Ieder zichzelf respecterend bedrijf profileert zichzelf door een transparant Sociaal Jaarverslag op te stellen. Daarin legt het verantwoording af over het gevoerde HRM-beleid en formuleert SMART nieuwe voornemens voor de toekomst.
LINK
In het kader van de bachelorstudie Technische Bedrijfskunde en het vak HRM moeten studenten een Sociaal Jaarverslag van een bedrijf bestuderen en beoordelen. Thijs Lemmens heeft dat gedaan voor de Triodos bank. Vervolgens is dat opgestuurd naar de bank, die de student daarvoor bedankte en uitnodigde voor een gesprek en rondleiding.
LINK
Jaarverslag van het lectoraat Beroepsonderwijs.
DOCUMENT
Twee deeltijdstudenten van de opleiding Technische Bedrijfskunde hebben het Sociaal Jaarverslag van het ministerie van Buitenlandse Zaken doorgenomen en beoordeeld. Op basis van dit rapport werden zij en hun begeleidende docent uitgenodigd voor een bezoek in Den Haag om te praten over de resultaten.
LINK
Sociaal makelaars bieden bewoners die dat nodig hebben ondersteuning om zichzelf te ontwikkelen tot actieve Utrechters die tot veel meer in staat zijn dan zij zelf dachten. Dit is een van de conclusies uit de tussentijdse evaluatie van het social makelen in Utrecht
DOCUMENT
Onderwijsinnovatie verloopt zelden probleemloos. Vaak roept het vragen op over doelstellingen, bereikte resultaten en gebruikte innovatiemethoden. Veel veranderingstrajecten leiden tot demotivatie en frustratie bij betrokkenen. Weten we welke factoren debet zijn aan die frustratie? Kunnen we dit veranderen? Inmiddels is voldoende bekend dat top-down geplande innovatietrajecten vaak mislukken. Slechts een kwart is succesvol. Er is echter nog weinig bekend over factoren die een positieve werking hebben bij grootschalige innovatietrajecten. Recente praktijkervaring en onderzoeksliteratuur wijzen in de richting van het sociaal kapitaal als cruciaal element voor het slagen van deze innovaties. Een indicatie die de moeite van verdere verkenning waard is.
DOCUMENT
In deze publicatie trekken wij lessen uit de coronacrisis voor het sociaal domein. Daarbij schetsen wij zes handelingsperspectieven: • Werk vanaf de start samen met lokale partners • Ga in dialoog met diverse doelgroepen en zorg voor passende communicatie • Benut de veerkracht en het zelforganiserend vermogen van burgers • Wees als bestuurder en ambtenaar zichtbaar en benaderbaar • Duid de cijfers aan de hand van concrete verhalen • Leer van het positieve en benut het momentum Deze zes handelingsperspectieven onderschrijven het belang van samenwerking van de lokale overheid met uitvoerende zorg- en welzijnsorganisaties, met vrijwilligersorganisaties en met sleutelfiguren binnen wijken. Deze partijen hebben in de coronacrisis laten zien dat zij verschillende (kwetsbare) groepen kunnen bereiken en kunnen inspelen op hun behoeften.
MULTIFILE
Ook te leen in de HU Bibliotheek In organisaties op het gebied van de zorg en het sociaal werk zijn de vragen “wat is goede zorg?”, “wat is goed werk?” en “wat is goede samenwerking?” dagelijks aan de orde. In dit boek worden theoretische perspectieven op goede zorg, goed werk en goede samenwerking verbonden met de praktijk van het moreel beraad. Vertrekpunt is de vraag: “Hoe kan ‘co-creatie van goede zorg’ in de praktijk van zorg en sociaal werk worden bevorderd en wat kan moreel beraad daarbij betekenen?”
MULTIFILE
Het onderzoek is een eerste aanzet voor verdere studie en wordt beschouwd als een pilot. Het doel ervan kan vanuit meerdere perspectieven worden geformuleerd. Voor Doenja Dienstverlening is een belangrijk doel betere handvatten te krijgen in het omgaan met diversiteit gerelateerde spanningen in de wijk. Voor de HU-onderzoekers is het doel meer zicht te krijgen op de complexiteit van de problematiek en de wijze waarop sociaal makelaars hier in hun dagelijks werk mee geconfronteerd worden. Voor de HU-studenten is het doel om in het kader van (de afronding van) hun studie een onderzoek mee uit te kunnen voeren ronde deze thematiek. De vraagstelling van de pilot is in samenspraak tussen de onderzoekers en sociaal makelaars geformuleerd en luidt: Hoe gaan sociaal makelaars om met diversiteit gerelateerde spanningen in de wijk? Hier konden de volgende deelvragen van worden afgeleid 1. Wanneer is er volgens sociaal makelaars sprake van spanningen in de wijk? 2. Op grond waarvan worden deze spanningen (al dan niet) gerelateerd aan toenemende diversiteit? 3. Hoe worden deze spanningen door de sociaal makelaars beoordeeld? 4. Welke werkprincipes bieden houvast in de omgang met diversiteit gerelateerde spanningen?
DOCUMENT