Background: The emergence of smartphones and wearable sensor technologies enables easy and unobtrusive monitoring of physiological and psychological data related to an individual’s resilience. Heart rate variability (HRV) is a promising biomarker for resilience based on between-subject population studies, but observational studies that apply a within-subject design and use wearable sensors in order to observe HRV in a naturalistic real-life context are needed. Objective: This study aims to explore whether resting HRV and total sleep time (TST) are indicative and predictive of the within-day accumulation of the negative consequences of stress and mental exhaustion. The tested hypotheses are that demands are positively associated with stress and resting HRV buffers against this association, stress is positively associated with mental exhaustion and resting HRV buffers against this association, stress negatively impacts subsequent-night TST, and previous-evening mental exhaustion negatively impacts resting HRV, while previous-night TST buffers against this association. Methods: In total, 26 interns used consumer-available wearables (Fitbit Charge 2 and Polar H7), a consumer-available smartphone app (Elite HRV), and an ecological momentary assessment smartphone app to collect resilience-related data on resting HRV, TST, and perceived demands, stress, and mental exhaustion on a daily basis for 15 weeks. Results: Multiple linear regression analysis of within-subject standardized data collected on 2379 unique person-days showed that having a high resting HRV buffered against the positive association between demands and stress (hypothesis 1) and between stress and mental exhaustion (hypothesis 2). Stress did not affect TST (hypothesis 3). Finally, mental exhaustion negatively predicted resting HRV in the subsequent morning but TST did not buffer against this (hypothesis 4). Conclusions: To our knowledge, this study provides first evidence that having a low within-subject resting HRV may be both indicative and predictive of the short-term accumulation of the negative effects of stress and mental exhaustion, potentially forming a negative feedback loop. If these findings can be replicated and expanded upon in future studies, they may contribute to the development of automated resilience interventions that monitor daily resting HRV and aim to provide users with an early warning signal when a negative feedback loop forms, to prevent the negative impact of stress on long-term health outcomes.
MULTIFILE
Abstract: The primary aim of the dissertation was to develop and evaluate a smartphone app, the WhiteTeeth app, designed to promote good oral health behaviour and oral hygiene among adolescent orthodontic patients between the ages of 12 and 16. The app's development and evaluation was guided methodically by intervention mapping (IM). Development thus starts with an analysis of the health problem and the identification of the psychosocial factors and health behaviour related to it. To identify the psychosocial factors underlying oral health behaviour in our target group, a systematic literature review with meta-analysis was conducted,a cross-sectional clinical study and semi-structured interviews. Then, to target these psychosocial factors and facilitate continuous behavioural support, various behaviour-changing techniques were incorporated into the app. The app provides feedback on users' oral health behaviour and allows users to evaluate and monitor their behaviour. Finally, a randomised controlled trial was conducted. This showed that the app had improved oral hygiene in adolescent orthodontic patients after 12 weeks.
LINK
More and more seniors are using computers and smartphones on a regular basis. However, research shows that many seniors are only using a small number of the apps available to them, in contrast to younger adults. The current study aims to explore reasons for this selective use of apps by seniors.
LINK
De fashion-industrie is in transitie, nu consumenten steeds meer online zoeken, kopen en communiceren. De meeste retailers hebben inmiddels een webshop gerealiseerd, maar inzicht ontbreekt hoe de fysieke winkel levensvatbaar te maken en houden. Dit betekent in de praktijk dat lastig is om fysieke winkels open te houden hetgeen in veel steden leidt tot teloorgang van winkelstraten en –gebieden. Ook hebben retailers onvoldoende handvatten om de omni-channel consument goed te herkennen en te benaderen en de verschillende kanalen goed op elkaar te laten aansluiten. Veel retailers hebben behoefte aan goede informatie op de winkelvloer over producten en klanten. Graag zouden ze snel willen weten wat consumenten in het verleden hebben gekocht, of ze de nieuwsbrief ontvangen, welke producten er online of in andere filialen nog beschikbaar zijn. Daar kan in een verkoopgesprek op worden ingespeeld. De technologische oplossingen zijn daarvoor beschikbaar, maar deze worden nog maar mondjesmaat gebruikt. Daar waar ze wel beschikbaar zijn, weten medewerkers niet altijd goed hoe ze bijvoorbeeld een medewerkersapp optimaal gebruiken en maken consumenten weinig gebruik van bijvoorbeeld loyalty apps op hun smartphone. Daarnaast bestaat er bij veel retailers wel de wil om te innoveren, maar moeten er eerst barrières worden beslecht. De beschikbare technologie moet zich liefst al in een testsituatie hebben bewezen en men heeft behoefte aan praktische handvatten hoe de technologie optimaal in te zetten. Om tot innovatie in de branche te komen is het daarom nodig om in samenwerking met enkele innovatieve retailers, technologiebedrijven en kennisinstellingen de innovatie markt-fähig te maken. Dit project heeft als doel om een bijdrage te leveren aan de duurzaamheid van de fashion-industrie door relevante klanttechnologie geschikt te maken voor marktintroductie, alsmede de toegevoegde waarde van deze technologie te onderzoeken voor de branche.
