceskennis en afzetmogelijkheden van de projectpartners bieden goede condities om het beoogde herverwerkingsproces te onderzoeken. De onderzoeksvraag luidt: Is het technisch haalbaar om glasPP afval te herverwerken in de kern van vezelversterkte sandwich panelen en wat zijn eventuele technische knelpunten of aanbevelingen voor industrialisatie? Omdat nog onzekerheden bestaan ten aanzien van de haalbaarheid, is de stap naar industrialisatie voor de projectpartners te groot, en is de te ontwikkelen kennis in dit project voor hen cruciaal. Daarom wordt onderzoek verricht naar de mogelijke technische knelpunten bij de herverwerking met speciale low shear apparatuur op lab schaal bij Saxion, en zullen aanbevelingen worden gedaan voor de opschaling naar een industrieel proces.
Thermoplast composiet (TPC) materialen worden in toenemende mate toegepast door de industrie. Van dit materiaal wordt gepromoot dat het goed recyclebaar is, echter wordt dit nog niet op grote schaal gedaan. Terwijl door de toename in populariteit, er juist meer reststromen beschikbaar komen. Op korte termijn in de vorm van productieafval en op de lange termijn in de vorm van End-of-Life materiaal. Tijdens de productie van TPC-onderdelen is al snel 1/3 van de materiaalstroom productieafval. Bestaande recycle initiatieven maken vaak gebruik van een chemisch of thermische oplossing, hierbij gaat het matrix materiaal verloren. Terwijl ook in dit deel van het composiet waarde zit. Daardoor kwam vanuit de industrie een toenemende vraag naar een recycleproces waarbij zowel de vezels als het materiaal behouden zou kunnen blijven. In het RAAK PRO project ‘TPC-Cycle – Duurzaam hergebruik van Thermoplastische composiet materialen’ is door twee promovendi onderzoek verricht naar processen om deze thermoplastische composieten te recyclen. Dit is gedaan in directe samenwerking met verschillende kenniscentra en projectpartners. Het TPC-Cycle project heeft zich gericht op het vinden van een oplossing voor een kosteneffectieve manier om postindustrieel TPC-afval te her verwerken. De volgende aspecten zijn opgeleverd tijdens dit project: Een waarde cirkel voor thermoplastische composieten. Hierbij is gekeken naar de uitdagingen die zich voordoen bij het verwerken van deze materiaalsoorten, en zijn er richtlijnen opgesteld voor de verwerking van TPC-materialen. Een recycling route is opgezet op lab schaal. Met deze opstelling kan het volledige proces doorlopen worden. Daarnaast zijn er demonstrators ontworpen en geproduceerd voor de industrie, om de mogelijkheden van het ontwikkelde proces te demonstreren.