Er wordt heel wat onderzoek gedaan naar jongeren en de manier waarop ze gebruik maken van ICT. Vaak om een algemeen beeld te krijgen van wat voor media ze zo al gebruiken en hoeveel tijd ze ermee bezig zijn. Meestal wordt de kans dan niet benut om aan jongeren zélf te vragen wat hun ervaringen zijn met ICT, met name bij het leren. Hoe ze vanuit die ervaringen aankijken tegen het inzetten van ICT bij het doen van huiswerk en welke verwachtingen ze eigenlijk hebben van het gebruik van ICT op school. Vandaar dat in Australië1 en in Nederland – met steun van Kennisnet - in de afgelopen maanden onderzoek is gedaan naar de verwachtingen en de ervaringen van studenten, leerlingen en jonge, startende leraren met betrekking tot het leren met ICT in het onderwijs. Dit artikel beschrijft de belangrijkste resultaten van dit onderzoek.
This study determined the intelligibility (words, sentences and story telling) of 43 children (mean age 4.9 years) with unilateral cleft lip and palate who received a Wardill–Kilner palatoplasty, as judged by their parents and determined the influence of age and gender. A comparison with normative data for intelligibility of 163 Dutch speaking children was made. Each child and the parents completed The Dutch intelligibility test. Measures reported include group mean intelligibility percentages for words, sentences and story telling for children aged 2.5–5.0 and 5.0–7.6 years. A significant correlation between age of the children and intelligibility was measured. No significant gender-related differences were found. An interesting finding is the absence of significant difference in intelligibility percentage between the children with cleft palate and the normative data for story telling. The reported intelligibility percentages provide important prognostic reference information for surgeons who perform palatoplasty and speech pathologists who assess the speech production of children with cleft palate.
De voedsel- en warenautoriteit is met nieuwe cijfers gekomen waaruit blijkt dat de hoeveelheid residuen van bestrijdingsmiddelen(MRL's )omlaag moeten en gelukkig ook bij veel winkels dalende zijn. Daarmee wordt gesuggereerd en geconcludeerd dat het voedsel veiliger en gezonder is. Waar ik echter nergens iets over lees (en dus kennelijk ook geen onderzoek naar wordt gedaan) is hoe het daadwerkelijk gesteld is met de voedselkwaliteit en dan bedoel ik met name de voedingswaarde en de percentages vitaminen en mineralen. Uit een ouder onderzoek bleek namelijk dat deze gedurende 20 jaar sterk zijn afgenomen.Dat is ernstig.