In 2008 heeft het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) de KNGF-beweegprogramma’s herzien; het warden de ‘Standaarden Beweeginterventies’, gericht op mensen met een chronische aandoening. Een dergelijke standaard stelt een voldoende competente fysiotherapeut in staat bij mensen met een chronische aandoening een actieve leefstijl te bevorderen en hun mate van fitheid te verhogen. Basis voor de herziening vormen de oorspronkelijk door TNO ontwikkelde beweegprogramma’s, van waaruit de tekst grondig is geactualiseerd. De gedetailleerde invulling van de programma’s in ‘kookboekstijl’ is niet opnieuw opgenomen. Gekozen is voor een actueel concept dat de fysiotherapeut de mogelijkheid biedt een ‘state-of-the-art’programma te ontwikkelen met respect voor de individuele patiënt en praktijkspecifieke randvoorwaarden
Lichamelijke zwakte is een belangrijk onderdeel van kwetsbaarheid en komt veel voor bij oudere volwassenen. Terwijl vrouwen een hogere prevalentie en een eerder begin van kwetsbaarheid kennen zijn sekseverschillen in de ontwikkeling van lichamelijke zwakte nauwelijks bestudeerd. Daarom hebben we in spieren de veranderingen onderzocht die onderscheid maken tussen fitte en zwakke ouderen voor elk geslacht afzonderlijk. Mannen (n = 28) en vrouwen (n = 26) van 75 jaar en ouder werden gegroepeerd op basis van hun fysieke prestatiecriteria. Er werd gebruik gemaakt van spierbiopten genomen uit de vastus lateralis-spier voor genexpressie- en histologisch onderzoek. Er werden paarsgewijze vergelijkingen gemaakt tussen de sterkste en de zwakste groepen voor elk geslacht afzonderlijk, en potentiële geslachts-specifieke effecten werden beoordeeld. Zwakke vrouwen toonden een hogere expressie van ontstekingsroutes, infiltratie van NOX2-immuuncellen, samen met een hogere VCAM1-expressie. Zwakke mannen werden gekenmerkt door een kleinere diameter van type 2 (snelle) spiervezels en lagere expressie van PRKN. Zwakte-geassocieerde genexpressie-veranderingen in de spieren waren verschillend van veroudering-geassocieerde genexpressie-veranderingen, wat erop wijst dat de pathofysiologie van fysieke zwakte niet noodzakelijkerwijs afhankelijk is van veroudering. We concluderen dat zwakte-geassocieerde veranderingen in de spieren sekse-specifiek zijn. Aanbevolen wordt om bij onderzoek naar kwetsbaarheid rekening te houden met sekseverschillen, omdat deze verschillen een grote impact kunnen hebben over de ontwikkeling van (farmaceutische) interventies tegen kwetsbaarheid.
MULTIFILE
Generalized loss of muscle mass is associated with increased morbidity and mortality in patients with cancer. The gold standard to measure muscle mass is by using computed tomography (CT). However, the aim of this prospective observational cohort study was to determine whether point-of-care ultrasound (POCUS) could be an easy-to-use, bedside measurement alternative to evaluate muscle status. Patients scheduled for major abdominal cancer surgery with a recent preoperative CT scan available were included. POCUS was used to measure the muscle thickness of mm. biceps brachii, mm. recti femoris, and mm. vasti intermedius 1 day prior to surgery. The total skeletal muscle index (SMI) was derived from patients’ abdominal CT scan at the third lumbar level. Muscle force of the upper and lower extremities was measured using a handheld dynamometer. A total of 165 patients were included (55% male; 65 ± 12 years). All POCUS measurements of muscle thickness had a statistically significant correlation with CT-derived SMI (r ≥ 0.48; p < 0.001). The strongest correlation between POCUS muscle measurements and SMI was observed when all POCUS muscle groups were added together (r = 0.73; p < 0.001). Muscle strength had a stronger correlation with POCUS-measured muscle thickness than with CT-derived SMI. To conclude, this study indicated a strong correlation between combined muscle thickness measurements performed by POCUS- and CT-derived SMI and measurements of muscle strength. These results suggest that handheld ultrasound is a valid tool for the assessment of skeletal muscle status.