Dit rapport verkent of de lokale jongerenwerker bij machte is om te opereren op het snijvlak van maatschappelijk welzijn en signalering van gewelddadig extremisme. Hoewel extremisme onder jongeren een zeldzaam fenomeen blijkt, en uitreizen om zich aan te sluiten bij Jihadistische strijdgroepen in het buitenland nog maar sporadisch voorkomt, ligt er een nadrukkelijke boodschap vanuit de overheid om alert te zijn op de eerste tekenen van afwijkend gedrag. Aan de hand van documentanalyse en interviews met jongerenwerkers brengt deze exploratieve studie in kaart hoe deze groep sociaal werkers gestalte geeft aan hun monitorende rol in de wijk. De resultaten laten zien dat er in de dagelijkse praktijk een helder kader ontbreekt, en dat dit twee hoofdoorzaken heeft. De eerste is dat, in de praktijk, de termen radicalisering en (gewelddadig) extremisme lastig van elkaar te onderscheiden zijn. De tweede oorzaak is dat de oordeelsvorming grotendeels leunt op de eigen individuele perceptie op de problematiek. Dit rapport concludeert daarom dat oordeelsvorming in de context van signalering van gewelddadig extremisme ogenschijnlijk weinig gestructureerd verloopt en niet geheel objectief is. De vraag is of de focus van het beleid op lokaal niveau niet verlegd moet worden naar het voorkomen van extremistisch geweld door jongerenwerkers in plaats van het tegengaan van radicaal gedachtegoed of ideologieën.
DOCUMENT
Een assertieve publieke variant van signalering, laat staan een politiserenderol, lijkt in de huidige Nederlandse context ingewikkeld. Marc Hoijtinklegt uit waarom, en op welke manieren sociale professionals dan welsignaleren. ‘Dan word ik link. Kom ik in actie.’
DOCUMENT
Mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) ontvangen vaak niet de palliatieve zorg die aansluit bij hun zorgbehoeften en die van hun naaste(n).1,2 Om dit te verbeteren zijn de Toolkit3 en bijbehorende training 'Proactieve palliatieve zorg in de GGZ’ ontwikkeld. In dit artikel wordt beschreven wat de Toolkit inhoudt en lichten we de stappen 1 en 2 ervan toe met een casus.
DOCUMENT
Gemeenten zien al langere tijd dat het aantal online aangejaagde ordeverstoringen toeneemt en zijn zoekende in wat zij mogen en kunnen. De onderzoeksgroep Cybersafety van NHL-Stenden Hogeschool heeft in de tweede helft van 2021, in opdracht van Noord Holland Samen Veilig (NHSV), onderzoek gedaan naar online signalering en toegepaste (online) interventies van gemeenten. Het onderzoek is uitgevoerd in de eenheid Noord-Holland en maakt deel uit van de City Deal (Lokale Weerbaarheid Cybercrime). Dit onderzoek is bedoeld om ervaringen bij gemeenten met online aangejaagde ordeverstoringen in kaart te brengen en daarmee de lokale en regionale aanpak van online aangejaagde orderverstoringen te versterken.
DOCUMENT
Het aantal kinderen dat slachtoffer is van kindermishandeling en huiselijk geweld is hoog en al jaren constant. Met de komst van moderne digitale technologieën wordt voorzichtig verkend of er oplossingsrichtingen liggen ten aanzien van dit probleem. Hoewel technologieën zoals big data en machine learning potentie hebben in het analyseren van grote hoeveelheden data en dus ook in het mogelijk (eerder) signaleren van kindermishandeling, zijn er de nodige programmatische en ethische overwegingen waar rekening mee dient te worden gehouden. Indien mogelijke toepassingen nader worden verkend, is het tevens van belang dat professionals binnen het sociale domein ook kennis hebben van de werking van de diverse vormen van digitale technologie en dat er wordt intensief wordt samengewerkt met de verschillende domeinen waarin de technologie nader wordt ontworpen.
DOCUMENT
De aanpak van schuldenproblematiek staat hoog op de politieke en maatschappelijke agenda. Een vroegtijdige signalering is in die context één van de onderwerpen die aandacht krijgt. In dat licht heeft het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de Hogeschool Utrecht en de Kredietbank Nederland gevraagd om te onderzoeken wat de actuele termijn is die gemiddeld verstrijkt tussen de oudste vordering en het moment dat mensen hulp zoeken bij gemeentelijke schuldhulpverlening. In voorliggend rapport is uitgewerkt wat dit onderzoek heeft opgeleverd.
DOCUMENT
Geen samenvatting beschikbaar
DOCUMENT
Dit onderzoek is bedoeld om de huidige labelvorming van kinderen met luisterproblemen te onderzoeken en om in samenwerking met logopedisten en audiologen in Nederland te komen tot een uniforme en hanteerbare definitie en om de kennis en ervaring op het gebied van signalering, diagnostiek en behandeling te bundelen. De aanleiding voor dit promotieonderzoek zijn de vragen vanuit het werkveld (logopedisten, audiologen, psychologen AC) over AVP die tijdens presentaties op diverse congressen, in logopedische kwaliteitskringen en dyslexiekringen in de periode 2008-2012 en tijdens de studiedag “Diagnostiek van auditieve verwerkingsproblemen” van de FENAC op 21 mei 2014 (http://www.fenac.nl/algemeen/opleiding/studiedag-avp/studiedag-diagnostiek-van-auditieve-verwerkingsproblemen-avp.html) gesteld werden.
DOCUMENT
Het doel van dit onderzoek is om na te gaan of tweejarige kinderen met spraak- en taalproblemen door vroege opsporing en gevolgde zorgtrajecten vooruitgaan in hun ontwikkeling, wat ervaringen van ouders zijn, of de geadviseerde zorg wordt opgevolgd (bereik)s en welke kosten de verschillende zorgtrajecten met zich mee brengen.
DOCUMENT
In de regio Zuid-Kennemerland (bestaande uit de gemeenten Haarlem, Heemstede, Bloemendaal, Zandvoort, Haarlemmerliede/Spaarnwoude en Bennebroek) zijn sinds acht jaar Sociale Teams actief. Sociale Teams zijn multidisciplinaire samenwerkingsverbanden gericht op de signalering en aanpak van multiproblemsituaties. Medewerkers van de GGD, woningcorporaties, politie, GGZ, verslavingszorg, maatschappelijk werk en andere organisaties komen circa tien keer per jaar bijeen om met elkaar complexe probleemsituaties aan te pakken, situaties waarbij veelal problemen als overlast, psychische problemen, schulden, verwaarlozing en verslaving een grote rol spelen. Sturend orgaan is de stuurgroep Sociale Teams. Namens deze stuurgroep heeft de GGD aan het landelijk kennisinstituut MOVISIE gevraagd om de werkwijze en de organisatie van de Sociale Teams te evalueren en te onderzoeken of er herijking nodig is. MOVISIE heeft documenten bestudeerd, sleutelfiguren geïnterviewd, Sociale Teams bezocht en een vragenlijst verspreid. Bovendien heeft MOVISIE een bijeenkomst georganiseerd voor dertig vertegenwoordigers van de verschillende deelnemende organisaties, zowel uitvoerenden als managers. Op deze bijeenkomst werden toekomstscenario’s besproken. Uit de evaluatie is te concluderen dat zo goed als alle respondenten het bestaan van de Sociale Teams een groot goed vinden. In vergelijking met de situatie van tien jaar geleden worden veel meer multiproblemsituaties gesignaleerd, aangepakt en opgelost, zo is de overtuiging van de meeste respondenten
DOCUMENT