Zo’n 30% van de 65-plussers valt minimaal eens per jaar en door de vergrijzing zal dit percentage alleen maar toenemen. De gevolgen van een val zijn enorm, zowel voor de persoon die valt als voor de maatschappelijke zorgkosten. De aandacht voor valpreventie neemt dan ook toe. Valpreventieve beweeginterventies zijn effectief om het risico op een val te verkleinen. Otago is één van de drie erkende valpreventie beweeginterventies in Nederland. Naast face-to-face begeleiding door een fysiotherapeut, bestaat het programma uit kracht- en balansoefeningen in de thuissituatie. Bekend is dat de therapietrouw voor huiswerkoefeningen laag is. Nieuwe digitale toepassingen, zoals smartphone-apps, beogen duurzame uitvoering van de oefeningen te ondersteunen en kunnen in potentie het effect van valpreventie beweeginterventies bestendigen. De eerste internationale ervaringen met smartphone-apps ter ondersteuning van face-to-face valpreventie zijn positief. Het huidige project onderzoekt in hoeverre Otago aangeboden in een blended vorm bruikbaar is voor 65-plussers en betrokken fysiotherapeuten. Partners in het project zijn Kenniscentrum Letselpreventie VeiligheidNL en een ontwikkelaar van zorgoplossingen HealthTrain. De branchevereniging voor fysiotherapeuten vormt de klankbordgroep, welke uitgebreid wordt met een wisselende groep van vertegenwoordigers van fysiotherapiepraktijken en 65-plussers. Het nieuw te vormen consortium ontwikkelt gezamenlijk een blended variant van de Otago valpreventieve beweeginterventie in de vorm van een nieuw programma voor een bestaande smartphone-app, gebruikt in de geriatrische doelgroep. Na user-tests met een prototype van het nieuwe programma binnen de bestaande smartphone-app in een kleine groep 65-plussers en hun fysiotherapeuten, vindt een bruikbaarheidsonderzoek inclusief procesevaluatie plaats in een grotere groep (eind-)gebruikers. Het project besluit met het beschrijven van de projectresultaten in een Nederlandstalige publicatie en het beschrijven van aanbevelingen voor vervolgonderzoek naar de effectiviteit van een blended valpreventieve beweeginterventie voor de 1,1 miljoen thuiswonende 65-plussers in Nederland met een verhoogd valrisico.
Lage rugpijn is een groot maatschappelijk probleem. Smartphone-apps als onderdeel van de fysiotherapie kunnen de patiënt ondersteunen in zelfmanagement en therapietrouw. Helaas blijven de mogelijkheden van deze apps in de praktijk nog grotendeels onbenut. In IMPALA willen we implementatiewetenschap inzetten om het gebruik van smartphone-apps bij lage rugpijn te verbeteren..Doel Het doel van IMPALA is het ontwikkelen, uitvoeren en evalueren van op theorie gebaseerde, contextspecifieke implementatiestrategieën voor het gebruik van smartphone-apps in de fysiotherapeutische, eerstelijnszorg voor patiënten met aspecifieke lage rugpijn. Resultaten Tijdens de looptijd van het project zullen we behaalde resultaten hier publiceren. Na afronding vind je hier een samenvatting van de eindresultaten van het project. Voor dit project werken we samen met Academische Werkplaats Eerstelijns Fysiotherapie Looptijd 08 maart 2022 - 07 maart 2027 Aanpak Na het selecteren van de best beschikbare apps wordt een implementatiestrategie ontwikkeld die aansluit bij de context. Deze strategie zal worden uitgevoerd binnen de eerstelijns fysiotherapie en het implementatie-effect ervan zal vervolgens worden geëvalueerd. Relevantie/Impact De kennis die binnen dit project wordt opgedaan over het implementeren van smartphone-apps binnen de fysiotherapie voor patiënten met aspecifieke lage rugpijn, zal gebruikt worden om het onderwijs binnen het Instituut voor Bewegingsstudies te versterken. Dit onderzoek wordt gefinancierd door NWO (Promotiebeurs voor leraren).