Korte interviews met deskundigen over de kracht van simulaties en gaming voor openbaar bestuur en gemeentelijk beleid. Voorwoord van Annemarie Jorritsma, voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
DOCUMENT
Beschouwing van mogelijkheden en onmogelijkheden bij de inzet van simulaties om AI-modellen te trainen.
DOCUMENT
Dit rapport beschrijft uitvoerig een onderzoek naar mogelijkheden en opbrengsten van het inzetten van Professionele Simulatie Ontwerpsoftware in de bovenbouw van de basisschool. Deze casestudie is opgebouwd in vijf fasen waarvan de laatste fase antwoord geeft op de kracht van dit instrument voor het onderwijs. De studie mikt zowel op de didactische inzetbaarheid door de leerkracht als de bijdrage aan het ontwikkelen van denkvaardigheden bij leerlingen. De studie past in het onderzoek naar Mindtools en DME's en is grensverleggend in vergelijking tot gangbaar gebruik van ICT. De gebruikte software is van een hoog abstractieniveau maar blijkt door leerlingen al goed te gebruiken om hun talenten aan te spreken. In de eindconclusies worden perspectiefvolle resultaten genoemd. In de rapportage wordt ook geanticipeerd op verdere ontwikkelingen. Tijdens de casestudie zijn immers aanwijzingen gevonden dat leerlingen zeer geboeid kunnen zijn door het gebruik, dat ze sterke cognitieve redenatiepatronen kunnen opbouwen, analytische vaardigheden toepassen, dat ze uitvoerige kritische discussies met elkaar aangaan enz. Met andere woorden een dergelijk pakket zet leerlingen bij de juiste instrumentatie en begeleiding wel aan tot hoger orde denken. De abstracties van een dergelijk pakket gaat sommige leerlingen goed af. Ze vinden uiteindelijk de 3D weergave wel de kers op de appelmoes. Inzetten van dit soort software kan zeker aangemerkt worden als onderwijs inhoudelijk transitief. Het is interessant om t.z.t de diverse video-opnames uitvoeriger te analyseren op zowel de cognitieve als onderwijskundige opbrengsten. In de bijlagen zijn ontwikkelde ondersteunende materialen en resultaten van leerlingen opgenomen.
DOCUMENT
Size measurement plays an essential role for micro-/nanoparticle characterization and property evaluation. Due to high costs, complex operation or resolution limit, conventional characterization techniques cannot satisfy the growing demand of routine size measurements in various industry sectors and research departments, e.g., pharmaceuticals, nanomaterials and food industry etc. Together with start-up SeeNano and other partners, we will develop a portable compact device to measure particle size based on particle-impact electrochemical sensing technology. The main task in this project is to extend the measurement range for particles with diameters ranging from 20 nm to 20 um and to validate this technology with realistic samples from various application areas. In this project a new electrode chip will be designed and fabricated. It will result in a workable prototype including new UMEs (ultra-micro electrode), showing that particle sizing can be achieved on a compact portable device with full measuring range. Following experimental testing with calibrated particles, a reliable calibration model will be built up for full range measurement. In a further step, samples from partners or potential customers will be tested on the device to evaluate the application feasibility. The results will be validated by high-resolution and mainstream sizing techniques such as scanning electron microscopy (SEM), dynamic light scattering (DLS) and Coulter counter.
De KIEM subsidie zullen wij gebruiken om een RAAK PUBLIEK-aanvraag te schrijven, waarin de basis wordt gelegd voor een discursief psychologisch onderzoek naar de wijze waarop issuemakelaars in het publieke domein issues aankaarten via sociale media, zodat (communicatie-)professionals hier lering uit kunnen trekken. We kijken naar de manier waarop issuemakelaars melding maken van misstanden en de dialogen die zich als gevolg daarvan ontwikkelen op sociale media. De resultaten zullen bijdragen aan een interactioneel handelingsperspectief, dat vorm kan krijgen in consultation, richtlijnen/handleidingen, casuïstiekopdrachten, trainingen en social media monitoring simulatiesessies. Het doel hiervan is communicatieprofessionals in staat te stellen adequater te reageren op issuemakelaars met een focus op interactie via sociale media, waarmee de toekomstbestendigheid van de professional wordt vergroot. In samenspraak met consortiumpartners zullen wij de KIEM subsidie gebruiken om: - de aanvraag inhoudelijk vorm te geven - geschikte casussen te selecteren die als onderzoeksmateriaal zullen dienen - werkpakketten samen te stellen en een activiteitenplan te maken - meer instellingen en praktijkorganisaties betrekken en uitnodigen voor deelname
Doel van dit project is de ontwikkeling van een virtual lab voor het bevorderen van het aanleren 21e eeuwse vaardigheden van leerlingen in de context van bèta burgerschapsvorming. In het consortium “Samen werken aan Bèta Burgerschap” (http://www.techyourfuture.nl/a-436/samen-werken-aan-bèta-burgerschap) werkt het lectoraat Vernieuwingsonderwijs intensief samen met basis- en middelbare scholen, bedrijven en maatschappelijke instellingen aan de ontwikkeling en implementatie van programma’s van leeractiviteiten waarin burgerschapscompetenties worden aangeleerd in het domein van de bèta en techniek. Het betreft bovendien een programma dat niet alleen beroepsvoorbereidend is maar ook burgerschapsvormend, aangezien we bèta en techniek in een bredere maatschappelijke context plaatsen. In de programma’s van leeractiviteiten worden 21e eeuwse vaardigheden gestimuleerd zoals kritisch denken, probleem oplossen, communicatie, samenwerking en ook ICT vaardigheden en levenslang leren. Een van de programma’s van leeractiviteiten is Plastic Soep, dat ontwikkeld is door en voor het voortgezet onderwijs in samenwerking met TCC de Tijl (VWO 2), WETSUS en het lectoraat International Water Technology van Saxion. WETSUS is een instelling waar internationaal onderzoek wordt gedaan naar duurzame watertechnologieën (zie https://www.wetsus.nl/home/what-is-wetsus). In het project worden leerlingen gevraagd welke oplossing het meest doeltreffend is voor het opruimen van plastic zwerfafval uit de oceanen. Tijdens het programma van leeractiviteiten onderzoeken leerlingen hoe plastic wordt geproduceerd en afgebroken en welke processen bijdragen aan de plastic soep. Het programma van leeractiviteiten is inmiddels in 19 klassen toegepast en geëvalueerd. Om het aanleren van 21e eeuwse vaardigheden van leerlingen tijdens het programma te optimaliseren wil het consortium een virtual lab ontwikkelen. Virtuele labs zijn webgebaseerde simulaties van authentieke laboratoriumtests; het lab worden beschikbaar gesteld in de Go-Lab omgeving. Het lab biedt leerlingen de mogelijkheid om te leren door het uitvoeren van virtuele experimenten. Belangrijk voordeel van een virtual lab is dat experimenten snel en eenduidig kunnen worden uitgevoerd, uitkomsten snel beschikbaar en te interpreteren zijn en onderliggende verschijnselen in de bèta en techniek zichtbaar kunnen worden gemaakt. Bovendien kunnen applicaties, die het aanleren van 21e eeuwse vaardigheden ondersteunen en stimuleren, in het virtuele lab worden geïntegreerd.