At this critical moment in time, April 2020, when we are living with the cataclysmic event of Covid-19, television – a medium declared almost dead at the beginning of this millennium – has become a vital resource for solace, daydreaming, social ritual, knowledge and storytelling. In conditions of lockdown, we turn towards television, not away from it (Ellis, 2020; Negra, 2020). We are checking news on national channels, and tuning to live broadcasting for campaigns to help the health services and communities in need, such as with the globally broadcast One World: Together At Home special. We are curling up on the sofa to engage with gripping drama, like Ozark streaming on Netflix, re-watching favourite series from the beginning, such as Buffy or Breaking Bad, and taking part in television quiz shows like Pointless, even watching repeats, to recreate a pub quiz atmosphere in the living room. On a darker note, we are also overloaded with corona news; the ritual evening news bulletin can be a source of anxiety and a cause of sleeplessness. Television infrastructure can break down, from broken satellite dishes to lost remote controls, which are tricky to fix when technicians are not so readily available to help; and television can be an economic burden. The cost of streaming Breaking Bad can push the limits of monthly contracts and data packages. Television both lightens and darkens the mood of domestic spaces and social relations in lockdown culture.
MULTIFILE
Introduction: The social distancing restrictions due to the COVID-19 pandemic have changed students’ learning environment and limited their social interactions. Therefore, the objective of this study was to investigate the influence of the social distancing restrictions on students’ social networks, wellbeing, and academic performance. Methods: We performed a questionnaire study in which 102 students participated before and 167 students during the pandemic. They completed an online questionnaire about how they formed their five peer social networks (study-related support, collaboration, friendship, share information, and learn-from) out-of-class. We performed social network analysis to compare the sizes, structures, and compositions of students’ five social networks before and during the pandemic, between first- and second-year students, and between international and domestic students. Additionally, we performed Kruskal–Wallis H test to compare students’ academic performance before and during the pandemic. We performed thematic analysis to answers for two open-end questions in the online questionnaire to explore what difficulties students encountered during the COVID-19 pandemic and what support they needed. Results: The results showed that the size of students’ social networks during the pandemic was significantly smaller than before the pandemic. Besides, the formation of social networks differed between first- and second-year students, and between domestic and international students. However, academic performance did not decline during the COVID-19 pandemic. Furthermore, we identified three key areas in which students experienced difficulties and needed support by thematic analysis: social connections and interactions, learning and studying, and physical and mental wellbeing. Conclusion: When institutions implement learning with social distancing, such as online learning, they need to consider changes in students’ social networks and provide appropriate support.
LINK
Deze RAAK Impuls aanvraag heeft tot doel om het lopende RAAK Publiek project ‘Burgerparticipatie in Klimaatadaptatie’ (BPiKA) met behoud van kwaliteit onder de coronamaatregelen uit te voeren en af te ronden. BPiKA richt zich op het ontwikkelen van een werkwijze voor burgerparticipatie bij het klimaatbestendig inrichten van stedelijk gebied. Daarbij worden verschillende participatieve methoden ingezet om in samenwerking met bewoners en professionals data over extreem weer te verzamelen, kenmerken van de wijkinrichting in kaart te brengen en strategieën te ontwikkelen voor een klimaatbestendige wijkinrichting in de toekomst. De mogelijkheden om fysiek samen te komen buiten op straat (metingen, wijkscans) en binnen (in co-creatie workshops) zijn sinds maart 2020 door het Corona virus en maatregelen met betrekking tot groepsgrootte en social distancing ernstig beperkt. Vooral de co-creatie workshops die gepland waren vanaf het najaar 2020 hebben in beperkte mate doorgang kunnen vinden. In het project is geconstateerd dit deel alleen nog via een ‘online’ aanpak kan worden uitgevoerd. Iedere hogeschool zal in aanvulling op voorgenomen activiteiten twee extra online workshops (met praktijkpartners en bewoners) per deelnemende gemeente opzetten, uitvoeren en evalueren (in totaal 10 e-participatie workshops). Het integreren van deze e-participatie workshops vergt nader onderzoek naar geschikte werkwijzen en een extra inspanning die niet was voorzien. Het aangevraagd budget wordt ingezet om de benodigde personeelskosten te dekken, zodat het project met behoud van kwaliteit en netwerk kan worden uitgevoerd.
Een grote groep kwetsbare thuiswonende ouderen is voor het behoud van een gezond voedingspatroon afhankelijk van (in)formele zorg en ondersteuning, bijvoorbeeld voor het doen van boodschappen, bereiden van maaltijden en/of hulp met eten en drinken. Door de COVID-19 crisis en bijbehorende maatregelen is deze zorg en ondersteuning sterk ingeperkt omdat mantelzorgers minder langs mogen komen (social distancing), veel thuiszorg is stopgezet (vooral tijdens de eerste golf), ouderen zelf (in)formele zorg weigeren uit angst om besmet te raken, en ouderen angst hebben om buiten de deur te gaan, waardoor enerzijds de hoeveelheid beweging afneemt en anderzijds minder gemakkelijk boodschappen gedaan kunnen worden (6,7). De huidige COVID-19 crisis en bijbehorende beperkende maatregelen versterken deze al langer bestaande knelpunten in de (in)formele zorg en ondersteuning aan thuiswonende kwetsbare ouderen, waardoor deze nu nóg kwetsbaarder worden. Hoe groot de impact is van de COVID-19 pandemie en de bijbehorende maatregelen op de voedingszorg, het beweeggedrag en uiteindelijk de voedingstoestand van kwetsbare thuiswonende ouderen is niet duidelijk. Daarnaast is nog niet in kaart gebracht of, en zo ja welke, (vernieuwende) initiatieven nu (versneld) zijn ingezet als vervanging van en/of aanvulling op de gebruikelijke hulp en ondersteuning met betrekking tot voedings- en beweeggedrag, door met name ouderen zelf, mantelzorgers en wijkverpleegkundigen. Dit project beoogt, door middel van kwalitatief en kwantitatief onderzoek, in kaart te brengen hoe ouderen, hun mantelzorgers en verpleegkundigen in de eerste lijn (wijkverpleegkundigen en praktijkverpleegkundigen ouderenzorg) de beperkende maatregelen behorend bij Covid-19 (hebben) ervaren, en welke eventuele aanpassingen zij hebben gemaakt, specifiek met betrekking tot voedings- en beweeggedrag. Na afloop van het project zullen concrete aanbevelingen worden gedaan aan en best practices gedeeld met ouderen, mantelzorgers en zorgprofessionals over hoe optimale voedings- en beweegzorg in crisissituaties als de COVID-19 pandemie geborgd kan worden.